Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het avondmaal in de catechismus (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het avondmaal in de catechismus (2)

De beloften in het avondmaal zijn verankerd in het Woord van de Belover

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

We vervolgen onze serie over de plaats en functie van het heilig avondmaal in de Heidelbergse Catechismus. We gaan nu een stapje verder en vragen ons af op welke wijze het heilig avondmaal de functie van een versterking van het geloof kan zijn. Dan zijn we bij vraag 75 en 76 uit zondag 28. De catechismus zegt daar dat we in het avondmaal herinnerd en verzekerd worden. De HC benadert dit van twee kanten, namelijk vanuit wat Christus doet en vanuit wat de avondmaalsganger doet.

Wat doet Christus? Allereerst is Hij het die het avondmaal heeft ingesteld (o.a. in Matth. 26). We moeten het houden met brood dat gebroken wordt en met wijn die vergoten wordt. Hij heeft ons daarbij iets heel bijzonders beloofd. Zoals ik zie dat het brood gebroken wordt en mij gegeven wordt en de wijn vergoten wordt en in de beker aan mij gegeven wordt, zo heeft Christus zijn lichaam en bloed voor mij gegeven.
Brood en wijn zijn dus tekenen van de betekende zaak, nl. het lichaam en bloed van Christus. Maar er is meer. Niet alleen is het: zoals …..zo, maar ook zo zeker als……… zo zeker. Dus ook: zo zeker als ik zie dat het brood gebroken wordt en mij gegeven wordt en de wijn vergoten wordt en in de beker aan mij gegeven wordt, zo zeker heeft Christus zijn lichaam en bloed voor mij gegeven.
Brood en wijn zijn zodoende niet alleen tekenen van de betekende zaak, nl. het lichaam en bloed van Christus, maar ook de bezegeling ervan. In het eerste ( zoals- zo)zit het onderricht dat ik als gelovige nodig heb, in het tweede (zo zeker als, zo zeker) zit de verzekering, de versterking die ik ontvang om te volharden in het geloof. We zien hier al meteen dat Christus centraal staat in het avondmaal, we kunnen ook zeggen: Christus door zijn Geest.

De Heilige Geest
Christus zelf is lichamelijk in de hemel na zijn hemelvaart. Maar dat is geen verhindering om ook in het Avondmaal aanwezig te zijn en om met Hem in het avondmaal verenigd te worden. Want de Heilige Geest overbrugt de afstand en verenigt ons met Christus in de hemel, door onze harten opwaarts te richten (het sursum corda). Christus is door de H. Geest aanwezig bij ons op aarde. Onze harten zijn door de Heilige Geest verenigd met Christus in de hemel.
Zo is Christus de primair handelende in het avondmaal. Het is zijn maaltijd. Hij is de Gastheer. Hij doet alles wat nodig is om het avondmaal tot zijn avondmaal te maken. Het wordt zo treffend tot uitdrukking gebracht in de woorden die gesproken worden bij het uitdelen van brood en wijn in het klassiek gereformeerde avondmaalsformulier: het brood dat wij breken is de gemeenschap aan het lichaam van Christus. Neemt, eet, gedenkt en gelooft, dat het lichaam van onze Heere Jezus Christus is verbroken tot een volkomen verzoening van al onze zonden. En zo ook bij de beker met wijn.
Wanneer we deze woorden horen, merken we ook al dat het in het avondmaal niet alleen gaat om wat Christus doet, maar ook om wat wij als avondmaalsgangers doen. Niet als primair handelenden, maar wel als secundair handelenden. Avondmaalsgangers zijn niet passief, maar actief, ze nemen namelijk het lijden en sterven van Christus met een gelovig hart aan (76). Precies daardoor delen ze in het heil van Christus, de vergeving van zonden en het eeuwige leven.
Wij eten het brood en drinken de wijn met onze mond en tegelijk eten wij het vlees, het lichaam van Christus en drinken zijn bloed, maar dan niet met onze mond, maar met onze ziel of met ons hart. Zoals Johannes 6 zegt: Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven. Want mijn vlees is het ware voedsel en Mijn bloed is de ware drank (Joh. 6:54, HSV).

‘Unio Mystica’
Van grote betekenis is wat wij noemen de ‘unio mystica’ met Christus, de geloofsgemeenschap met Christus, die de Heilige Geest bewerkt. We worden door het eten en drinken met de mond en met het hart door de Geest aan de tafel met Christus verenigd en daardoor wordt het geloof versterkt. Hiermee neemt de HC afstand van de avondmaalsopvatting van Zwingli, volgens wie het avondmaal alleen maar een gedachtenismaaltijd is van het lijden en sterven.
Brood en wijn zijn dan alleen maar symbolen, het teken en de betekende zaak zijn alleen maar verbonden in het gedenken van het offer van Christus door de avondmaalsgangers. Zo is het dus niet. Dan misken je de ‘unio mystica’ van de gelovigen met Christus in het avondmaal. Maar wie de avondmaalsopvatting van Zwingli afwijst hoeft nog niet tot een Lutherse opvatting te geraken, volgens welke de betekende zaak, het lichaam en bloed van Christus zozeer met de tekenen, namelijk het brood en de wijn verbonden zijn, als in een gloeiend ijzer het vuur en ijzer vermengd zijn en dus onafscheidelijk van elkaar zijn.
Nee, de catechismus is een leerling van Calvijn, die sterk de werking van de Heilige Geest in het avondmaal heeft beklemtoond. De Heilige Geest doet ons door brood en wijn te eten en te drinken zo de dood des Heeren gedenken dat we in het geloof verenigd worden met Hem die zich voor ons overgaf, Jezus Christus.
Zo worden we werkelijk deelgenoot van Hem en van zijn heil. Bij Calvijn zijn dus het christologisch aspect en het pneumatologisch aspect nauw met elkaar verbonden, zelfs zozeer dat ze niet zonder elkaar kunnen. Waar deze vereniging met Christus door de Geest ontbreekt, dus bij de ongelovigen, daar eet en drinkt men wel brood en wijn, de tekenen, maar niet de betekende zaak, het lichaam en bloed van Christus.
Om de betrouwbaarheid van wat het avondmaal schenkt kort te sluiten stelt de HC de vraag: hoe weet je nou dat dit allemaal waar en dus betrouwbaar is? Waarom kun je er nou echt van op aan dat je met je ziel zo zeker het lichaam van Christus eet, als je met de mond het brood eet en zo zeker met je ziel het bloed van Christus drinkt, als je met je mond de wijn drinkt?
Dan verwijst de HC naar het feit dat Christus dat zelf heeft beloofd toen Hij het avondmaal instelde. Het Woord van zijn belofte schept deze werkelijkheid. Die belofte staat met zoveel woorden vast in 1 Kor. 11 en 1 Kor. 10. Zijn belofte is nooit leeg, maar is waar en werkelijk. Want die is verankerd in het Woord van Degene die het beloofd heeft, Jezus zelf.


Dit artikel is het tweede deel van een bewerking van de lezing, die prof. dr. W. Verboom heeft gehouden tijdens de openbare bijeenkomst van de Vereniging Protestants Nederland, op 21 april 2012 in Zwijndrecht. Het thema was ‘Rome en Reformatie over het Heilig Avondmaal’. Co-referent was de rooms-katholieke prof. dr. A.H.C. van Eijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 2013

Protestants Nederland | 32 Pagina's

Het avondmaal in de catechismus (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 2013

Protestants Nederland | 32 Pagina's