Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BLAUWE ZEEDISTEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BLAUWE ZEEDISTEL

ONS VERVOLG- VERHAAL (2)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de eerste aflevering van ons vervolgverhaal is helaas een gedeelte weggevallen. Daarom plaatsen we het laatste gedeelte nog een keer.

Karel hurkt bij de distel neer. „Ik heb er wel eens één op een plaatje gezien" zegt hij. „Hij is bijna paarsblauw hè .en z'n bladeren groenblauw. Ik vind hem mooi. Vader zegt dat dit misschien de enige is in onze duinen.

Als de mensen hem zien graven ze hem. uit. Hij behoort tot de beschermde planten". „Komen hier geen mensen? " vraagt Karei, terwijl hij om zich heen kijkt.

„Nee, de mensen blijven op de paden, tenminste de meesten wel. Ze lopen dan één van de gekleurde routes. De rode is de kortste, de met geel aangegeven route de langste. Je kunt bij het V.V.V. een wandelkaart kopen, daar staan alle bijzonderheden op die je tegenkomt. Boomsoorten bijvoorbeeld en welke vogels je kunt ontmoeten en over de distel.

Maar hier mag niemand komen. Nou ja, ik wel. Dat wil zeggen als ik 't eerst aan vader heb gevraagd. In de vakantie tijd patrouilleert hier ook politie. Nou als die mij ziet ben ik erbij als ik dit niet bij me heb. Rob haalt een plastic hoesje uit z'n zak. Daarin zit een kaartje. „Kijk, dit is m'n pas. Vader heeft hem getekend. En m'n pasfoto is er opgeplakt. Zie je wel". „Als ik het straks thuis vertel" zegt Karei, „zal m'n vader morgen wel een dia van de zeedistel willen maken". „O, dat mag best", antwoordt Rob. ? jKijk aan de andere kant van het paadje begint het bos van meneer van Zuilichem tot Herwaarden. Dat is .een heel oud bos, waar nog bomen in staan van wel driehonderd jaar. Dat bos is veel ondoordringbaarder dan dit. Hier is alles aangeplant en de: oudste bomen en struiken zijn ongeveer zestig jaar.

Toch is dit ook een heel mooi bos met wel meer dan honderd soorten bomen en struiken. Er zijn alleen al zes verschillende dennenbomen. Ruik eens.”

Rob plukt een blad van een boom en wrijft het fijn. Dan' houdt hij zijn vingers onder Kareis neus. Die snuift wat argwanend, „Je krijgt er niks van hoor", grinnikt Rob. Karei laat. z'n argwaan varen en snuift nu v nadrukkelijk, „'t Ruikt ouderwets", zegt hij dan. „Klopt", antwoordt z'n vriend.

„Dit is de balsemboom. Als je een knopje fijnwrijft, ruik je het nog veel beter. Ga je mee? ”

Karei moet nog even naar de blauwe zeedistel kijken. „Als ik alleen terug moest kon ik hem van z'n levensdagen niet meer vinden". Rob lacht. „Dat zal wel meevallen, je loopt je neus maar achterna. We gaan even het andere bos in, goed? " „Mag dat dan? " „Waarom niet. Ik weet er bijna net zo goed de weg als hier. 'k Ben er zo vaak met vader geweest. De jachtopziener van meneer van Zuilichem is een goede vriend van hem.. En iedereen mag trouwens in het bos lopen. Ja., op de paden natuurlijk. In d.e oorlog zaten er onderduikers en de ondergrondse h.ad er zijn hoofdkwartier. Vader kan er spannend van vertellen joh. Hij was toen 16 of 17 jaar en heeft heel wat bonkaarten en ook wapens in de oude-blokhut gebracht. Die hut is er nog. Als. je 't niet weet, kun je hem nooit vinden. Er lopen geen pa-

den heen en dat gedeelte van het bos is trouwens verboden voor vreemden. Er liep vanuit de hut een onderaardse gang naar het huis van de 1 boswachter. Die gang is nu ingestort en het huis van de boswachter is afgebroken. Het schuurtje staat er nog, waarom, dat weet ik niet." Al pratend zijn de> jongens het dichte bos ingelopen.

Wat moet die man ?

Achter een bosje elzestruiken, vlakbij de blauwe zeedistel beweegt wat. Behoedzaam buigt een man de warrelige takken opzij. Z'n ogen loeren in de richting van de zich verwijderende jongens. Als deze niet meer te zien zijn, bukt hij zich over de blauwe zeedistel. Wat moet die man..... ?

Vijf uur en dat op je vrije dag.

„Hij is prachtig vader. Ik wist niet dat een distel zo... zo mooi kon zijn. U moet er een dia van nemen, dan kunt u hem op de les laten zien", Enthousiast vertelt Karei over de tocht van vanmiddag.

„Die Rob weet toch veel over de natuur! Ik denk nog meer dan u”.

Meneer van Driel lacht om z'n komplimenteuze zoon. „Je wordt bedankt joh, je vader zo af te vallen". Maar hij luistert vol belangstelling naar Kareis relaas en deze merkt wel dat vader z'n laatste opmerking niet ernstig neemt. „We zagen nog een roodborstje. Leuke vogeltjes zijn dat. O, ja vader en een stuk of zes staartmeesjes. Dat zijn prachtige vogels. We zijn. nog in het bos van de weledelgeboren heer van Zuilichem tot Herwaarden geweest", voegt hij er deftig aan toe.

„Tjonge, vader dat is een dicht bos. Er staan eeuwenoude 1 bomen in. Volgende keer gaan we naar een oude blokhut, nog van in de oorlog. Daar zaten onderduikers in en lui van de ondergrondse'. Spannend hoor. Ze hebben daar wapens verborgen en er is ook een engelse piloot verstopt geweest. Gaat u ook eens met. ons mee? ”

„Dat beloof ik je, misschien krijgen we de boswachter dan ook zover. Weet je wat, ik bel hem even." Meneer van Driel loopt naar de telefoon. Karei kan de helft van het gesprek maar volgen. „Tja, dat is vroeg uit de veren man, maar ik zal het hem even vragen, 't is zo'n slaapkop”.

Vader draait zich om. „Zaterdagmorgen om vijf uur starten, akkoord? " Karei trekt even een benauwd gezicht. Vijf uur en dat op je vrije dag! „Hij is enthousiast Goudswaard, hij staat hevig ja te knikken. Afgesproken, t, ot ziens”.

Meneer van Driel legt de hoorn op het toestel. „Zo jong, da's voor elkaar, fijn. dat je zo direfct toehapte", voegt, hij er droog aan toe. Karei lacht zuurzoet. Hij is nou eenmaal een slaapkop. „Ik ben er eerder uit dan u, dat zult u wel eens zien", houdt hij zich groot. Meneer van Driel lacht fijntjes. „We zullen zien, jochie. Heb je je werk al af? Ja? Zullen we een potje? " Dat hoeft hij geen twee keer te zeggen. Het schaakbord ligt in een wip op tafel en als moeder met de koffie binnenkomt, zitten vader en zoon in aandacht gebogen over hun spel.

„Een helderziende, hoor hem!”

Over het brede fietspad rijden Rob en Karei naar huis. Hun banden zoeven over het beton. De zon staat te stralen aan een helblauwe hemel. „Wat een bof dat van Leeuwen weg moest, joh", zegt Rob. „Nou, daar hebben we fijn een uurtje mee gewonnen. Kom trouwens mooi uit. Ben 'k een uur eerder klaar met m'n huiswerk. Ik begin straks direkt". Rob begint te grinniken.

, , 't Komt voor jou dubbelmooi uit". „Waarom? " „Kan je vanavond een uur vroeger naar bed, dan ben je morgenochtend vast op tijd". Karei grinnikt zuurzoet. „Zouden ze de dieven al hebben? " begint hij gauw een ander onderwerp.

Toen ze vanmorgen op school kwamen v/as er een hele konsternatie. Er was vannacht gestolen. Een gloednieuwe bandrecorder, een dure projektor en een dikke veertig rekenmachientjes die de leerlingen via school konden kopen. Die rekenmachientjes kosten zeker ƒ 70, — per stuk. Eén van de raampjes bovenin het gymlokaal was eruit gesneden en zo waren de dieven binnengekomen.

Via het raam in de kamer van de direkteur waren ze weer vertrokken. In de ochtendpauze werd nergens anders over gesproken als over de diefstal. „Ze moeten een helderziende laten komen, zo'n' politiehond is niks", had Henk van Zetten gezegd. Iedereen had honend gelachen. „Een helderziende, hoor hem!”

Maar Henk was : in z'n wiek geschoten. „Jullie lachen nou wel, maar ik zal je zeggen dat zo'n kerel of zo'n vrouw geweldig knap is-".

„Allemaal bedrog", had Kees van Oeveren rustig beweerd. „Zulke mensen staan in verbinding met de duivel”.

Nou was het hoongelach niet van de lucht. „Daar heb je de dominee weer jongens. Met de duivel in kontakt! Jij hebt altijd wat".

Karei en Rob en nog een paar andere jongens en meisjes hadden niet gelachen. Ze waren onwillekeurig bij Kees gaan staan, alsof ze hem beschermen moesten. Kees van Oeveren zit in 3c en iedereen kent hem als een serieuze vent, die zonder vroom te doen uitkomt voor zijn principes. „Ik zal wel een paar brochures meebrengen, dan kunnen jullie zelf lezen hoe gevaarlijk het kan zijn je met zulke mensen in te laten en hun hulp in te roepen. Helderzienden en waarzeggers zijn eigenlijk één", had Kees gezegd. „Sommigen kunnen in de toekomst zien en ook wel in het verleden. Er zijn er die je precies vertellen wat er heel ergens anders op dit. moment gebeurt”.

Even was het stil geworden, toen riep Jan van Oudshoorn: „En de profeten dan in de Bijbel, zoals Elisa bijvoorbeeld". Maar Kees had niet met de mond' vol tanden gestaan: „Die spraken wat God hun gebood. Die werden door de Geest van God geleid. Waarzeggers en helderzienden door een duivelse geest". „Pas maar op dat zo'n duivelse geest jou niet te grazen neemt", had Klaas Groen spottend geroepen. „Zo'n geest is machtiger dan je denkt.”

„Maar God is almachtig", had Kees rustig geantwoord. Daar had Klaas niet van terug.

„Vrome kwezel met je zwarte kousenkerk", had hij gemompeld.. De bel had een eind aan de diskussie gemaakt.

Rob zou als klassevertegenwoordiger aan de godsdienstleraar vragen of ze over deze onderwerpen de laatste godsdienstles mochten diskussiëren. Meneer de Bruin had het direkt goed gevonden en ieder zou proberen er zoveel mogelijk over te weten te komen en te lezen.

„Fijne knul die Kees, vind je niet? ”

Karei knikt. „Ik heb gevraagd of hij een brochure meebrengt voor me". „Ik wil goed beslagen ten ijs komen", voegt hij er aan toe. „Nog een klein rukje, dan zijn we er". Hij wijst op de kerktoren die boven de bossen uitsteekt. , , 't Laatste stukje om 't hardst? ”

(Wordt vervolgd)

J. W. v. d, Berg

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1979

Daniel | 24 Pagina's

DE BLAUWE ZEEDISTEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1979

Daniel | 24 Pagina's