Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGENRUBRIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENRUBRIEK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Volgens Prediker 11 vers 9 zouden jonge mensen zich mogen vermaken in de dagen van hun jeugd, ja zouden ze mogen ‘wandelen in de wegen van hun hart’. Hoe zit dat? Geeft de wijze prediker de jeugd hier permissie om te doen naar het goeddunken van hun hart? Maar dat hart is toch boos en verkeerd? Je kunt de wel gehoorde leuze, namelijk dat je maar ene keer jong bent, en daarom niet al te benauwd moet zijn, toch niet verdedigen met deze bijbelwoorden? Hoe moeten we dit toch duidelijk maken aan onze jonge mensen?

Zo luidt de vraag, die thans ter beantwoording voor ons ligt. Ik denk dat het de moeite waard is er op in te gaan. U kunt ook rustig uw dominee vragen er eens over te preken. Hoe komt een dominee aan zijn tekst, trouwens? In de regel zal hij door persoonlijk schriftonderzoek aan preekstof komen. De Heere kan hem bij een bepaald gedeelte bepalen. De situatie binnen de gemeente kan aanleiding zijn tot een preek, de bespreking op catechisatie, enzovoort. Maar het geeft niks als hij eens een verzoek krijgt om een bepaalde tekst te bepreken.

Maar nu dan het antwoord op de gestelde vraag. Laat ik eerst het deel weergeven waar ik op in zou willen gaan: “Verblijd u o jongeling! in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten, en in de aanschouwingen uwer ogen; maar weet dat God om al deze dingen, u zal doen komen voor het gericht. Zo doe dan de toornigheid wijken van uw hart en doe het kwade weg van uw vlees, want de jeugd en de jonkheid is ijdelheid. En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: ik heb geen lust in dezelve”, Prediker 11:9-12:1. Gods Woord roept hier de jonge mens op aan zijn Schepper te gedenken. Aan God denken we wel eens, maar dat wordt hier niet bedoeld. Het jonge hart wordt opgeroepen het denken op Hem en Zijn wil te richten, Hem in waarheid te zoeken en met Hem te rekenen. Het is niets minder dan een welmenende en dringende oproep tot bekering. Hij is onze Schepperen wij, Zijn schepselen moeten ons naar Hem richten.

Dit is niet de werkelijkheid. Het tegengestelde is waar. Dat is onze natuur. Maar dat is gevaarlijk. Vandaar die oproep tot bekering! Bedenk dat de Schepper ook de Herschepper is, Die door Woord en Geest het hart en leven vernieuwt naar Zijn wil en op ons gebed. Zoals we in diepe afhankelijkheid de Schepper in alle dingen nodig hebben, zo hebben we Hem ook nodig in geestelijk opzicht. Gedenken aan betekent dus ook: bidden tot! Om de genade van bekering en geloof.

De jongeling moet reeds aan zijn Schepper gedenken. Als de ouderdom aangeduid wordt met ‘kwade dagen’, zijn de dagen der jeugd dus ‘goede dagen’. Wie Hem vroeg zoeken, zullen Hem vinden. Uitstel is gevaarlijk, de kwade dagen kunnen zomaar aanbreken, daar hoef je niet oud voor te zijn. Bovendien kan de dood ook in je jeugd komen. Een jongen of meisje is immers slechts schepsel, tijdelijk, sterfelijk, voorbijgaand!

Bij het ouder worden komen er steeds meer zorgen. We spreken wel eens van een onbezorgde oude dag, maar de praktijk leert dat zorg en moeite bij het klimmen der jaren toenemen. Alles om der zonde wil. De tijd van de jeugd is veelal redelijk onbezorgd, zeker in vergelijking met latere 174 omstandigheden, als je de zorgen hebt van een bedrijf, een gezin, ambtelijke zorgen, gezondheidszorgen, enzovoort. Geniet dus van de jeugd, weer het kwaad, want de jeugd is ijdelheid, dat betekent: zo weer voorbij!

Wat is het nu toch vreselijk dat een mens er van nature geheel geen lust in heeft de Heere te zoeken. Zeker niet als we jong zijn en het leven ons (nog) toelacht en we onze idealen (nog) hebben. Bij het kind en de jongere zien we wat onze natuur is, zolang we leven, namelijk dat we geen lust hebben om de Heere te vrezen. Hoe vreselijk!

Er is een dringende reden om God te zoeken, namelijk het komend gericht. De bijbel spreekt niet van het gericht om ons bang te maken voor God, maar voor onszelf, voor de zonde! De bijbel geeft nergens een vrijbrief voor de zonde, ook in dit deel van Prediker niet. Het betekent dus niet: leef je maar uit en proef overal maar eens lekker van, want je bent maar ene keer jong en straks komen de zorgen wel!

Maar deze woorden betekenen wél, dat we de jeugd zouden moeten genieten als een heerlijke gave van God. Het is heerlijk om jong, sterk en gezond te zijn! Geniet er van! Maar dan wel zo, dat je in al deze dingen Gods goede hand mag zien en erkennen en aan Hem gedenken Die je dit alles rijkelijk geeft! Wat erg als een mens Gods gaven, zoals kracht, leven en gezondheid gebruikt voor eigen vermaak en genot, en de goede Gever...vergeet!

Let er op dat Gods Woord van een jonge man niet vraagt zich te gedragen, zich te kleden, en te spreken als een oude man! Bedenk dat de Heere van een jonge vrouw nergens vraagt zich bijvoorbeeld slechts in het donker of in het zwart te vertonen. En als de Heere een jongen van 10 jaar bekeert, dan blijft dat een jongen van 10 jaar! Maar wel een jongen die God vreest. Worden ze wel gevonden onder ons, jongens en meisjes die de Heere vrezen, teeners die een lust hebben om God te behagen, jongelui die het smalle pad mogen bewandelen? Ik stel die vraag met grote nadruk. Ik durf niet te zeggen dat er in het geheel geen Godsvreze is onder jonge mensen. Laten we niet te klein van God denken. Toch is er een grote nood in deze tijd. Kerkverlating, daar horen we wel van. Jongeren die en kerkelijk meeleven en met de wereld meedoen, daar horen we ook van. Ouders, als uw kinderen Bewaar het Pand laten liggen, en grootouders, die dit leest, geeft het uw kinderen te lezen, en begin eens een gesprek met hen over deze dingen. Of moet ik vrezen dat ook uw hart nog koud is voor God en warm voor de tijdelijke dingen? Zien onze jonge mensen de Godsvreze bij hun ouders in de praktijk van het dagelijks leven? Misschien dat u ze voorgaat in een uitwendig godsdienstig leven, een leven van ‘smaak niet en raak niet en roer niet aan’. Misschien waarschuwt u ze op een bepaalde manier met veel bangmakerij voor de hel? Laat ook dat onder ons niet gevonden worden! Ik denk aan die oude, lieve man, die nu al weer jaren juicht voor Gods troon. Hij was een echte oude man en mocht zich dus ook zo gedragen. Maar hij liep de jeugd niet voorbij en meerdere malen als ik hem ontmoette, kneep hij me in m’n arm, ik kon niet weglopen, ik wilde het ook niet hoor, maar hij zei dan: Zeg, heb je ook geen lust om die lieve God te vrezen? En je voelde, die man heeft iets, dat jij ook graag zou willen hebben. Nu, zo gunnend is Prediker ook, zo gunnend is de Schepper ook, echt hoor!

Hoe heerlijk dus, om jong te zijn, laat de jeugd ervan genieten; de dagen der duisternis kunnen zo veel zijn en zo lang duren. Maar laat hij met de goede gaven van jeugd, kracht, leven en gezondheid aan zijn Schepper gedenken. Dat we toch leerden de zonde te vrezen en verzoening en vernieuwing te zoeken bij de Heere Jezus. In het kennen van de Heere ligt het echte leven, de ware vreugde en een zekere toekomst.

Tot zo ver de beantwoording. Meer vragen zijn welkom!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 augustus 2004

Bewaar het pand | 12 Pagina's

VRAGENRUBRIEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 augustus 2004

Bewaar het pand | 12 Pagina's