Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Merkelijk besef

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Merkelijk besef

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(14)

Vooraf wil ik eerst weer enkele zeer hinderlijke drukfouten in het vorige artikel rectificeren. De nadenkende lezers en lezeressen zullen zich ongetwijfeld al afgevraagd hebben: wat bedoelt Kerkman hier toch? Als ge het vorige nummer opzoekt, ziet ge staan (pagina 112, eerste kolom, middenin): „Het geloof „rekent" of „telt" niet, maar stelt — bij gelijkenis van eigen onmacht en nietigheid — zijn betrouwen op Hem enz." Het woord „gelijkenis" hoort hier absoluut niet thuis!! Dit moet zijn: bij belijdenis van eigen onmacht en nietigheid. Alleen dit woord past in het kader van mijn betoog; elk ander woord niet. Even verder in dezelfde kolom staat: „Zo*ook onze voorvaderen. Ondanks hun gering aantal (11) durfden zij het aan om. Dit ten onrechte ingeslopen telwoord „elf" moet geheel weg; het hoort daar niet.

Vervolgens wil ik voor nog éénmaal het geduld inroepen van alle briefschrijvers. Er liggen nog steeds heel wat brieven op beantwoording in ons jeugdblad to wachten. De laatste maanden ontving ik bijna geen brieven. Hoe zit dit? Jullie (meisjes en jongens) denken toch niet: „Kerkman zégt wel, dat hij de brieven

gaat behandelen, maar stelt het telkens uit"? Uitstel is hier heus geen afstel, hoor. Ten gerieve van hen, die meenden, dat regelmatige briefbeantwoording het karakter van de behandeling van het kerkelijk besef zou gaan schaden, heb ik besloten, eerst 'n zeker deel van de geschiedenis over kerken af te handelen om daarna even te pauzeren en in deze adempauze met frisse moed de binnengekomen correspondentie af te doen. Dan wordt iedereen tevredengesteld in zijn verlangens omtrent deze rubriek.

Het weglaten van de correspondentie, zoals enkelen graag zagen, schaadt evenzeer. Deze rubriek is er immers juist om de onopgeloste kerkelijke vragen, waarmee onze leden van de j.v.'s en m.v.'s soms al jarenlang rondlopen, onder ogen te zien en op rustige, eerlijke wijze met elkaar te bepraten. Dit kan in geen enkel geval kwaad, maar doet alleen goed! Geen afbraak, maar opbouw van eigen kerkelijk en verenigingsleven. Dat we daarbij anderer kerkelijk standpunt zullen moeten toetsen aan de ene norm, ons in de Bijbel en de reformatorische confessies gegeven, is niet om ons boven anderen te gaan verheffen of om te pochen: Wat zijn wij toch zuiver en wat treffen wij het, dat wij bij de Geref. Gemeenten behoren, want het andere stelletje kerkgroepen lijkt nergens op." Wie zo denkt of in die richting suggereert, denkt noch Bijbels noch reformatorisch, d.i. Gereformeerd in de zin onzer belijdenis. Men leze er Lucas 18 : 11 en 12 op na.

Toetsing van anderer kerkelijk standpunt zal dus nooit vanuit kerkelijke hoogmoed of uit betweterij moeten geschieden. Het mag en het moet geschieden allereerst om eigen standpunt goed te leren onderscheiden van wat andere kerken zijn, leren en doen; en ten tweede om met de andere kerken en kerkleden te kunnen spreken en hun standpunt — als dit ons onjuist voorkomt — op beschaafde wijze en goed gedocumenteerd te kunnen weerleggen. Onze meisjes en jongens komen in hun werk en overal toch met meisjes en jongens van andere kerken van Gereformeerde richting in contact? Moeten en mogen zij dan met hun mond vol tanden staan? Neen en nogmaals neen! Het is voor de jonge en de a.s. leden onzer gemeenten plicht en tevens hun goed recht om eigen standpunt kenbaar te maken. Wie dit betwisten wil, lette op de jeugd en de ouderen van andere Geref. kerkgroepen, hoe onderlegd sommigen veelal zijn in de fijne „kneepjes" van hun leerstellingen en met welk 'n soms voorbeeldige ijver zij hun kerk verdedigen kunnen.

Bovendien bedenke iedereen, van wat kwaliteit, staat of conditie hij of zij is, dat wij als kerkgroep en als jeugdverenigingen niet alleen leven in ons land, onze stad of ons doqo. Wij maken deel uit van het grotere geheel, dat de Gereformeerde gezindte heet in Nederland. Die gezindte, die eertijds één was en thans zo zieltogend terneerligt, bloedend uit duizend wonden. Die gezindte, die onder Gods zegen de Nederlandse kerk en de Nederlandse staat deed groeien en bloeien. De wijngaard, de planting des Heeren. Omdat wij als kerk in de hedendaagse kerkelijk-gedeelde situatie 'n deel zijn, mogen wij nimmer de blik op en het contact met de andere delen verwaarlozen. Juist omdat wij menen, dat anderen mank gaan, verkeerd zijn in diverse leerstellingen, opvattingen e.d., mogen wij ons niet hullen in afzondering en in apathisch stilzwijgen (ons beperkende tot spreken in eigen kring), maar moeten wij daarom te meer spréken tot hen, de andere kringen. De Kaïnsgestalte past ons in geen geval.

Spréken moeten wij, opdat onze stem, ons geluid tot hen doordringe; opdat wij hen oproepen mogen: „Komt, gaat met ons en doet als wij!" Een kerk mag en kan niet staffeloos deze zijn profetische roeping tot de wereld, tot de overheden, tot de andere terreinen des levens en tot de andere kerken verzuimen; evenmin als 'n kerk de zendingsroeping tot allen, die nog buiten of vervreemd van het Woord des Heeren in deze wereld rondleven, mag verzuimen. Welnu, die profetische roeping met betrekking tot de andere kerken mogen zeer zeker wii niet veronachtzamen. De kerk, ook onze kerk, heeft de getuige des Heeren te zijn tot aan verste uithoeken der aarde, maar evenzeer in de dichtstbijgelegen .gebieden.

Ik zie, dat bij het maken van deze zeer nuttige algemene opmerkingen mijn plaatsruimte al weer geheel vol is. Nog één slotopmerking. Er zijn bij de binnengekomen brieven ook enkele van jeugdige en oudere vrienden, die mij allerhande vragen doen, hoe ik over dit en over dat denk. Pardon, vrienden, dèt kan niet. Kerkman is geen vraagbaak voor allerlei onderwerpen en/of problemen. Ik houd me hier in ons jeugdblad bij één onderwerp. Hebben onze meisjes en jongens of hun verenigingen vragen, die buiten het bestek van mijn rubriek (en deze heet nog altijd: kerkelijk besef) vallen, dan moge ik jullie voor zulke vragen verwijzen naar de van ouds in ons blad voorkomende vragenbus. Deze medewerker moet ook zijn medewerking in daden kunnen omzetten, mits jullie zorgdragen voor vragen. Want als ik mij op zijn terrein zou begeven, zou hij me 'n volgend keer, dat ik hem ontmoet, stevig bij de kraag kunnen grijpen en vragen: „Zeg Kerkman, is jouw terrein niet groot genoeg? "

p.a. Adm. „Daniël", R. v. Catsweg, 244a, Gouda.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1958

Daniel | 8 Pagina's

Merkelijk besef

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1958

Daniel | 8 Pagina's