Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOGELS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOGELS

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

het gevogelte des hemels, een stem gevende vcm tussen de takken. (Ps. 104).

Het kan niet uitblijven dat de vogels de aandacht moeten trekken van hen, die nooit uitgekeken raken in de natuur, die telkens weer iets anders voor onze ogen laat verschijnen. De natuur wordt langzamerhand in een hoek gedrongen door het uitpuilen van steden en dorpen, door het aanleggen van brede wegen vanwege het vele en snellere verkeer. Al meer land wordt verbruikt voor hoge blokkendozen, waar zoveel mogelijk mensen in moeten hokken; grote stroken land worden veranderd in snelwegen, waarover dag en nacht het verkeer raast en waar de vogels zo ver mogelijk vandaan vliegen om rustiger broedplaatsen te vinden.

We moeten echt de stad ontvluchten en ook al buiten de kommen van de dorpen zijn, om het eerste roepen van de koekoek te horen. Stadskinderen hebben de roep van die vogel schier nooit gehoord. Wat weten die kinderen van het drijven van de meeuwen op de ranke vleugels, wanneer ze nooit in de nabijheid van de zee vertoeven?

Men komt in een andere wereld, als men de rumoerige straten verlaat en in het vrije veld gaat lopen! Weg is het verschrikkelijk lawaai, dat de mensen maken en weg is de onveiligheid: naar alle kanten uitkijken of er plaats is om te lopen of te rijden.

In het vrije veld kan Boutens zingen:

Blijft gij nooit één blanke uchtend, Leeuwrik, zingen hier beneên, Die uw nachtliik nest ontvluchtend Door de zilvren neevlen heen Vleuglings vindt de gouden wegen Waar uw aadmen juichen wordt, Tot uw zang in vuren regen Naar de koele vore stort.

Dan horen we Frederik van Eeden dichten:

Daar ging omhoog een kleine schelle met fijnen lichtdoorwaaiden klank, hei-leewerk's lied bleef mijn gezelle den lieven morgen lank.

Dan moet Guido Gezelle het lied van de nachtegaal wel verklanken:

Hoort! Langzaam, luide en lief getaald, hoe diep hij lust en leven haalt, als uit de gronden van duizend orgelmonden! Nu piept hij fijn, nu roept hij luid; en 't zijpzapt*) hem ter kelen uit, lijk waterbellen, die van de daken rellen 2)

A. Roland Holst beschrijft de meeuwen als volgt:

Gouden stille kusten en de zee nog blauw, en de blijde vele golven, die er spelen, en die witte vlucht van vooglen—o, de vele meeuwen zwevend door de zuiverende kou, zwermend als een bui, als een gevleugeld sneeuwen, en hun kreten af en aan over mijn hoofd; heb ik ooit wel in een ander lied geloofd hier op aard dan de verloren kreet der meeuwen?

Jan Luyken bezingt het gevogelte aldus:

Gepluimde diertjes, snel van vlucht, Die op uw uitgebreide veren Gaat strijken door de dunne lucht En 't lichaam vaardig kunt regeren, Gij wint het ons in vlugheid of, Wij, die als wormen in onwaarde Zo machteloos, zo loom en grof Staag moeten steunen op de aarde.

Vogels zijn al vaak tot beschaming van de mensen geweest, 's Morgens vroeg beginnen ze al, onbewust, met de stem, die de Schepper ze gaf, hun liederen te zingen tot eer van God. En de mens moet zo dikwijls zwijgend over de aarde gaan; hij is stom om 's Heeren lof te vermelden.

Hoe vaak moeten dieren in 't algemeen ons beschaamd doen staan.

Toen de laatste caisson in het Veerse Gat werd geplaatst, keken honderden naar het menselijk kunnen en hadden ontzag voor de berekeningen, die zo prachtig klopten en voor het werken-volgens-plan. Boven de plaats van het historisch gebeuren cirkelden vliegtuigen door de lucht; ook al machines van menselijk vernuft: er moesten luchtfoto's gemaakt, die morgen al in de kranten stonden afgedrukt. Een helicopter, met groot lawaai en wentelende wieken, was ook van de partij.

Maar boven de hoofden der toeschouwers zweefden blanke meeuwen geruisloos door de lucht, zoals gisteren en eergisteren, toen er geen drukte van kijkende mensen was. De prachtige vogels staken wit af tegen de lucht, die in het noorden overging in de grillige vormen van de duinen op Westen-Schouwen. Zouden de kijkers de meeuwen hebben gezien? Hier waren proza en poëzie dicht bij elkaar. De caissons vertelden van het vernuft van de mens; de meeuwen en duinen van Gods ongerepte natuur.

INDEX.


*) druipt

2) kletteren

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1961

Daniel | 8 Pagina's

VOGELS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1961

Daniel | 8 Pagina's