Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aandacht en Bezinning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aandacht en Bezinning

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJ DE KINDEREN

Onze partijvoorzitter is, nu ik het hoofdartikel voorbereid, inmiddels met zijn vrouw naar Zuid-Afrika vertrokken om daar enige weken bij de kinderen te verblijven. Zijn zoon heb ik destijds in Apeldoorn ontmoet en meegemaakt in evangelisatie-arbeid onder moslims. Aan hem bewaar ik een fijne indruk. Het is een voorrecht om als ouders en kinderen elkaar te ontmoeten in 's Heeren gunst. En zeker zal onze voorzitter ook kennis mogen nemen van de arbeid in het evangelie van Christus, hem zelf zo lief, waar de kinderen in mogen bezig zijn. Onze wensen en beden vergezellen hem en zijn vrouw.

EEN BITTERE NASMAAK

Ongetwijfeld zal menigeen onder ons kennis dragen van de vreemde gang van zaken rond de vorming van de deelraad in de deelgemeente Kralingen. Ten onrechte werd daar aan de kleine christelijke partijen een zetel onthouden. Het centraal stembureau maakte bij de telling een grote fout. Hoewel het hier niet de plaats is om er breedvoerig op in te gaan, zij nochtans vermeld dat van SGP-zijde ter plekke de nodige en mogelijke activiteiten worden ontwikkeld om het begane onrecht ongedaan te maken. Bekeken moet worden, of binnen het raam van de kieswet nog herstel mogelijk blijkt. We wensen de broeders wijsheid en genade van God toe. En het is het grootste voorrecht om de ervaring te mogen opdoen, dat er Een is. Die genade en ere geeft aan degenen, die in oprechtheid voor Zijn aangezicht leven. Dat besef schenkt afhankelijkheid maar ook slagvaardigheid.

STRAFBARE GODSLASTERING

Reeds geruime tijd ligt ter bespreking een boekwerkje van Mr. J. Plooy, over „Strafbare Godslastering", dat zich uitmuntend leent voor een artikel in ons politiek orgaan. Van juridische zijde is de belangstelling voor deze zaak vrijwel nihil geweest. De secularisatie zal daartoe niet weinig hebben bijgedragen. Wie bekommert zich in de samenleving om de eer en om het recht van God(s Naam)? En de overheidsbemoeienis met de Godslastering is nog een geheel ander punt. Graag maak ik enige kanttekeningen bij de drie onderdelen van dit helder en overzichtelijk geschreven werkje.

HET BEGRIP GODSLASTERING

Gesteld wordt dat Godslastering een theologisch begrip is. Dan is er sprake van Godslastering, als de godheid, object van lastering, een persoon is. En vervolgens gaat het steeds om de lastering van de Drie-enige God, in het christelijk geloof uit de Schrift en door de Heilige Geest beleden. Beter ware het wellicht dan eerst naar de Schrift te zien en daarna het christelijk geloof te horen belijden, al is er altijd een pendelbeweging van de Bijbel naar het geloof en omgekeerd. Schriftuurlijk gezien gaat het om zonde tegen het derde gebod, waarbij genoemd moeten worden: a. de opzettelijke vervloeking van God; b. de zelf-vervloeking; c. het onheilig, lichtvaardig zweren en d. het lichtvaardig gebruiken van Gods Naam.

Vermeld wordt dat de Heidelberger nog spreekt over een schuldig stilzwijgen en toezien. Het is een theologische vraag, stelt dit werkje, of het uiterlijk lasteren van God ook betekent het onderkennen van het Godslasterlijke karakter ervan. U weet dat vaak beweerd wordt, dat wie God niet kent en niet belijdt Hem bij het vloeken ook niet kan lasteren. Maar, zegt een schrijver, de rtiens kan van God weten. Elk mens is, wetend of onwetend, altijd weer mens, , , die voor God staat". Men moet voorzichtig zijn met versubjectivering, dus . . . uitgaan van de mens. Niettemin voor begripsbepaling zijn de opmerkingen verhelderend.

TOEPASSING IN DE GESCHIEDENIS

In een breed exposé, pagina 17-82 wordt getekend hoe toepassing van

Vervolg op pagina 4 Vervolg van pagina 3

Strafbaarheid geschied is. Mozaïsch recht, Romeins recht, de vroege christenheid, het rniddeleeuws kerkehjkcanoniek recht, dat alles wordt kort en scherp getekend. Ook de Reformatie komt natuurlijk ter sprake. Opzettelijke godslastering wordt strafbaar geacht, al zijn er accenten. Luther wilde van theokratie niet weten, Zwingli zocht een synthese tussen wereldlijk en goddelijk recht, Calvijn vorderde van de overheid de bescherming van de ere Gods. Niet zozeer de doodstraf als wel publieke vernedering en boetedoening eiste de Geneefse hervormer van de Godslasteraar. De Verlichting en de denkbeelden ontleend aan de Franse Revolutie brachten natuurlijk een grote ommekeer.

Heel uitvoerig wordt geschetst de totstandkoming van de zo belangrijke wet van Donner. De reacties van kamerleden uit Eerste en Tweede Kamer passeren de revue. Bekende, klinkende namen worden ons genoemd. Hugo Visscher sprak van „het halve ei" - nog „beter dan de lege dop' - „van de wetgeving van Donner". Wijlen ds. Zandt spreekt dan de woorden: „majesteitsschennis van onze vorstin is - zeer terecht - verboden, „maar de lastering van de Heere der Heeren kan zij het in beperkte vorm, nog haar gang gaan."

WIJLEN DS. ZANDT

Aan deze oude voortrekker van onze partij wijd ik afzonderlijk nog enige aandacht. Stoer en kloek beleed hij het staatkundig gereformeerde beginsel ook in deze. Ik noem enige karakteristieke punten uit zijn betoog.

a. principiële grondslag: ds. Zandt weet de minister dat, hoezeer het terrein ook netelig is, de verwarring hierdoor ook kwam, daar een principiële grondslag totaal onbrak. Is er geen helderheid daarover, dan is ook verwarring en onduidelijkheid te wachten. Geldt dat nog steeds niet?

b. de Schrift: smartelijk werd door ds. Zandt gemist de verwijzing naar gegevens in en van de Schrift. Zeker voor een principiële wetgeving dient duidelijk te zijn, daar de overheid geroepen is pubHekelijk de naam Gods te belijden, wat en waar Gods Woord spreekt.

c. geestelijke vrijheid: zo vaak wordt de vrijheid ter sprake gebracht, ook nu nog: de SGP krijgt menigmaal het verwijt van gewetensdrang uit te oefenen. Ds. Zandt wijst de bepleite vrijheid af met het argument „dat de voorvaderen de geëiste vrijheid om de meest infame en Godslasterlijke leer te verbreiden altijd volstandig hebben afgewezen. Alsof de vrijheid ieder het recht geeft te zeggen en te doen wat men maar wil." Bijbelse vrijheid bloeit uit de gebondenheid aan het Woord van God en het geloof in de Heere Jezus Christus.

d. concessie aan Rome: nog bracht ds. Zandt het verwijt naar voren dat „strafbare Godslastering" vertroebeld werd door de strafbare smaad aan de RK eucharistie-viering aangedaan. Dat zag hij als toegeeflijkheid aan Rome. 't Maakte hem het tè moeilijk om vóór te stemmen. Ook op die woorden kwam uiteraard - nog wel van AR-zijde - reaktie.

DE BANIER

In het partijorgaan van de SGP van 2 juni 1932 wordt uitvoerig op het wetsontwerp en de stemming ingegaan. De rede van ds. Zandt wordt weergegeven, die snedig opmerkte: „het ontwerp was niet zoals prof. dr. H. Visscher zei een half ei maar een bedorven ei." Maar ook in de pers moest de SGP het nogal ontgelden. Als 't meerdere niet kan worden verkregen, behoort het mindere te worden afgewezen; die stelregel, blijkbaar volgens de (kerkelijke) pers door de SGP gehanteerd, werd scherp afgekeurd. Nog steeds, vrienden, is het maar goed dat de SGP over een eigen orgaan beschikt, want vaak is de SGP in de pers doodgezwegen of in spotbeeld ten toon gesteld.

VOORBEELDEN

Tot op zeer recente voorbeelden toe laat Mr. Plooy zien hoe in de praktijk de wet Donner is toegepast. We denken aan het geruchtmakend artikel van Gerard Kornelis van het Reve in 1965, het cabaret in de begin 80-er jaren „tot hiertoe heeft de Heere ons geholpen", „het wijnjaar nul", van de VPRO, een onheilige spotternij met de viering van het Heilig Avondmaal in 1982-'84; dat alles herleeft weer en wat blijkt dan? De wet Donner stelt in de praktijk helemaal niets voor. De woorden van ds. Zandt zijn nog altijd helaas. . . actueel.

EIGEN STANDPUNTBEPALING

In het derde deel, pag. 86 vv poogt de schrijver de vragen te beantwoorden of Godslastering strafbaar moet en kan worden gesteld (wenselijk, resp. mogelijk? ) Neutraliteit is uitgesloten in Bijbels licht. Eerbied voor de Heere kan niet met sterke hand worden afgedwongen, maar het strafrecht mag niet worden afgeschreven bij bepaalde vormen van godsdienstige onverdraagzaamheid, die teerste gevoelens kwetsen. Belangwekkend is het punt, dat in het derde gebod de Heere Zelf zegt, „dat Hij niet onschuldig zal houden wie zijn Naam ijdel of misbruikt." Moeten wij in de rechtszal als het ware God helpen, dat dit ook daadwerkelijk geschiedt? Niettemin blijft op verschillende gronden overheidsbemoeienis met Godslastering wenselijk. De wet Donner dient anders te worden geredigeerd. We hebben nog maar zeer onlangs helaas moeten meemaken dat vloekverboden in de APVs werden geschrapt daar de Kroon opkwam voor de vrije meningsuiting - ten

Vervolg op pagina 5 Vervolg van pagina 4

onrechte, vindt de geachte schrijver en wij vallen hem daarin van harte bij. Discriminatie wordt in onze tijd een zeer eenzijdig kernwoord. Kerk en staat dienen ook in hun verhouding te worden bezien terwijl in onze samenleving de christelijke waarden en normen steeds meer worden teruggedrongen.

TEN BESLUITE

aarne vestigde ik in ons bezinnend rtikel uw aandacht op de studie van Mr. J. Plooy. Het boekje is zeer overzichtelijk gehouden, leest gemakkelijk n kan veel materiaal tot bezinning en doordenking geven. Ook de niet-juridisch geschoolde lezer kan hier goed terecht. Een literatuurlijst zorgt voor verdere verwijzing. Het moge ons als SGP-ers bij vernieuwing duidelijk zijn gemaakt hoezeer de publieke belijdenis van de naam des Heeren in deze donkere tijden te rnidden van , , een krom en verdraaid geslacht" nodig is. Niet farizeïstisch hoogmoedig maar in vrijmoedige ootmoed moge worden bedacht: Wie Mij eren, zal Ik eren en die zijn weg wel aanstelt, die zal Ik mijn heil doen zien. De God aller genade geve dat te ervaren bijzonder aan onze kamer, staten en raadsleden.

N.a.v. Strafbare Godslastering door Mr. J. Plooy, stichting onderzoek en publikatiefonds Bond tegen het vloeken, samen met uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, 1986.

Ds. W. Chr. Hovius

Katwijk aan Zee

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juli 1987

De Banier | 20 Pagina's

Aandacht en Bezinning

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juli 1987

De Banier | 20 Pagina's