Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Controle op de visserij door derde landen in de EEG-wateren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Controle op de visserij door derde landen in de EEG-wateren

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door de heren van Rossum en Koningh (DS'70) zijn een poosje geleden over deze problematiek vragen gesteld aan de ministers van Landbouw en Visserij en Buitenlandse Zaken. Het antwoord is inmiddels binnen. Wij zullen eerst de vragen en vervolgens de antwoorden afdrukken.

VRAGEN

Welke controle wordt uitgeoefend op de door derde landen na te leven beperkingen waaraan zij gebonden zijn om de visserij binnen de EEG-wateren voorlopig te mogen blijven uitoefenen?

Welke tegenprestaties leveren de in vraag 1 bedoelde derde landen, waaronder Rusland, voor het verkrijgen van deze voorlopige rechten? Zijn de Ministers het ermee eens dat aan landen, welke geen tegenprestatie leveren, geen visrechten verstrekt behoren te worden?

Welke maatregelen worden er in de EEG, c.q. Nederland getroffen om vissersvaartuigen uit derde landen, waarmee niet tot overeenkomst gekomen kan worden, uit de EEG-wateren te verwijderen?

Welke waarde hechten de Ministers aan het dreigement van één van de Engelse kustvissersorganisaties, over te gaan tot een blokkade van de continentale visserijliavens?

Welke maatregelen denken de Ministers tegen zo'n eventuele blokkade te treffen?

Zijn de Ministers er met het georganiseerde bedrijfsleven van overtuigd, dat het weren van vissers uit de andere lid-staten uit een eenzijdig geproclameerde Britse visserijzone voor de Nederlandse visserij onaanvaardbaar is?

Delen de Ministers de mening, dat voorkomen moet worden dat een EEG-quoteringsregeling misbruikt zal worden voor compensatie van vissers die visgronden verliezen in gebieden buiten de EEG-wateren, indien dit het gevolg zal hebben een relatieve achteruitgang bij de toewijzing van quota aan de vissers, die zich steeds op de visserij in EEGwateren hebben geconcentreerd?

Indien het in vraag 7 bedoelde misbruik zal plaatsvinden, delen de Ministers dan de mening dat aan de zin van quotering ernstig getwijfeld moet worden daar dan toch de gunstige resultaten ervan op lange termijn in belangrijke mate aan anderen ten goede zullen komen?

Zijn de tegemoetkomingen aan het Verenigd Koninkrijk ten opzichte van het groene pond en de deelname van Nederland in de IMFlening aan Groot-Brittannie niet zodanig, dat van Britse zijde wederzijds een zodanige houding mag worden verwacht dat gemaakte afspraken, op grond van het aanvaarde EEG-toetredingsverdrag naar letter en geest worden nagekomen?

ANTWOORDEN

Vooropgesteld kan worden, dat op het moment van de beantwoording van deze vragen de discussie over de controle op de visserij binnen de EEG-wateren nog niet geheel is afgerond. De Gemeenschap heeft begin november een resolutie aangenomen volgens welke de lid-staten op 1 januari 1977 een 200-mijlszone instellen. Tevens is besloten om binnen deze zones een gemeenschappelijk visserijbeleid te voeren gericht op de conservering van de visstapels en de beperking van de visvangst. Als uit­ vloeisel hiervan heeft de Raad in december 1976, de visserij door de USSR, de DDR, Polen, Spanje, Finland, Portugal en Zweden, inde communautaire wateren beperkt door het autonoom toewijzen van quota voor het eerste kwartaal van 1977, onder de voorwaarde, dat deze landen een oj^ave van hun vangsten in de communautaire wateren verstrekken. Deze autonoom toegewezen quota zullen verrekend worden met de eventuele quota voor geheel 1977. In een latere fase van de besluitvorming over het totale pakket van controlemaatregelen heeft de Raad besloten het aantal vaartuigen, die van de USSR, de DDR en Polen in de communautaire wateren vissen, met ingang van februari 1977 te beperken en aan een communantair vergunningenstelsel te binden.

De controle op het nakomen, door derde landen van de voorwaarden waaronder gevist mag worden met name de controle op gebruik van vergunningen, zal vooralsnog inde toekomst in de nationale zones zijn voorbehouden aan de lid-staten afzonderlijk.

De door de Gemeenschap met deze landen te voeren onderhandelingen zijn erop gericht quota voor geheel 1977 overeen te komen op basis van wederkerigheid. Landen, die geen traditionele visserij van betekenis hebben in de communautaire wateren en geen tegenprestaties in de visserij kunnen leveren, is het vanaf 1 januari 1977 niet toegestaan de visserij in die wateren uit te oefenen.

Voor de goede orde wordt erop gewezen, dat het scala van Nederlandse maatregelen, die kunnen worden genomen, uitgebreider zal zijn op het moment dat de aanpassing van de wetgeving ter zake is tot stand gekomen. Het lijkt niet opportuun thans reedc aan te geven welke maatregelen door Nederland zullen worden genomen tegen schepen, die in het Nederlands deel van de gemeenschapswateren worden aangetroffen en die in strijd met de gemeenschapsregels de visserij uitoefe-' nen. De aard van de maatregelen zal ook in sterke mate afhangen van de omstandigheden in elk afzonderlijk geval.

Sedert de uiting van het dreigement is zoveel tijd verstreken, dat ondergetekenden de uitvoering ervan weinig waarschijnlijk achten. Mocht het dreigement tot uitvoering gebracht worden dan zullen de maatregelen getroffen worden, die voor soortelijke eventuele acties zijn voorbereid. Het is niet opportuun deze nu in de openbaarheid te brengen.

Het eenzijdig proclameren van een nationale, exclusieve visserijzone is in strijd met het beginsel van de vrije bevissing binnen de EEG zoals neergelegd is in de gemeenschappelijke regels.

De voorstellen van de Commissie voor het beheer van de visvoorraden in de communautaire wateren en de verdeling van die voorraden over de lidstaten en derde landen behelzen een communautaire verdeling van de schaarste waarvan alle betrokken landen de invloedzullen ondervinden. De aanduiding , , misbruik vaneen quoteringsregeling'' kan in dit verband niet onderschreven worden.

De ondergetekenden gaan ervan uit dat het Verenigd Koninkrijk noch enige andere lid-staat, voornemens is verplichtingen, voortvloeiende uit de EEG-verdragen, inclusief het Toetredingsverdrag en de uit deze verdragen afgeleide wetgeving, niet naar letter en geest na te komen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 1977

De Banier | 8 Pagina's

Controle op de visserij door derde landen in de EEG-wateren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 1977

De Banier | 8 Pagina's