Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theodorus van der Groe

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theodorus van der Groe

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(IV)

Zijn biddags preken

De bijnaam „de laatste ziener", waaronder Theodorus van der Groe bij een bepaald deel van ons volk voortleeft, heeft hij voornamelijk te danken aan een tweetal bundels „boete-en biddagspredikaties", die tot op de dag van vandaag gekocht en gelezen worden.

We moeten hier niet denken aan de bid-en dankdagen voor gewas en arbeid. zoals die in onze tijd, met name op het platteland, nog in ere worden gehouden. Behalve deze dagen kenden onze vaderen nog „algemene boete-, dank-, vast-en bededagen, " die door de plaatselijke of landelijke overheid werden uitgeschreven, bijvoorbeeld wanneer er ziekten heersten of wanneer er oorlogen of andere rampen dreigden.

Dat oproepen tot boete en bekering vinden we door de gehele Nadere Reformatie heen. We kennen biddagspreken van Petrus van den Hagen, Jodocus van Lodenstein, Bernardus Smytegelt, Joachim Mobachius en vele anderen. Met enige variatie keert bij hen allen steeds hetzelfde thema terug: „O land, land, land, hoor des Heeren Woord."

Deze biddagen hadden dus meestal een nationaal, soms zelfs een politiek karakter. In sommige preken, bijvoorbeeld van Smytegelt, treffen we een scherpe analyse aan van de politieke of economische toestand waarin het land zich op dat ogenblik bevond. Waaruit blijkt dat onze vaderen terdege kennis namen van het nieuws van hun dagen en clat ze niet „tijdloos" preekten. En waaruit wij dan weer de conclusie mogen trekken dat ze, wanneer ze in onze tijd hadden geleefd, eveneens een open oog zouden hebben gehad voor de problemen, waarmee wij nu te maken hebben.

De twee bundels biddagspreken van Van der Groe (de eerste 14, de tweede 16 preken bevattend) zijn alle bij dergelijke gelegenheden van de kansel te Kralingen uitgesproken, en later verzameld en uitgegeven. Ze behandelen veelal Oudtestamentische stoffen (teksten uit Jesaja, [eremia, Hosea, Amos) maar ook enkele Nieuwtestamentische. Ze geven dikwijls een beknopte, maar toch grondige en duidelijke verklaring van de tekst; daarna wordt de hele stof toegepast op „Neêrlands kerk en burgerstaat."

De biddagspreken van Van der Groe hebben een sterkprofetische inslag. Niet alleen omdat hij het Woord van de levende God met gloed en bezieling wist te brengen aan de mensen van zijn tijd

en het wist te plaatsen in de situatie van die tijd (als zodanig is iedere trouwe en bezielde prediker een profeet) maar ook omdat hij met grote stelligheid sommige dingen heeft voorzegd, die inderdaad later uitgekomen zijn. Dat blijkt ook uit een minder bekend werkje, dat tot titel heeft: „Een echt verhaal van de zaken en werkzaamheden, waar de Heere mij door Zijn Geest toe verwaardigd heeft, enz." Naar aanleiding van Van der Groe's profetische uitspraken merkt een levensbeschrijver schamper op: „Zijn Eerwaarde wilde kennelijk de indruk wekken, in een speciale verbinding met de Allerhoogste te staan en inzage te hebben genoten van Diens boeken."

Nu zullen ook wij, die tot de geestverwanten van Van der Groe gerekend willen worden, hier cle uiterste voorzichtigheid moeten betrachten. Wij leven niet meer onder het Oude Testament, toen de Heere onmiddellijk sprak door de mond van Zijn profeten. Wij leven onder de veel rijkere Nieuw-Tes tarnentische bedéling: wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is" (2 Petr. 1 : 19) en „daarop hebben we acht te geven, ' niet op gezichten, visioenen of bijzondere openbaringen van overigens begenadigde mensen, welke zaken immers geheel buiten de controle van het Woord vallen. En waar de spanning tussen Woord en Geest te groot wordt, daar dreigt het gevaar van geestdrijverij, waarvoor, naar het woord van Alex. Comrie, „elk mens van nature zéér open ligt."

We willen hiermee niet ontkennen dat de Heere voor sommigen van Zijn kinderen of knechten weieens een tipje kan oplichten van de sluier, die over cle toekomst hangt. Maar het is hoge uitzondering, die nooit tot regel of zelfs tot kenmerk mag worden verheven. En naarmate Gods kinderen méér genade en licht hebben, zullen ze hierin voorzichtiger te werk gaan en niet terstond stad en land afreizen om de „gezichten" bekend te maken. Dat laatste gebeurt immers niet zozeer om cle boodschap zelf als wel om de indruk te vestigen, dat het toch wel bijzondere mensen zijn, aan wie de Heere in zo'n donkere tijd nog iets te zien geeft! En zo „offert men aan zijn garen en rookt men aan zijn net."

Het kan geen kwaad, deze dingen nog eens vast te stellen, nu nog kortgeleden in bepaalde streken van ons land een prediker de mensen verontrustte met de vage mededeling: „Er zal iets gebeuren, maar de Heere heeft mij verboden het te zeggen." Zulke taal spraken de echte profeten niet; zij omschreven nauwkeurig wat ze gehoord en gezien hadden! Men kan dan ook dergelijke sensationele „berichten" gevoeglijk naast zich neerleggen met een beroep op Jesaja: „Zo ze niet spreken naar dit Woord, ze zullen geen dageraad hebben."

Intussen zijn we wat afgedwaald van Van der Groe, clie gelukkig voor der-gelijke uitwassen bewaard is gebleven. Daarvoor was, hij een té Schriftuurlijk theoloog. Dat blinde vereerders (zoals bijvoorbeeld Jan Mazereeuw, „de profeet van Opperdoes") misbruik van hem hebben gemaakt en hem zelfs hebben nageaapt, doet daaraan niets af.

Op enkele andere aspecten van de biddagspreken zullen we in een volgend artikel nog nader ingaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1961

Daniel | 8 Pagina's

Theodorus van der Groe

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1961

Daniel | 8 Pagina's