Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Amserdamse reigers worden verwend

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Amserdamse reigers worden verwend

Doordat ze gevoerd worden, zijn blauwe reigers minder schuw

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie vis wil vangen moet geduld hebben. Dat geldt ook voor de blauwe reiger, die een echte visliefhebber is. Die ook de kunst van visvangen verstaat en, menselijk gesproken, over enorm veel geduld beschikt. Want ook de reiger moet, precies als de hengelaar, wachten tot de vis naar hem toekomt. En dan heeft hij hem nog niet... In Amsterdam komen ze gemakkelijker aan de kost. <br />

Er loopt een blauwe reiger door het ondiepe water van een verwaarloosde visvijver. Hij staat er tot z' n hielen in; het water is dus zo diep als z'n loopbeen. Bedachtzaam loopt hij verder, nee... schrijdt hij door het water, zo voorzichtig en langzaam gaat het. Hij houdt zijn nek in een sierlijke S-bocht en zijn lange snavel is als een dolk naar voren gericht. Zijn rug, staart en nek hebben precies de kleur van een leien kerkdak waar de zon op schijnt: leiblauw dat sterk naar grijs gaat. We zullen hem straks wat beter bekijken, maar eerst letten op wat de vogel doet. Er zwemt blijkbaar prooi, want de reiger staat opeens heel stil, hij houdt zijn nek nog steeds in een sierlijke bocht naar voren gericht. Roerloos kijkt hij naar iets in het water. Nu wordt de nek rechtop gestrekt en dan is de kop wel veertig centimeter boven de schouders. Zijn nek en smalle kop gaan vloeiend in elkaar over en de snavel sluit daarbij al even vloeiend aan. Langzaam gaat de kop weer omlaag, de nek blijft gestrekt, de priemsnavel wijst naar het water. Er is geen merkbare beweging meer in het forse vogellijf. Zo staat de reiger een poos. Dan gaat de kop nog iets verder naar voren en omlaag. Opeens doet de vogel een snelle uitval, waardoor het water naar alle kanten spat. Met een ruk gaat de kop omhoog. De natte snavel glimt in het zonlicht. Het was mis.

Bedachtzaam
Om een reiger te zien vissen moetje evenveel geduld en tijd hebben als de vogel zelf. Hij staat weer met de nek gestrekt en kijkt mijn kant uit. Hoe lang wacht ik? Opeens is het weer: plons... en dan is het raak. Een glinsterend visje, als een vinger zo groot, zit dwars tussen zijn snavel. Met een vlugge beweging gaat zijn kop omhoog en achterover... even schudden... het visje zakt de lange slokdarm in. De reiger maakt nog enkele nijdige kokhalsbewegingen met de snavel wijd open. Dat nietige hapje moet ook zo'n eind zakken. Dan staat de grote vogel weer roerloos te wachten.... Mijn reiger wacht toch niet langer lijdelijk of er een vis naar hem toe zwemt. Hij beurt poot voor poot, met de lange tenen wijd gespreid, langzaam op uit het water, trekt ze voorzichtig naar voren en omlaag... stap... stap... Gaat daar weer iets? Opnieuw volgt een snelle uitval en verdwijnt er een kleine prooi in het gapende keelgat.

Hoog leven
Laag over het water komt een tweede reiger aanvliegen. Dat gaat ook al zo traag. Met grote holle vleugels maakt de vogel diepe, langzame slagen. Hij houdt zijn nek ingetrokken en zijn poten gestrekt naar achteren, tot voorbij zijn staart. De achterrand van de vleugels is donker, bijna zwart, de voorrand wit. Vooraan op elke vleugel zie ik twee witte vlekken. Hij roept schor, zoiets als "schraatsj", een vrij rauw geluid, dat ik toch graag hoor. Want dan zie ik de hoge beuken van Gooilust in 's-Graveland weer voor me, waar in mijn jeugd een grote broedkolonie was. Van veel reigers begint het leven hoog in de lucht, want de vogels bouwen hun nest meestal in hoge I> bomen. In een grote kolonie is het een kabaal, want reigers zijn herriemakers. Ik heb nog een notitie uit 1942. ,,De reigerkolonie op Gooilust is druk bevolkt. De nesten zijn zichtbaar verstevigd en opgeknapt, In het weiland staan vijftien vogels bij elkaar en het aantal reigers in de kolonie is niet meer te tellen. Het is een mooi gezicht zoals ze daar staan, met de zon op hun lichte veren. Bij de sterrevijver staan enkele tientallen in de paarsbruine kruinen van de kale beuken, fel oplichtend in de zon, tegen de strakblauwe lucht. Enkele pluizen zich, sommige maken ruzie en er wordt ook aan de nesten gewerkt. Van alle kanten komt hun lawaai; kekkeren... bulken... krijsen..."

Kekkeren
Reigers maken in de broedkolonie typische geluiden. Het kekkeren doen de jongen om de oude vogel aan te sporen om het meegebrachte voedsel "op te braken". Dat gaat als volgt. De oude vogel verzamelt het voedsel vaak ver van het nest en blijft soms lang weg voor zijn krop vol is. Reigers zijn niet kieskeurig, maar de jongen worden hoofdzakelijk met kleine vis gevoerd. Die wordt door de oude vogel op het nest uitgestort en is al enigszins verteerd. Daarop wachten de jongen, ononderbroken roepend: kek-kek-kek-kekkek. Ik vond in genoemde kolonie in april 1944 onder een nestboom een mislukte voedseldropping, waarin ik ruim veertig witvisjes van zeven tot vijftien centimeter lengte telde. Op een andere plaats lag een dode rat en wat verder een dode jonge reiger. Als het erg stormt, vallen er wel eens jongen uit de nesten. Laat in het broedseizoen is het door al deze zaken niet meer zo fris in een broedkolonie. Vooral ook door de vele uitwerpselen van jong en oud, waardoor de bomen en de onderbegroeiing wit bekalkt raken.

Grote prooi
Een hoog overvliegende reiger herkent men gemakkelijk aan zijn ingetrokken nek, die een fraaie S-bocht vormt. De nek kan zo keurig in die stand worden gehouden doordat de zesde nekwervel veel langer is en anders gevormd is dan de andere wervels. Die lange nekwervel ligt precies in de bocht vrijwel horizontaal. Een andere praktische zaak is, dat de slokdarm zowel achter als voor de halswervels kan worden gebracht. Daardoor kan een reiger een grote prooi in zijn geheel doorslikken. Palingen tot tachtig centimeter kan hij de baas en vissen tot veertig centimeter. Dan is wel de grens van zijn schrokprestaties bereikt. Zulke kanjers geven hem veel moeite en daarmee is hij wel een kwartier of langer aan het worstelen. Zijn voorkeur gaat uit naar visjes van ongeveer tien centimeter. Onderzoekers telden er honderd in een reigermaag!

Gedrag aangepast
Sinds 1963 zijn de blauwe reigers volledig beschermd en hebben zij zich aan de mens aangepast. Ze worden door hen steeds vaker gevoerd, waardoor ze minder gevoelig zijn geworden voor strenge winters. Dit gedrag neemt voor alle Westeuropese reigers toe, waardoor zij steeds vaker blijven overwinteren. Dat heeft gevolgen. In zachte winters krijgen ze geen problemen. Wanneer de winter streng is wel. In de winter van 19851986 kregen de reigers het moeilijk. Terdegeabonnee A.A.H. Klees uit Watergraafsmeer weet ervan. Ik citeer uit een brief waarin hij allerlei wantoestanden hekelde het volgende. ,,Ik neem alleen maar de afgelopen winter. In Amsterdam en omgeving stonden honderden blauwe reigers te kleumen en te hongeren. Tientallen verontwaardigde Amsterdammers belden mij op en vertelden me woedend, dat Vogelbescherming en Dierenbescherming hun klachten hierover hadden afgewimpeld met de opmerking, dat het hier een "natuurlijke selectie" betrof. Ik heb toen al die mensen voeradviezen verstrekt en ben zo'n beetje het door burgers voeren van al die noodlijdende vogels telefonisch gaan coƶrdineren, voorzover dat tenminste mogelijk was".

Vertrouwelijk
De reigers zijn sinds 1963 veel minder mensenschuw tot soms zeer vertrouwelij k geworden. Ze zijn zich erop gaan instellen dat de mensen voedsel verstrekken. Ik heb de vogels in Amsterdam langs de weg zien staan, wachtend tot een vriendelijke bewoner met wat lekkers kwam. Dat is daar een vaste gewoonte geworden. De vogels weten goed waar ze moeten zijn en weten het terras bij de heer Klees ook te vinden. Hij schreef mij daarover het volgende.,,Ingesloten twee foto's van onze " huisreiger", voor Terdege. Er zit eigenlijk een heel verhaal aan vast, maar dat is me te lang om op te schrijven. Alleen dit nog: toen wij Vogelbescherming om hulp voor de reigers vroegen, werden wij afgescheept met de smoes "natuurlijke selectie" en dat staat lijnrecht tegenover het gekoetel met vogelwrakken in de vogelasielen!" Hoe vertrouwelijk die huisreiger is, blijkt uit de foto van mevrouw Klees met de vogel. Die foto werd in de herfst gemaakt, toen de reigers niet door vorst of sneeuw belemmerd werden bij het voedselzoeken. Maar een aantal van deze vogels is zo bevriend geraakt met de mensenmaatschappij dat ze een heel ander leven leiden dan een halve eeuw geleden. Ze lopen het hele jaar te bedelen in de Amsterdamse straten en zijn zeer tam. Ik zie ze echter het liefst in wilde staat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 mei 1989

Terdege | 72 Pagina's

Amserdamse reigers worden verwend

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 mei 1989

Terdege | 72 Pagina's