Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zelfverloochening hoe ver gaat dat?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zelfverloochening hoe ver gaat dat?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het woord, , zelfverloochening" zoals wij dat kennen, komt in de Bijbel niet voor. Maar toch leert de Bijbel ons wel heel duidelijk wat het inhoudt. Volgens het woordenboek moeten we onder zelfverloochening verstaan: het verloochenen van eigen belangen of gevoelens ten gunste van anderen". „Verloochenen" is een woord dat wel verschillende malen in de Heilige Schrift gebruikt wordt. Van Petrus weten we bijvoorbeeld dat hij de Heere Jezus verloochend heeft door te zeggen: Ik ken de Mens niet" (Mark. 14 : 71). Eigenlijk is zelfverloochening ook zeggen: Ik ken de mens niet", maar dan tegen jezelf. Het is „ nee" zeggen tegen je eigen belangen en gevoelens, er niet naar willen luisteren en er niets mee te maken willen hebben. Ten diepste is zelfverloochening het afsterven van de oude mens der zonde. Calvijn noemt zelfverloochening „de hoofdsom van het christelijke leven" (Institutie Boek III, hoofdstuk VII).

Zelfverloochening ten opzichte van elkaar

Zelfverloochening heeft in de eerste plaats alles te maken met onze houding ten opzichte van elkaar. De Bijbel spreekt hierover met woorden als „ootmoed" en „zelfvernedering". In Fil. 2 : 4 lezen we: Een iegelijk zie niet op het zijne, maar een iegelijk zie ook op hetgeen der anderen is". Dat wil zeggen: et nu eens niet in de eerste plaats op je eigen voordeel, eer en gemak, maar vraag je nu eens af wat de ander tot voordeel en stichting kan zijn.

Wat gemakkelijk is het om dat te zeggen, maar wat is het moeilijk om dat in praktijk te brengen. Het betekent immers juist het tegenovergestelde van wat wij vaak doen, namelijk ten koste van anderen proberen vooruit te komen. Wat zoeken wij vaak ons eigen voordeel, wat gebruiken ook wij vaak onze ellebogen. Als wij het maar goed hebben, als ons maar niets ontbreekt, dan trekken we ons van anderen niet zoveel aan. En onze eigen eer, wat komen we daarvoor op!

Daarvoor trappen we anderen de grond in, en denken we stiekem dat we beter zijn omdat we anderen veroordelen. Hoe vaak maken we ons daaraan niet schuldig, juist als we van huis uit zo goed weten hoe het hoort. Onszelf verloochenen is het moeilijkste dat er bestaat. Zelfverloochening moet geleerd worden, daarover straks meer.

Zelfverloochening ten opzichte van de Heere

Hoe moeilijk zelfverloochening is, blijkt vooral als we erop letten dat deze volgens de Bijbel niet alleen horizontaal gericht moet zijn, maar in de eerste plaats vertikaal. Zelfverloochening heeft alles te maken met de juiste verhouding tot de Heere.

Het wil zeggen dat we de eer van God moeten zoeken, meer dan die van onszelf. „Zelfverloochening" betekent in dit verband „nee" zeggen tegen ons eigen verstand en inzicht, en op de Heere alleen leren vertrouwen. Maar ook ons eigen gevoel, en onze eigen wil kruisigen, en Gods wil als de enige leren

aanvaarden. Hoe moeilijk dat soms ook is.

Hoe vaak zoeken we juist in dit vertikale vlak onze eigen eer niet? Moest Paulus niet klagen over zijn medewerkers: Ze zoeken allen het hunne, niet hetgeen van Christus is" (Fil. 2 : 21). Laten we eerlijk zijn, hoe vaak zoeken we onszelf, en niet de Heere, zelfs in onze godsdienstplichten. Is ons werk op de vereniging soms niet een zoeken van onszelf? En ons kerkgaan, en ons bidden dan? De Heere Jezus zegt van de farizeeërs dat ze hun eigen eer zochten, bij al hun bezig zijn in de Schriften. De farizeeërs misten de liefde, waarvan geschreven staat, „zij zoekt zichzelf niet", en daarom misten ze alles, ook de zelfverloochening. Nogmaals, zelfverloochening in bijbelse zin ten opzichte van de Heere en ten opzichte van elkaar, is het moeilijkste dat er bestaat!

Zelfverloochening, een levensles!

Zelfverloochening moet geleerd worden, zei ik net. Zelfverloochening wordt ook geleerd, namelijk op de school van de Heilige Geest. De Heere gebruikt daar vaak het kruis voor in ons leven. Het verband tussen zelfverloochening en kruisdragen vinden we bijvoorbeeld in het gebed na het Heilig Avondmaal, waar staat: „Verleen ons ook Uw genade dat wij getroost ons kruis op ons nemen, onszelf verloochenen, onze Heiland belijden enz.". Heel sterk wordt dit verband ook benadrukt door Calvijn, die in de Institutie enkele hoofdstukken wijdt aan „het dragen van het kruis, hetwelk een deel is der zelfverloochening" (Boek III, hoofdstuk VIII).

Als de weg van de Heere zo anders is dan wij gedacht hadden, als het kruis ons op de schouders wordt gelegd, heel onverwachts soms, dan moet zelfverloochening in praktijk gebracht worden. Want wie zijn kruis niet dagelijks opneemt en Hem nadraagt, die kan Zijn discipel niet zijn.

En dan blijkt altijd, juist in die omstandigheden, hoe weinig zelfverloochening we nog geleerd hebben. Dan worden vele moedeloos of opstandig. Dat was in de tijd van de Heere Jezus zo (lees Joh. 6 : 66), maar is nu ook nog zo. Ook Gods kinderen blijken in tijden van tegenspoed en kruis nog zo weinig zelfverloochening te kennen. Komt dat niet omdat ze zo weinig zien op de Heere Jezus, Die Zichzelf volkomen verloochend heeft? De Bijbel zegt het zelfs nog sterker: Hij heeft Zichzelf vernietigd, de gestalte van een dienstknecht aangenomen hebbend" (Fil. 2 : 7). Zijn leven was zelfvernedering, zelfverloochening tot de dood toe. Niet alleen ten opzichte van anderen (denk eens aan de voetwassing Joh. 13), maar ook ten opzichte van God Zijn Vader, want Hij is gehoorzaam geweest aan Zijn Vader tot de dood, ja de dood des kruises, lezen we in hetzelfde verband.

En daarin houdt de Heere ons nu als het ware een spiegel voor, om Zijn voorbeeld na te volgen, om zoals Hij gedaan heeft ook te doen (Joh. 13 : 15). Daar roept de apostel ons ook toe op, als hij schrijft: Dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was" (Fil. 2 : 5). Dezelfde gezindheid, hetzelfde gedrag, dezelfde zelfopoffering wordt van ons gevraagd, opdat we zullen graag vragen: Heere Jezus, maak ons Uw beeld gelijk".

Want de zelfverloochening van de Heere Jezus is veel meer dan een voorbeeld, zij is een deel van Zijn Borgwerk. Dat wil zeggen dat de Heere als Borg voor al de Zijnen volbracht heeft, wat zij nooit meer volbrengen kunnen. Juist in de zelfverloochening, waarin zij zoveel tekort komen, is Hij hun volkomen Borg. En als vrucht van dat Borgwerk wordt er zelfverloochening geleerd, door mensen die met hun tekort aan zelfverloochening aan Zijn voeten terecht komen, en het dan mogen horen: Leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart" (Matth. 11 : 29b). Alleen ziende op Hem, Die Zichzelf volkomen verloochend heeft, wordt er zelfverloochening ontvangen. Lees maar Hebr. 12:3: Want aanmerkt Deze, Die zodanig een tegenspreken van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet verflauwt en bezwijkt in uw zielen". Zelfverloochening is vrucht van een gelovig zien op Christus.

Zelfverloochening, hoe ver gaat dat?

Nu kunnen we tenslotte de praktische vraag proberen te beantwoorden hoever zelfverloochening moet gaan. Eigenlijk is dit verkeerd gezegd, want, je hebt het al

begrepen, zelfverloochening mag geen „moeten" zijn. Zelfverloochening veronderstelt de liefde, en de liefde „moet" nooit, maar „mag". Zonder de liefde is de zelfverloochening nooit ver genoeg. Ze gaat even ver als de liefde.

Hoe ver de liefde gaat lezen we bijvoorbeeld in 1 Kor. 13, het loflied op de uitnemendheid van de liefde. „De liefde is lankmoedig, zij is goedertieren, zij is niet afgunstig, zij bedekt alle dingen, ze gelooft alle dingen, ze hoopt alle dingen, ze verdraagt alle dingen", lezen we daar onder andere. Die echte liefde komt van God, en die alleen doet ons onszelf verloochenen.

Misschien word je wel eens bespot of uitgescholden, omdat je bij die „fijnen" hoort, die nog tweemaal op een zondag naar de kerk gaan. Wat kan dat pijn doen, juist als je jong bent. Maar ook dan vraagt de Heere zelfverloochening van je, die evenver gaat als de liefde, die alle dingen verdraagt. Dat kan soms heel moeilijk zijn, en is in eigen kracht zelfs onmogelijk. Maar denk dan eens aan wat de apostel Petrus schrijft, als hij het heeft over de zelfverloochening. Petrus was bepaald niet iemand die z'n karakter meehad als het op zelfverloochening aankwam. Maar hij had veel geleerd van zijn grote Meester, ook wat dit betreft. En daarom schrijft hij: Die, als Hij gescholden werd niet weder schold, en als Hij leed niet dreigde; maar gaf het over aan Dien die rechtvaardig oordeelt" (1 Petr. 2 : 23). Hoe ver gaat de zelfverloochening dan? Evenver als het voorbeeld dat de Heere Jezus ons in dezen nagelaten heeft.

Zelfverloochening ten opzichte van vrienden is al heel moeilijk. Maar het geldt even zeer ten opzichte van vijanden. Ook in de omgang met mensen die onverdraagzaam zijn, moet dit gevoelen van Christus in ons zijn. Denk aan de woorden uit de Bergrede: „Zo iemand u op de rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe.... Zo wie u zal dwingen één mijl te gaan, ga met hem twee mijlen". Dat wil zeggen, liever dan ons te wreken en onze vijanden met gelijke munt te betalen, worden we geroepen om haat met liefde te beantwoorden. Die zelfverloochening ten opzichte van onze naasten is onmogelijk, als we onszelf niet hebben leren verloochenen ten opzichte van de Heere. Dat zie je bijvoorbeeld bij Paulus. Het eerste, echte gebed van zelfverloochening was: „Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal? " En dat gebed heeft hij vanaf die tijd steeds weer opnieuw moeten bidden. De opsomming van al de wederwaardigheden tijdens zijn zendingswerk, dat zonder zelfverloochening onmogelijk zou zijn geweest, is wat dit betreft overduidelijk (2 Kor. 10). Zelfverloochening heeft ook een gezegende vrucht. In de gevangenis te Filippi zongen Paulus en Silas Gode lof, en de gevangenen hoorden naar hen. Ze mochten ondervinden dat wie zijn leven verliezen zal, het zal vinden. Die zal het echte leven vinden, dat God nog uit genade wil geven. Dan wordt alles genade, zelfs het lijden om de naam van Christus, zelfs de zelfverloochening. Dan gaan we proeven wat het doopformulier bedoelt als er wordt gebeden om „het kruis, Hem dagelijks navolgende, vrolijk te mogen dragen".

Dat leven van de zelfverloochening vraagt enerzijds alles; het kost alles, want het kost onszelf. Maar het is tegelijk het rijkste leven dat er bestaat. Dan wordt ervaren dat het juk van Christus zacht, en Zijn last licht is. Zoek dat leven bij Hem, jongelui, die Zichzelf ten volle verloochend heeft, toen Hij bad: „Niet Mijn wil, maar de uwe geschiede".

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juli 1986

Daniel | 32 Pagina's

Zelfverloochening hoe ver gaat dat?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juli 1986

Daniel | 32 Pagina's