Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit de Gereformeerde Kerkbode (vrijg.) van Groningen, Friesland en Drenthe knipten we het volgende over Jan Klaasen, van de hand van ds. Tj. Boersma:

'We komen hem tegen in de kerk van Amsterdam, Jan Klaasen. Nee, ik bedoel niet één van onze broeders uit de zusterkerken van Amsterdam-Centrum of Amsterdam Zuid-West. Maar deze broeder komt voor in de notulenboeken van Mokums kerkeraad. En niet in zo heel gunstige zin. Dat was trouwens het geval met de meesten, die in deze notulen, uit de zeventiende eeuw, genoemd worden. Zij moeten vermaand worden wegens openbare zonden. Hetzij dronkenschap, ruziemaken, huwelijksontrouw, of kwaadsprekerij. Ook dat laatste kwam geregeld voor, vooral de predikanten gingen nogal eens over de tong. En de broeders opzieners namen die zaken hoog op. De betreffende broeders of zusters werden voor de kerkeraad ontboden, om daar vermaand te worden, over hun publiek wangedrag.
Je komt heel wat tegen, al die kleine en soms grote geschiedenissen van mensen, in de kerkelijke archieven van Amsterdam. U kunt het nog nalezen, in die vijfdelige serie van dr. R.B. Evenhuis
Ook dat was Amsterdam. (Voor de liefhebbers, ze liggen nu voor een prikkie bij De Slegte).
Ook genoemde Jan Klaasen – heeft de twijfelachtige eer genoten, zijn naam vermeld te zien in de notulen van de kerkeraad. Deze broeder was als muzikant meegetrokken in het leger van de prins, prins Maurits. En had zich na zijn diensttijd gevestigd te Amsterdam. Ook in die stad verdiende hij z'n brood met amusement, in de vorm van muziek en – als één van de eersten – het toneel. Jan Klaasen werd een bekende persoon in zijn woonplaats door z'n optreden met een poppenkast. Met zijn poppen vertoonde hij zich op straat, om het grote publiek te vermaken. Alleen dat al zal tot het nodige wenkbrauwengefrons in de kerkeraad geleid hebben.
Maar dat broeder Jan door de kerkeraad vermaand moest worden, was vanwege de inhoud van zijn toneelstukjes. Jan trad namelijk zelf op als hoofdrolspeler, samen met zijn vrouw Cathrijn. En alles wat hij in z'n privé-leven meemaakte, bracht bij ook op het toneel. Zo kon dus het ganse publiek meegenieten van de huiselijke twisten en onenigheden in de familie Klaasen. Zijn eigen huwelijk lag op straat, en iedereen kon het meemaken, hoe onze Jan vreselijk behandeld werd door z'n vrouw. Want die Katrien kwam er natuurlijk niet zo best van af. Och die arme Jan, wat had hij het slecht getroffen met z'n Trientje, als je tenminste die poppenspeler mocht geloven, die voor z'n eigen persoontje sympathie probeerde op te wekken, en z'n vrouw publiek te kijk zette.
Jan en Cathrijn worden daarom voor de kerkeraad ontboden. En ze krijgen een konkrete vermaning mee. Houd er mee op, om (toneel) te spelen met je huwelijk. En los de problemen binnenskamers op. Je moet met elkaar je ruzies bijleggen, en proberen in vrede te leven. Of het veel geholpen heeft, is de vraag. Wij kennen nog altijd het beeld van Jan Klaasen en zijn "kijfachtige huisvrouw" Katrien. Maar het was een heel wijs woord van die broeders. En als die twee daarnaar gehandeld hadden, had het heel wat onvrede weg kunnen nemen.
En nu de moraal van dit verhaal? U voelt 'm al aankomen. Laten wij ook maar goed luisteren, naar die verstandige woorden van Amsterdamse vaderen. Wil je brokken maken, dan moet je je verhaal vertellen aan ieder, die het maar horen wil. Dat is een beproefd middel, om een ruzie te kweken, een huwelijk kapot te maken, een familie of gemeente stuk te scheuren. (...)'


Een lezer zond ons uit de nalatenschap van zijn overleden zuster een artikeltje, dat zijn moeder wellicht had overgeschreven uit een streekblad op Flakkee: 'Hoe Dirksland zijn orgel verkreeg – negenjarig jongetje gaf vioolconcert'.

'In de negentiende eeuw heeft men de meeste oude kerken op Goeree en Overflakkee van een kerkorgel voorzien. Vóór die tijd had de eredienst een zeer eenvoudig karakter.
Het lied der gemeente, door de voorzanger op de juiste toonhoogte ingezet, klonk zonder enige begeleiding.
Slechts enkele kerken beschikten overeen orgel, zoals Sommelsdijk, waar er door de goede zorgen van baljuw Hobius de Krijger in 1775 één kwam. Dit orgel ging helaas in 1779 in vlammen op en pas in 1821 zou in de herbouwde kerk van Sommelsdijk een nieuw orgel worden ingewijd.
Daarentegen bleef Middelharnis nog vele jaren zonderinstrument. Zelfs in een flinke kerk als Oude Tonge kwam pas in 1897 een orgel. Te Den Bommel kochten kerkvoogden en notabelen een harmonium voor de kerk. Een pijporgel was te duur, maar om toch de schijn van een echt orgel op te houden, plaatste men het harmonium in een orgelkast met sierlijk front, dan leek het nog wat.
Al eerder was de kerk in Stad aan 't Haringvliet van een eenvoudig orgel voorzien, gebouwd door de Vlissingse orgelmaker C. van Sprang. Dit orgel was een geschenk van ds. F. te St. Maartensdijk, schoonvader van de toenmalige predikant J.G. Wanrooij. Hij deed het instrument cadeau uit waardering voor de hartelijkheid, die de mensen te Stad jegens het predikantsgezin betoonden.
Had te Sommelsdijk de heer Hobius de Krijger ook een bedrag gelegateerd voor onderhoud van het orgel, benevens 208 gulden als jaarlijkse uitkering voor de organist, in Stad beschikte men niet over dergelijke fondsen. Gelukkig was de schoolmeester zo welwillend om zijn diensten geheel gratis te verlenen. Dit ontlastte de gemeente alweer van een zorg.

Statige Ouverture
Voor Dirksland brak op 15 okt. 1807 een dag van grote vreugde aan. Een lang gekoesterde wens ging in vervulling toen op die dat het grote orgel in gebruik genomen werd. De gehele gemeente had hiervoor gespaard en met een paar belangrijke giften erbij van bemiddelde personen, had men voldoende kapitaal vergaderd om een orgel te bestellen bij de Rotterdamse orgelmaker J.P. Kückel.
Bij de overdracht sprak ds. L van Grendel. In zijn toespraak heeft deze het orgel "ten heilige eredienst plechtig ingewijd en Gode opgedragen". De orgelcommissie – men sprak toen deftig over Commissie van directie – had de organist der Grote Kerk te Rotterdam, de heer J. Tours, gevraagd om als adviseur te willen optreden. Bovendien gaf hij op de dag der ingebruikneming een orgelconcert te Dirksland.
Het verslag van de bijeenkomst meldt, dat Tours het orgel bespeelde evenredig aan 's mans talenten.
Een statige ouverture was aanvang der plechtigheid terwijl de redenaar zich tot spreken gereed maakte. Ds. Grendel schijnt lang te hebben gesproken, want telkens liet hij ter verpozing een lied zingen, o.a Psalm 150 en verscheidene Evangelische gezangen. Men zong niet alleen om het orgel in al zijn welluidendheid te horen, maar vooral om door de kracht der gewijde muziek de edelste gevoelens en aandoeningen des harten gaande te maken.
De klap op de vuurpijl was het negenjarig zoontje van Tours, die een vioolconcert ten beste gaf, daarbij door zijn vader op het orgel begeleid.

Dierbaar hulpmiddel
Verrukt over de zo geslaagde openingssamenkomst schreef men in 1807 van uit Dirksland:
"God make ons voor dit Zijn geschenk, voor dit dierbaar hulpmiddel tot een gepaster Godsverering recht dankbaar, en Hij worde voortaan met onze gezegende Zaligmaker door ons te meer verheerlijkt"
Intussen had Tours op verzoek van de "commissie van directie" een rapportje opgesteld. In dit gewichtige stuk verklaarde Tours dat hij het gemelde orgel, met alle nauwkeurigheid heeft nagezien en bevonden dat alle materialen en bewerking van alles volkomen beantwoordde aan het bestek, en dat de maker door dit zijn werk recommendatie verdiende.
Sindsdien prijkt de hervormde kerk van Dirksland met het nog altijd fraaie instrument, dat volgend jaar (?, red.) anderhalve eeuw oud is. Het orgel van Dirksland komt als enig orgel van Flakkee op de monumentenlijst voor. Tours heeft in zijn rapport niet overdreven.
Ds. L. Grendel, die zo'n lange redevoering hield, was als predikant zeer gezien. Kort voor de orgelinwijding plaats had, wees ds. Grendel een beroep naar Nieuwerkerk en Duiveland af, hetgeen hem een tractamentsverhoging van 200 gulden opleverde.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's