Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zoon van Bornia

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zoon van Bornia

J.M. Vermeulen: „Dominee Du Marchie zocht ook in zijn prediking grensgebieden op

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was niet het eerste boek dat via het toetsenbord van zijn computer bij een drukker belandde. Wel een boek dat opmerkelijk snel tot stand kwam, en al even snel in een dubbele oplage herdrukt is. Het verbaast auteur Han Vermeulen niet. „Door zijn prediking maakte hij veel vrienden. En veel tegenstanders.

Wie Vermeulen zegt, denkt aan een lange rij levensbeschrijvingen van predikanten uit de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Tien van hen waren postuum onderwerp van een biografie. Eender van uitvoering, onder aan elkaar verwante titels en met hetzelfde stramien schoven ze over de toonbanken van de onder ons bekende boekwinkels. Enkele uitgaven beleefden een tweede, derde of zelfs vierde druk, en waren onderwerp van gesprek en recensie.
De auteur uit Meteren kon er geen genoeg van krijgen, totdat er niet veel voorgangers meer onbeschreven waren. Ja, dominee Everard du Marchie van Voorthuysen nog. Maar over zijn leven was al eens een boek verschenen. Een door de predikant aan H. Florijn gedicteerde autobiografie, die 22 jaar geleden werd gedrukt. En dan nu alsnog een levensbeschrijving?
Vermeulen knikt herkennend. „Tijdens het schrijven van de serie heb ik wel eens over ds. Du Marchie van Voorthuysen nagedacht, maar het kwam er toen niet van. Soms ontstond een boek spontaan. Dat was bijvoorbeeld het geval met het deel over ds. C. Smits, toen ik een compleet archief van hem aangeboden kreeg. Een biografie over ds. Du Marchie zag ik niet zitten, om de eenvoudige reden dat ik me niet kon indenken dat er voldoende fotos en feiten zouden zijn over zijn eerste vijfendertig levensjaren, zonder dat wat al over hem geschreven is te herhalen.

Familieportretten
Dat het er toch van kwam, is te danken aan een artikel in Terdege.
„Vorig jaar las ik een interview van Huib de Vries met dr. Evert du Marchie van Voorthuysen uit Groningen, over zonne-energie. Daarin las ik dat in het kantoor van deze doctor portretten van zijn voorgeslacht hingen. Dat er een familierelatie was, lag gelet op voor- en achternaam voor de hand. Hij had inderdaad hetzelfde voorgeslacht als de predikant. De grootvader van deze Groningse wetenschapper was Henri, een broer van ds. Everard du Marchie van Voorthuysen.
Ik liet Terdege een paar weken liggen, maar kon er toch niet van loskomen. Nu of nooit, dacht ik. Als er nog iets is, moet ik nú reageren! Het contact met deze Du Marchie verliep uitstekend en op een avond reed ik uit Groningen naar mijn huis in Meteren met zon twintig nooit eerder gepubliceerde fotos van de predikant, zijn ouders, broers en zussen. Toen móest ik wel verder. De meest onbekende periode uit het leven van de dominee had ik illustratief binnen handbereik. Daaromheen heb ik mijn verhaal geweven.

Geen erezuil
Het boek is voor Vermeulen geen erezuil voor dominee Du Marchie, geen biografie met kritische kanttekeningen en allerminst een strijdboek. „Ik heb zijn voorgeslacht in beeld gebracht, onderzoek gedaan, plaatsen bezocht waar ds. Du Marchie als kind heeft gewoond, op buitenverblijven en in villas. Ook trok ik na wie tot het huispersoneel behoorden: de dienstbodes Fieke Aalten en Geertje van t Slot, en tuinman A. Spijkhoven. Bekeerde mensen. Zij maakten diepe indruk op het kinderhart van de latere dominee. O God van Fieke, bent U er? riep Du Marchie jaren later eens uit, toen hij in zware zielenstrijd verkeerde.
Daarnaast heb ik zijn ambtelijke leven gevolgd: de predikantsjaren op Urk, zijn oorlogsjaren in Driebergen, de periode in het baggerdorp Sliedrecht, zijn overgang naar de Oud Gereformeerde Gemeenten en de gemeenten waarin hij daarna heeft gestaan: Leersum, Urk en opnieuw Leersum. In zowel een schuurkerk als een imposant gebouw.

Hoe kwam u op de wat merkwaardige titel van het boek: De zoon van Bornia?
„Die heeft een dubbele betekenis. Bornia was de naam van de statige villa in Driebergen, zijn ouderlijke woning. De naam betekent zoveel als grensgebied. Dominee Du Marchie zocht ook in zijn prediking grensgebieden op. Flinterdunne gebieden op de grens van leven en dood, van schijn en zijn, in of buiten Christus. Zijn prediking was uiterst separerend, scheidingmakend tussen het ware Godswerk en het nabijkomende werk. Door deze prediking maakte hij veel vrienden. En veel tegenstanders. Hij werd verafgood en verguisd.

Kunnen we van een Du Marchie-theologie spreken?
„Dat hoor je nogal eens. Zijn theologisch standpunt heb ik uitvoerig beschreven. Dat is voor veel mensen een eye-opener. In een recensie stond te lezen dat in zijn opvatting wedergeboorte en rechtvaardigmaking, de bewuste vrijspraak van schuld en straf, samenvielen. Dat is pertinent niet zo. Dominee vertelt zelf in zijn levensgeschiedenis hoe hij de toevlucht mocht nemen tót, en een gezicht kreeg óp de Middelaar. Hoe Christus hem werd geopenbaard, onmiddellijk, dus zonder prediking.

Is dat bijbels? Paulus zegt in Romeinen 10: Hoe zullen zij horen zonder die hun predikt?
„Bij ds. Du Marchie gebeurde dat direct, onmiddellijk. Niet onder een preek, niet in Gods huis. Hij kon er ook geen grond van maken die voor de eeuwigheid houdbaar zou zijn. Toen hij met ds. J.H. Koster uit Montfoort in aanraking kwam, met wie hij over deze zaak sprak, werd hij niet opgebouwd in gestalten en gemoedelijkheden. Ds. Koster zei niet dat Du Marchie niets bezat. Wel zei hij: Zie toch een Borg te krijgen, want met wat u bespreekt, liggen er duizenden in de hel die veel verder hebben gekeken dan u. Wat u bespreekt, kán een toeleidende weg tot Christus wezen. Maar als u daarin blijft staan, is het nog tekort. Hij gaf aan dat er bij de Heere méér te verkrijgen was. Deze woorden misten hun uitwerking niet. Het is bekend dat de Heere met Du Marchie is doorgetrokken, en dat hij met lichaam en ziel volkomen verenigd is met een geschonken Borg en vrede met God heeft mogen ontvangen.

Kunnen we de prediking van ds. Du Marchie op één lijn zetten met die van de predikanten Van der Groe, Paauwe en Dorsman?
„Er zijn inderdaad overeenkomsten, maar ook verschillen. In De Wachter Sions heeft ds. J. Roos het zo verwoord: Hoewel ds. Du Marchie niet instemde met de stelling van ds. Paauwe, dat er vóór de bewuste rechtvaardigmaking geen sprake kan zijn van geloof en geloofswerkzaamheden, omschreef hij de toeleidende wegen tot Christus als gezichtelijk werk, dat niet zaligmakend is als het niet tot de rechtvaardigmaking leidde.
Dominee Roos schreef verder: Ds. Du Marchie van Voorthuysen maakte van zijn leerstelling geen tegenstelling, wat blijkt uit de verbondenheid aan bijvoorbeeld ds. F. Mallan, hoewel laatstgenoemde met zijn stellingname niet instemde. Dominee Mallan schreef onder meer: Ik heb verschillende sterfgevallen meegemaakt van mensen van wie men toch wel een goede gedachte mocht hebben, maar die voor hun sterven niet tot een bewuste geloofskennis zijn gekomen. Van het eigendom van Christus te mogen zijn. Maar wel mocht er een wonderlijke verruiming komen in de ziel, voor het sterven werd. Een mens moet staan naar zekerheid en niet rusten voor hij die ontvangen heeft.

Werd het standpunt van ds. Du Marchie in zijn kerken gedeeld?
„Ik denk aan ds. B. Toes, die een bevestigd man was. Als de gesprekken over de verzekering des geloofs gingen, nam hij wel eens Jan den Besten als voorbeeld. Dat was een man die de vreze des Heeren deelachtig was. Niemand twijfelde eraan of hij wel genade had verkregen, maar die toch niet de volle verzekerdheid des geloofs kende. Hij was geen opgelost mens, van wie...

Die term komt uit de mystiek. We kunnen beter spreken over een man voor wie de zaak niet opgelost was.
„Dat is zo, maar in het bevindelijke spraakgebruik komt deze uitdrukking nogal eens voor. Ds. Toes zei over Den Besten tegen zijn ambtsbroeder: Hoe kun je nou toch zeggen dat het met Jan nog alle kanten op kan? Toch vielen zijn mededienaren hem niet af. Ds. Joh. van der Poel zei over ds. Du Marchie: Nu hebben we één predikant die dit op deze manier leert. Laten we daar maar blij mee zijn in deze doorvloeiende dagen. Zij dachten hierover toch wat genuanceerder.

Nog even terug naar de persoon die u beschreven hebt. Hij werd door velen de baron genoemd.
„Ten onrechte. Daar heeft hij zich ook nooit voor uitgegeven. Het geslacht Du Marchie van Voorthuysen wordt beschreven in de serie Nederlands Patriciaat, het zogenaamde blauwe boekje, niet in het rode boekje: Nederlands adelsboek. De familienaam was oorspronkelijk Van Voorthuysen, in verscheidene varianten geschreven. De naam Du Marchie is in de negentiende eeuw toegevoegd.
Het is een deftig geslacht met een familiewapen, behorend tot het patriciaat, tot de aristocratie. Ds. Du Marchie had wel blauw bloed. Zijn moeder was jonkvrouwe A.J. Wttewaall van Stoetwegen. Zij was verwant aan en bevriend met oude, adellijke families, zoals haar stiefvader A.D. baron Van Heeckeren van Brandsenburg. Haar grootvader was jonkheer J.E. Godin de Pesters, haar zwager C.G.S. baron Van Heemstra.
De familie was rijk, zeer rijk zelfs. De rijkdom van de predikant was echter van een andere orde dan wereldse vermogens. Tot zijn 24e jaar baadde hij in de wereldse weelde van velen uit zijn voorgeslacht. Maar toen God in zijn leven kwam, konden danszaal, theater, bioscoop, een zeiljacht en zijn geliefde motorsport hem niet langer bekoren. Na die tijd werd het door hem beleefd wat in psalm 119:7 staat:
Uit al den schat van t grote wereldrond
is nooit die vreugd in mijn gemoed gerezen,
die k steeds in Uw getuigenissen vond,
door mij betracht, en andren aangeprezen.


„Hij voelde zich een boetgezant, geroepen om Gods gericht te verkondigen
Dr. W. van Vlastuin, docent dogmatiek aan het Hersteld Hervormd Seminarium, is afkomstig uit de Oud Gereformeerde Gemeenten. Hij werd niet alleen door ds. Du Marchie van Voorthuysen gedoopt, maar hoorde hem ook vele malen preken. „Zijn gestalte boezemde mij als kind diep ontzag in. Dat werd niet minder toen in mijn eigen leven de geestelijke dingen werkelijkheid werden. De ernstige prediking van ds. Du Marchie van Voorthuysen oefende een onweerstaanbare aantrekkingskracht op mij uit. Ik voelde dat de nood van de mens nooit diep genoeg gezegd kan worden.
Toen mijn ogen werden geopend voor de heerlijkheid van de Heere Jezus Christus, kon Du Marchie op een aangrijpende wijze het onderscheid tussen schijn en zijn verkondigen. Het toevallend recht was nog geen omhelzend recht, een geopenbaarde Christus nog geen toegepaste Christus. Het kwam aan op het puntje dat men Gods deugden liever had dan de eigen zaligheid. Verschillende keren sloot hij zijn prediking af met de woorden van Paulus uit 2 Korinthe 5 vers 20: Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christuswege: Laat u met God verzoenen. Als ik dan op zondagavond door de bossen naar het ouderlijke huis in Maarsbergen fietste, ontzette mij de ontzaglijke realiteit van God.
Ik heb het altijd in deze dienaar van God gewaardeerd dat hij het borgwerk van Christus centraal stelde. De prediking van Christus is geen geruststelling, maar verlossing in de eeuwige nood van ons leven. Dan mag het er best op het scherpst van de snede aan toegaan. Ik ga ervan uit dat hier ook de diepste motivatie van ds. Everard du Marchie van Voorthuysen lag. Hij was wars van halve bekeringen en wilde zondaren radicaal op Christus alleen funderen.
Hij voelde zich een boetgezant, geroepen om Gods gericht te verkondigen. Daarin wist hij zich verbonden met iemand als Theodorus van der Groe. Theologisch was er wel verschil. Men zou de theologie van ds. Du Marchie zo kunnen verstaan dat de gemeenschap met Christus tot stand komt door onze vernedering. Als men diep genoeg vernederd is en alle belang bij de zaligheid heeft verloren, gaat men over in Christus. In deze benadering herkennen we mystieke trekken uit de Middeleeuwen. Van der Groe noemt het in zijn boek Beschrijvinge van het oprecht en ziel-zaligend geloove een grouwelijke dwalinge om het geloof te reduceren tot een bepaalde ervaring en dat men daarom het uur van de wedergeboorte moet weten.


Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 maart 2009

Terdege | 92 Pagina's

De zoon van Bornia

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 maart 2009

Terdege | 92 Pagina's