Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het merk- en veldteken van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het merk- en veldteken van Christus

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(V)

„Wat geschiedt er dan in de doop? God laat Zijn driemaal heilige Naam op een kind leggen, dat in ongerechtigheid geboren en in zonden ontvangen is, en verklaart, dat het Zijn kind is."

Wat gebeurt er in de doop? Er gebeurt iets in het midden van de gemeente, wanneer de doop plaats vindt. Een kind in de kerk, dat het gebeuren kan zien, aanvaardt de eenvoud, die spreekt in het geheim. Het geheim van het water. Als we ouder geworden zijn, hebben we veel over de doop gehoord, over het verschil tussen kinderdoop en de doop van volwassenen, over onderschatting en ook overschatting van het verbond, we weten het een en ander van het verschil in uitleg van het gebeuren van de doop, en zelfs kunnen we het geheim zover weggeredeneerd hebben, dat we niet anders overhielden voor onszelf dan de magere vaststelling: „Het is niet genoeg als een mens gedoopt is..."

Wat gebeurt er in de doop?

Kohlbrugge geeft dit antwoord: God laat Zijn driemaal heilige Naam op een kind leggen. En dat kind, daarvan kunnen we zeggen: het is in ongerechtigheid geboren en in zonden ontvangen. En van dit kind verklaart God, dat het Zijn kind is.

Dit is het, wat er gebeurt!

Daarbij en daarna komen inderdaad onze vragen. Vragen, zoals: maar dit gebeurt toch niet zómaar, vanzelf? Het uiterlijk waterbad is toch niet de afwassing van de zonde zelf? De vragen van de persoonlijke toeeigening, het persoonlijk mogen verstaan van het geheim van onze doop in het geloof. Het antwoord op deze vragen vloeit voort uit het gebeuren van de doop zelf. We worden gesteld voor het gebeuren van de doop, en daarbij geroepen tot een werkelijk stil staan bij het geheim, zodat het zichtbare gebeuren diep tot ons hart en leven zal doordringen. Het gebeuren van de doop zelf roept de vragen op.

Wat gebeurt er in de doop?

God laat Zijn driemaal heilige Naam op een kind leggen. Dit gebeurt, wanneer we bij het teken van het water de woorden horen klinken: „Ik doop u in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes." Deze woorden, die we horen klinken, het water, dat we daarbij zien: hierover is geen verschil van inzicht binnen de christelijke gemeente. Alleen wanneer déze woorden gesproken worden bij de bediening van de doop, kunnen we spreken van een christelijke doop. Immers, op deze wijze is ze voltrokken naar Christus' eigen inzetting.

In de doop worden we ondergedompeld in de Naam van de levende God. We gaan onder in die Naam, die Naam omgeeft ons als een waterbad, die Naam wordt óp ons gelegd en dus liggen we letterlijk ónder die Naam. De Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest is voor altijd aan ons leven verbonden. Ongedaan kan dit gebeuren nooit meer gemaakt worden. Zelfs al zouden we dit gebeuren van de doop willen ontkrachten door er niet méér van uit te spreken dan „alleen maar uitwendig", dan nog zou „alleen maar uitwendig" voor altijd de Naam van de drieënige God aan ons leven verbonden zijn.

Van deze Naam dragen wij in en door onze doop het teken. Omdat het water van de doop gewoonlijk in aanraking komt met ons lichaam op de plaats van het voorhoofd, — namelijk wanneer de doop in de vorm van besprenging plaatsvindt — zeggen we, dat we het teken van de doop aan ons voorhoofd dragen. Onzichtbaar, maar onuitwisbaar. De Naam van God is zo aan ons leven gehecht, dat we die Naam nooit meer van ons leven werkelijk kunnen losmaken, eruit verwijderen. Van deze Naam komen we niet meer los, wat er ook gebeurt. In het liefhebben van deze Naam èn in het verwerpen van deze Naam zullen we ervaren hoe waar het is, dat we er nooit meer van los komen.

In Zijn Naam spreekt God voor ons uit, Wie Hij is, en wat Hij voor ons wil zijn. De Naam openbaart ons het wezen van God, of anders gezegd: het hart van de levende God. We beluisteren een hartslag in het horen van de Naam van God. In het ontvouwen van Zijn Naam spreekt God Zijn hart voor ons uit.

Daarbij blijkt ons, dat het hartsgeheim van de levende God niet in één Naam gevat kan worden. Er klinken drie Namen. Er is een meervoud binnen God Zelf. En daaraan is het, dat wij mogen weten, dat God liefde is. God is liefde in Zichzelf, ook, en allereerst, los van de liefde tot Zijn Schepping, die Hij buiten Zichzelf voor Zijn aangezicht stelde. God is liefde, daarin, dat de Vader de Zoon liefheeft, de Zoon de Vader, en dat de Heilige Geest deze liefde levend houdt als eeuwige, ondoorgrondelijke goddelijke liefde. Dit geheim kan niet in één Naam voor ons worden uitgesproken, er zijn drie Namen nodig. En wanneer het hart van de levende God in drie Namen is uitgesproken, blijft het geheim ongeschonden. We horen, we zien, maar we doorgronden niet.

Dit geheim spreekt ons doopformulier uit, wanneer verklaard wordt, waarom wij in de driemaal heilige Naam van God gedoopt worden. Eerst is één Naam genoemd, de ene Naam onder de hemel gegeven, door welke wij moeten zalig worden, de Naam van Jezus Christus, in Wie wij de reinigmaking en zaligheid zoeken — buiten onszelf.

De éne Naam!

En daarom worden wij gedoopt in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Daarom! Omdat in de éne Naam van Christus het geheim van de drieenige God openspringt. Eén Naam kan het volle, goddelijke leven niet bevatten, al blijft deze Naam wel in het midden staan, zodat de Vader en de Geest de Naam van de Zoon omsluiten, zodat de ene Naam onder de hemel gegeven verankerd ligt in de Naam van de eeuwige Zoon van God. Zo wordt het werk van Christus ontvouwd als het leven van de drieënige God.

Wanneer het w r ater van de doop ons voorhoofd raakt, wordt déze driemaal heilige Naam van God op ons leven gelegd. Dat gebeurt er in de doop.

„Ik doop u in de Naam des Vaders..." Hoe heilig is deze Naam van de Vader? „Want als wij gedoopt worden in de Naam des Vaders, zo betuigt en verzegelt ons God de Vader, dat Hij met ons een eeuwig verbond der genade opricht, ons tot Zijn kinderen en erfgenamen aanneemt..." De heilige Vadernaam van God. Wat geeft deze Naam alle reden om van de hemelse majesteit van God niet op een aardse manier te denken. Deze Vader richt een eeuwig verbond van genade op. De eenzijdig opzoekende liefde van de Vader in de Zoon, vertolkt in het woord „genade", doorlicht de meest diepgelegen en donkere plaatsen op aarde. Zo gaan we verstaan de duistere diepten van verlorenheid in de woorden: in ongerechtigheid geboren, in zonden ontvangen. In de eeuwige Zoon tot kinderen aangenomen, als erfgenamen aanvaard. En als kind en erfgenaam, delend in de erfenis van de oudste Broeder, als kind in huis bij de Vader, ja, en tegelijk als de tollenaar van verre, dat is: in de vreze Gods, worden we met alle goed door deze Vader verzorgd, wordt alle kwaad van ons geweerd, of, wanneer de Vader het aldus goed dunkt: te onzen beste gekeerd. „...en des Zoons..."

Hoe heilig is deze Naam van de Zoon? „En als wij in de Naam des Zoons gedoopt worden, zo verzegelt ons de Zoon, dat Hij ons wast in Zijn bloed van al onze zonden..." Het water, waardoor ons de onreinheid van onze zielen is aangewezen, datzelfde water betuigt en verzegelt ons de afwassing van de zonden door Jezus Christus. Het water wijst de onreinheid aan, het water wijst het bloed aan tot reiniging. De heiligheid van Christus' Naam omsluit ons leven, zoals het waterbad ons lichaam. In deze Naam spreekt de kracht van het bloed, dat reinigt van alle zonde. Het verbond der genade is met bloed bevestigd. In de Naam van de Zoon is een kind van Adam met een bloedband aan de hemelse Vader verbonden. Dit nu kost ons ons éigen leven, ons eigen bloed, want door de kracht van Christus' bloed worden we meegenomen in Zijn dood en opstanding, zó dat wij van al onze zonden bevrijd, rechtvaardig voor God gerekend worden.

„...en des Heiligen Geestes". Hoe heilig is deze Naam van de Heilige Geest?

„Desgelijks, als wij gedoopt worden in de Naam des Heiligen Geestes, zo verzekert ons de Heilige Geest door dit heilig sacrament, dat Hij bij ons wonen en ons tot lidmaten van Christus heiligen wil, ons toeëigenende hetgeen wij in Christus hebben, namelijk de afwassing van onze zonden..."

De toeëigening! De Geest neemt het uit Christus, en daarin uit de Vader, en verzekert ons aldus bij en in ons te willen wonen. Dit verzekert de Geest ons in onze doop. Daarom mogen wij bidden om de werking en het leven van de Geest op grond van de doop in de Naam ook van de Geest. Daarom kunnen we niet, al twijfelend, vragen, of de Geest dit wel wil: ons toeëigenen, wat we in Christus hebben. Het is zeker dat de Geest dit wil, en zo kan de ontdekking vallen in ons leven, dat we — wellicht vele jaren — hebben gebeden om een gave van God, die Hij lang reeds gegeven bleek te hebben. We waren blind voor de toezegging en belofte van de Geest, en daarom was het zo donker in ons leven!

Deze driemaal heilige Naam laat God leggen op een kind, in ongerechtigheid geboren, in zonden ontvangen. Wat de naam van het kind betreft, kunnen we dit uitspreken: teruggaande vanuit een bepaalde, duidelijk aanwijsbare zonde, zoals bij David en Bathseba, teruggaande vanuit de éne overtreding naar de eigenlijke bron, komen we met David tot de ontdekking, dat het niet alleen dit kwaad, deze ene zonde is, die roept om straf, maar dat ik in ongerechtigheid geboren ben, dat mijn moeder mij in zonde ontvangen heeft. Onrein uit een onreine. En dat nu heeft het water aangewezen van de naam van het kind, waarbij de naam ook letterlijk genoemd wordt. Onze doopnaam! Zo kwamen de ouders met hun kind naar het water toe: Wij met onze kinderen in zonde ontvangen en geboren... Openstaande, wat onze afkomst betreft, niet naar de driemaal hei-

lige Naam van God, maar naar de drievoudig onheilige naam van de vader der leugen, de antichrist en de leugengeest. God laat dan — eenzijdig — Zijn Naam op zulk een kind leggen, en daarin blijft Hij God. Daarin blijft Hij vrijmachtig de levende God in Zijn driemaal heilige Naam.

Daarbij verklaart God, dat dit gedoopte kind Zijn kind is. Dat Hij ons tot Zijn kinderen en erfgenamen wil aannemen. Daarom, en daarom alleen is het, dat we vóór de doop bidden voor de kinderen, of God ze genadig wil aanzien, en door Zijn Heilige Geest Zijn Zoon Jezus Christus inlijven. En daarom alleen is het ook, dat enkele ogenblikken later, na de bediening van de doop, met de ouders gedankt wordt in het midden van de gemeente: „Almachtige, barmhartige God en Vader, wij danken en loven U, dat Gij ons en onze kinderen, door. het bloed van Uw lieve Zoon Jezus Christus, al onze zonden vergeven, en ons door Uw Heilige Geest tot lidmaten van Uw eniggeboren Zoon en alzo tot Uw kinderen aangenomen hebt, en ons dit met de heilige Doop verzegelt en bekrachtigt."

E.

H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1978

Gereformeerd Weekblad | 21 Pagina's

Het merk- en veldteken van Christus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1978

Gereformeerd Weekblad | 21 Pagina's