INGEZONDEN

Voor de materie van dit stukje moet ik even met U bijna een jaar in de geschiedenis van ons Landelijk Verband van Jongelingsverenigingen teruggaan en wel naar cle laatste jaarvergadering in febr. 1960.

Ik zou in herinnering willen brengen het met zeer veel instemming aangehoorde slotwoord van de weleerw. heer ds. C. Hegeman, met als onderwerp: „Zijn dit al cle jongelingen"? (naar aanleiding van cle zalving van David door Samuël ten huize van Isaï).

Een juiste beantwoording dezer vraag zou wel zeer beschamend hebben moeten luiden. Hoeveel jongens zijn er niet clie cle J.V. voorbij lopen. Jongens, gaat liever naar binnen, clat is heel wat beter en nuttiger dan langs straten of dijken te lopen. Voegt U toch bij Uw kameraden die onder leiding en/of toezicht van Uw plaatselijke kerkeraad o.m. bezig zijn biddend Gods Woord te onderzoeken. Geen tijd? Ach, clat zal toch het geval niet zijn. Geen lust? Zijn de kwade dagen clan al reeds gekomen? Ga toch in die weg niet voort, maar vraagt naar Uw Schepper in cle dagen Uwer jongelingschap.

Is er in Uw plaatselijke gemeente geen Jong. Ver. Jammer is clat. Inderdaad zijn er nog heel wat gemeenten (zefs grote) waar dit niet het geval is. Jongens, gaat dan eens met Uw plaatselijke kerkeraad praten en verstaat U na een gunstig antwoord eens met de secretaris van het Landelijk Verband, de heer H. Hoogendoorn, Ridder van Catsweg 244a te Gouda, clie U over alle zaken kan inlichten. In deze dagen van verval en afval mogij wij het toch waarlijk nog wel groot achten wanneer de jeugd zich onder leiding wil zetten tot het onderzoek van Gods Woord en cle Belijdenisgeschriften.

Anderzijds bekroop ons cle lust om aan het einde van dit slotwoord een opmerking te mogen maken, doch daartoe leent zich een dergelijk woord niet. Daarom namen wij ons voor om zo tegen de volgende vergadering in febr. 1961 aan de redactie van Daniël te verzoeken die opmerking, zo mogelijk, in dit jeugdblad op te willen nemen.

Zodra zijn weleerw. begon met zijn slotwoord „Zijn dit al de jongelingen" vloog een tweede vraag mij aan, die een even diepe strekking en betekenis heeft voor ons kerkelijk leven als cle hierboven gestelde. De vraag dan clie mij aanviel luidde: „Zijn dit al de ouderlingen (en leraars)"?

Wellicht vindt U mij arrogant, 't Kan zijn; ik vergeef het U gaarne. Maar mij (ik ben zelf kerkeraadslid) achtervolgt die vraag en ik kan mij er niet van ontslaan, dat DE JEUGD BIJ ONS HOORT en.... WIJ BIJ DE JEUGD. Ik mag zeggen nagenoeg alle jaarvergaderingen (zo niet alle) van het L.V. te hebben bijgewoond en het is ons een waar genoegen daar tussen de jongens te mogen verkeren.

Belangstelling voor cle jeugd, medewerking in hun verenigingsleven, binding aan hun plaatselijke kerkeraad enz. dat heeft onze jeugd zo hard nodig.

Broeders, toont toch telkenjare Uw belangstelling. De kerk van Utrecht moest eigenlijk te klein zijn om het aantal jongelingen en kerkeraadsleclen, maar ook predikanten, to kunnen bevatten. Dat zouden de jongens zeer zeker hogelijk waarderen.

Aan U allen thans het antwoord.

Diaken

P.S. Wanneer er belangstellenden zouden zijn clie het jeugdwerk van het L.V. finantieel zouden willen steunen, clan kan ik U het postrekeningnummer wel geven; dat is 511152 t.n.v. Penningmeester van het L.V. van J.V. der Ger. Gem. te Enkhuizen. Uw clonateursgeld is dan wel zeer nuttig besteed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen