Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ALEXANDER COMRIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ALEXANDER COMRIE

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(XII.)

Bespraken we in het vorige artikel de eerste reeks van werkjes, die Comrie en Holtius samen uitgaven, thans willen we de tweede reeks eens wat nader bezien. Weer zijn zij niet tevreden met een gewone schuilnaam, maar treden weer op uit naam van een genootschap. Dat genootschap bestond uit „voorstanders van de Nederlandse Formulieren van Enigheid" en richtte zich in het openbaar tot de „Liefhebbers der Waarheid", die gevaar liepen „door de vleiende namen van Liefde en Verdraagzaamheid van de zuiverheid des Evangelies afgeleid te worden."

Het genootschap had vernomen, dat een „Ontwerp van Tolerantie" (verdraagzaamheid) was opgemaakt, „om de Leer in de Dordtse Synode Anno 1619 vastge-

steld met de veroordeelde leer der Remonstranten te yerenigen."

Dit „Ontwerp" wil het genootschap nu gaan onderzoeken; gaan examineren. Vandaar de naam: „Examen van het Ontwerp van Tolerantie." Voor dit onderzoek kiest het genootschap de vorm van „Samenspraken", omdat die „dit voordeel hebben, dat ieder ingevoerd Persoon zijn eigen gevoelen levendigst voorstellen en bevestigen kan: daarenboven dat men dus niet genoodzaakt is tegen Personen te schrijven, maar volstaan kan met de stellingen op te geven en de Waarheid aan de dag te leggen."

Een wandelaar, die loopt te peinzen over de treurige toestand van Neerlands kerken, ontmoet een heer, die hem vraagt, waarom hij zo droevig kijkt.

Zij raken in een gesprek en al spoedig blijkt, dat deze heer juist de dageraad van een betere dag voor de kerken zag dagen. Zij noemen zich Orthodoxus en Pantanechomenus. Het gezelschap breidt zich uit, doordat er zich nog twee personen bijvoegen. De eerste is een vriend van Pantanechomenus, die omtrent kerkelijke zaken onverschillig is en daarom Adiaphorus wordt genoemd, de andere is een vriend van Orthodoxus en krijgt de naam Philalethes. Pantanechomenus zal aan „een Heer, die boven alle anderen schijnt geleefd te hebben om de weg breed, effen en gemakkelijk te maken, waardoor Remonstranten en Contra-Remonstranent op de vriendelijkste wijze met elkander mogen verenigd worden, " vragen of zij hun aangevangen disputen in zijn huis mogen voortzetten. Deze heer, Eurodius vindt het goed, dat de samenkomsten in zijn bibliotheek zullen gehouden worden. Pantanechomenus, Adiaphorus en Eurodius zetten zich aan die zijde van de tafel, die het dichtst bij de boekenkast is, gevuld met de Remonstrantse schrijvers. Orthodonus en Philalethes daarentegen zitten aan de andere zijde van de tafel, bij de boekenkast met Gereformeerde schrijvers. Deze inleiding vormt de eerste Samenspraak en hieruit blijkt wel, dat Comrie en Holtius de gave bezaten om de aandacht der lezers te trekken. Natuurlijk bent u nieuwsgierig, wie er met deze schuilnamen bedoeld worden. Orthodoxus = „Rechtzinnige" is Comrie; Phialalethes — „Waarheidlievende" is Holtius; Pantanechomenus = „Alverdragende" is Schultens; Eurodius = „Bredeweghoudende" is Alberti; Adiaphorus — „Onverschillige" is een onbekend edelman.

Achtereenvolgens wordt punt voor punt uit de Dogmatiek der Toleranten, in een tiental „Samenspraken" besproken. Verder zijn zij niet gekomen, daar de uitgave toen plotseling gestaakt is. Voor een geringe prijs waren deze „Samenspraken" te koop en door de Calvinisten werden zij met grote belangstelling gelezen. Tevergeefs probeerden de professoren v.d. Honert en Schultens de Examinatoren Comrie en Holtius tot zwijgen te brengen. Doch wat gebeurt? Prof. v. d. Honert sterft en Prof. Lulofs, die de lijkrede houdt, noemt daarin de Examinatoren „ezels, die met een leeuwenhuid omhangen zijn; wolven, die in schaapsklederen wandelen; engelen des lichts, die echter aan hun boksvoeten en schorpioensstaarten zeer wel te onderkennen zijn." Direct grijpt Holtius naar de pen om zich te verdedigen. Daarop dienden de Curatoren der Universiteit te Leiden een aanklacht in tegen Holtius en Comrie, dat zij de nagedachtenis van Prof. v. d. Honert hadden beledigd. De Staten van Holland waren op de hand der Curatoren en verboden Holtius en Comrie de verdere publicatie van hun geschriften. Voor dit dreigement zijn de beide predikanten gezwicht en bleef de verdere uitgave van het „Examen van Tolerantie" achterwege.

Zowel in woord als in geschrift heeft Comrie steeds getuigd tegen alles, wat zweemde naar Pelagius en Arminius. In zijn verweer was hij evenwel altijd voorzichtig, zodat hij voor eenzijdigheid bewaard bleef. Bestreed hij enerzijds hen, die het werk Gods in de zaliging van de zondaar verkleinden, anderzijds bestreed hij ook hen, die de menselijke verantwoordelijkheid ophieven. Uit zijn geschriften blijkt steeds weer zijn grote geleerdheid en zijn bekendheid met de werken der oudere theologen. De meeste achting had hij voor Owen; maar ook noemt hij vaak de werken van Augustinus, Luther, Calvijn, Ruterford, Boston, Voetius, Maccovius, Amesius, Trigland, Leydekker, Witsius, & Marck, Vitringa e.a. Brakel en Smytegelt noemt hij slechts éénmaal.

In zijn uiteenzetting van de leer der Wedergeboorte, het Geloof en de Rechtvaardigmaking is Comrie zeer duidelijk geweest. Comrie onderscheidt de hebbelijkheid van de daad des geloofs. In de wedergeboorte wordt het geloof als een hebbelijkheid in de ziel ingestort. Deze hebbelijkheid des geloofs oefent zich echter in de geloofsdaden, waardoor Gods volk „hoe langer hoe meer met Christus als het ware geconsolideerd, of nauwer en nauwer verenigd wordt."

Met recht kan gezegd worden, dat Comrie een man was, die zich altijd met kloeke moed voor de Waarheid pal stelde; een man, wien de zuivere genadeleer altijd aan het harte lag, die altijd ijverde voor de rechtzinnigheid.

Een man, dien wij niet mogen vergeten en wiens geschriften wij niet genoeg kunnen lezen en herlezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1949

Daniel | 8 Pagina's

ALEXANDER COMRIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1949

Daniel | 8 Pagina's