Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET VONNIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET VONNIS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om u enig inzicht te geven in de kerkelijke rechtspraak van thans zullen we hier de gronden laten volgen waarop de uitspraak van de provinciale commissie voor het opzicht in de provincie Gelderland berust, waarbij de wettig gekozen kerkeraadsleden van IJzendoorn werden ontzet uit hun ambt:

1. dat verweerders niet bereid zijn gevonden, hun grieven in een persoonlijk onderhoud met klager te bespreken, aangezien zij deze ambtsdrager als onbetrouwbaar beschouwen, hetgeen op zichzelf reeds een loyale en royale samenwerking in de kerkeraad van IJzendoorn onmogelijk maakt.

2. dat zij niet duidelijk en ondubbelzinnig geantwoord hebben en niet bereid zijn dit thans te doen, op de aan hen te stellen eis, hun ambtsplichten volkomen te vervullen, voor wat de ouderling betreft omschreven in ord. 14 art. 1 en ord. 10.1.1. en 10.5.1 en 2, voor wat de diakenen betreft in ord. 15 en ord. 10.5.2; voor wat beide ambten betreft in art. IV der kerkorde.

3. dat uit de door en namens verweerders afgelegde verklaringen duidelijk is komen vast te staan, dat verweerders niet bereid zijn om van harte de gemeente te vergaderen rond Woord en Sacrament, voorwat de ouderling betreft het dragen van medeverantwoordelijkheid voor de bediening des Woords en het rechte gebruik van de sacramenten, voorwat de diakenen betreft de ambtelijke tegenwoordigheid, in het bijzonder ook voor de leiding van het inzamelen der gaven en het dienen aan de Tafel des Heeren.

4. dat verweerders de weg tot de viering van het Heilig Avondmaal op 28 November 1954 bewust hebben versperd, door over deze beslissing eerst nog een kerkeraadsvergadering aan te vragen, en daarna, in strijd met hun eigen voorstel, aldaar op 19 November afwezig te zijn, respectievelijk die vergadering onwettig te verklaren, zich beroepend op de voorgeschreven termijn van zeven dagen. hetgeen in de ogen der commissie moet gezien worden als een bewuste poging om de kerkelijke gang van zaken te IJzendoorn te dwarsbomen.

5. dat zij volharden in een dubbelzinnige positie waarbij zij enerzijds met de mond verklaren, alle ambtsplichten hun opgedragen in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en naar de bepalingen der kerkorde te willen behartigen, maar anderzijds wat betreft hun negatieve houding zich beroepen op een clausule, toegevoegd aan de verklaring van 10 Mei 1952, welke aan de mondeling gegeven beloften alle zekerheid ontneemt.

6. dat verweerders nalatig zijn gebleven in de vervulling van hun ambt van ouderling resp. diaken en dat zij door hun weigering tot broederlijke samenspreking ondanks herhaald plaats gehad hebbend herderlijk vermaan, voortgaan het leven der kerk op ernstige wijze te verstoren, zodat het onvermijdelijk is geworden een ernstige maatregel tot handhaving der kerkelijke tucht op verweerders toe te passen.

We willen enkele aantekeningen maken bij deze gronden, die aangevoerd worden.

1. Verweerders zijn wel bereid gevonden hun grieven in een persoonlijk onderhoud met Ds Schokking te bespreken, maar de ervaring heeft hen geleerd, dat het beter is deze samenspreking te houden in aanwezigheid van een kerkvisitator. Is dat geen goede gang van zaken in de kerk? Aan deze grond is hiermee elke grond ontnomen.

2. De kerkeraadsleden van IJzendoorn hebben wel duidelijk en ondubbelzinnig geantwoord dat ze hun ambtsplichten zullen vervullen in gehoorzaamheid aan de H. Schrift en naar de orde van de kerk. Dat is ook duidelijk uitgesproken toen ze voor de provinciale commissie voor het opzicht verschenen zijn. We kunnen niet begrijpen, dat men een dergelijke grond voor dit vonnis kan aanvoeren.

3. Onbegrijpelijk is ook hetgeen onder 3 wordt aangevoerd. De kerkeraadsleden hebben juist al het mogelijke in het werk gesteld, dat de evangelisatie te IJzendoorn zou verdwijnen door een tweede dienst in te leggen voor de hervormd gereformeerden in de gemeente. En ze hebben er daarbij op gewezen, dat de scherpe tegenstellingen, die in IJzendoorn gegroeid waren, daardoor kleiner zouden worden. Daardoor zou de gemeente IJzendoorn weer vergaderd kunnen worden rondom Woord en Sacrament. De predikant wilde een dergelijk voorstel zelfs niet in behandeling nemen en nergens in de kerk hebben de kerkeraadsleden recht kunnen vinden. Wat men van de diakenen durft te schrijven is helemaal onbegrijpelijk. Welke grond heeft men toch voor dergelijke beschuldigingen? Mag hierop nu een dergelijk zwaar vonnis rusten?

4. De kerkeraadsleden van IJzendoorn hebben maandenlang aangedrongen op het houden van een kerkeraadsvergadering. Dat gebeurt niet. Per brief vraagt Ds Schokking of men er mee instemt of er op 28 November Avondmaal zal zijn. Voorheen werd dit zelfs niet gevraagd, maar een commissie uit de kerk had toch verklaard, dat de kerkeraad het Avondmaal vaststelt. Daarop zeggen de kerkeraadsleden: Deze zaak moet in een vergadering besproken worden in de hoop dat nu eindelijk eens een kerkeraadsvergadering gehouden zal worden. Enkele uren van te voren krijgt men dan een oproep om ter vergadering te komen. Dat is onwettig. De andere kerkeraadsleden kunnen niet aanwezig zijn, de scriba gaat naar de vergadering om er op te wijzen, dat de termijn om een vergadering samen te roepen niet in acht genomen is. Omdat men niet aanwezig kan wezen en omdat men wijst op een bepaling van de kerkorde wordt men afgezet. Een predikant die geen vergadering wil houden, die zelfs geen gelegenheid geeft om zeer belangrijke zaken te bespreken, schijnt recht te hebben en recht te staan. Hoe het overigens mogelijk is om in zo'n verschrikkelijke toestand Avondmaal te vieren is ons een raadsel. Maar dat is heel gewoon naar het schijnt.

5. De kerkeraadsleden van IJzendoorn hebben steeds verklaard, dat ze Ds Schokking na alle uitspraken van de kerk hebben te aanvaarden naar de orde van de kerk. Ze zijn er echter van overtuigd, dat Ds Schokking niet beroepen is door de gemeente. Hij is alleen op formele gronden door een ongelukkige samenloop van omstandigheden destijds voor rekening van IJzendoorn gesteld. Ze hebben echter moeten buigen voor het recht der kerk. Ze zijn wettig geroepen door de gemeente en daarom hebben ze hun roeping willen vervullen, hetgeen hen nu onmogelijk gemaakt wordt.

6. Met geen enkel feit wordt deze beschuldiging gestaafd, dat ze nalatig gebleven zijn in de vervulling van hun ambt. Dat zijn dan de gronden van dit vonnis. Zal de synode ook hierin rustig toezien?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 november 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

HET VONNIS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 november 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's