Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stille oorlog op Sri Lanka

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stille oorlog op Sri Lanka

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />De strijd tussen Tamils en Singalezen op het eiland Sri Lanka is lange tijd voorpaginanieuws geweest. Nu hoor je er niet veel meer van. Is het conflict voorbij? Oppervlakkig bezien lijkt er in het zuiden niets meer aan de hand. De toerist wordt gelokt met zon, zee en palmbomen. De oorlog is ver weg. Toch verdwijnen er iedere dag mensen, zonder een spoor achter Het geweld gaat door.

Zittend in de schaduw van een palmboom hoor of zie ik niets wat aan een oorlog doet herinneren. Een fris windje blaast over het marmerwitte zand en de golven slaan spattend op de rotsen uiteen. Handelaren lopen rond met edelstenen, kokosnoten of Hollandse borduurwerkjes. Iedereen knoopt een gesprekje met je aan. De oorlog is ver, zeer ver weg... Toch spoelen er aan deze westkust nog steeds dode lichamen aan. De oorlog tussen regering en de separistische verzetsgroep "Tamiltijgers" mag zich dan wel in het noordoosten afspelen, ook in overig Sri Lanka is de vrede nog niet teruggekeerd. Ook al beweert de regering dat die andere guerillabeweging, JVP, vernietigd is. Ook al roept de toeristenindustrie dat het" in de rest van het land" volkomen veilig is.

Verdeeld
Het is eigenlijk onvoorstelbaar hoe een eiland zo groot als de Benelux in twee zo verschillende werelden verdeeld kan zijn. In het "vrije" zuidwesten is er niets wat aan de oorlog, een paar kilometer verderop, herinnert. De touroperators hebben gelijk. Er zijn geen militaire colonnes, er is geen nachtelijk uitgaansverbod. Overal voldoende eten, drinken, souvenirs. Olifanten trekken met hun slurf takken van een boom en koeien steken langzaam een razenddrukke verkeersweg over. Maar aan dezelfde kust, meer naar het oosten, zijn de eens zo statige hotels veranderd in piratennesten, waar gewapende benden een ieder onder schot nemen die te dicht in de vuurlinie komt.

Geen treinkaartjes
Wie achter de fagade van zon, strand en hotelbuffet kijkt, ziet honderdduizenden moslims op de vlucht voor het geweld in het noorden en toenemende problemen voor de bevolking, die deze oorlog ook moet betalen. De prijzen van rijst schieten omhoog. De thee is drie maal zo duur geworden en voor het brood moet vijf keer zo veel worden betaald. Tot overmaat van ramp zijn er 60.000 in het buitenland werkende Sri-Lankezen uit Koeweit teruggekeerd. Allen kostwinners voor evenzovele gezinnen. De export van thee naar Irak is stopgezet. Behalve wat hogere prijzen in de restaurants gaat de ooriog aan de toerist voorbij (of de toerist aan de oorlog). Op het strand schijnt altijd de zon. Pas als de reiziger een treinkaartje naar het noorden wil kopen, merkt hij dat er wat aan de hand is. Die kaartjes zijn er niet meer, want die treindiensten zijn uitgevallen.

Uitgeschud
Anuradnapura, de stad met de ruïnes in Centraal Sri Lanka, wordt beschouwd als een grens. Daarachter kom je, normaalgesproken, niet meer en begint de oorlogszone, waar de guerrilla en de regering elkaar bevechten. Soms wil er nog wel eens een vrachtwagenchauffeur in noordelijke richting rijden. Ieder die hij meeneemt wordt door postende guerrillastrijders flink uitgeschud en van geld en andere waardevolle zaken bevrijd. Wie dan nog noordelijker wil, loopt kans op een landmijn te trappen, of in het duistere Jaffna in een bombardement terecht te komen. Dit oude, Hollandse fort is al maanden onbereikbaar en de stad met 60.000 inwoners zou, volgens verhalen van vluchtelingen, versplinterd zijn tot een verwrongen staketsel van staal en beton. Gebouwen, stations en ziekenhuizen zijn vernietigd door artillerievuur en bombardementen. Duizenden doden liggen onder het puin en het voedsel is zo goed als op. Duizenden proberen te vluchten. Naar het zuiden, over land, waarbij velen worden beroofd, of over zee naar India, waar geregeld overvolle bootjes omslaan en honderden verdrinken. De strijd wordt door de regering een "patriottische oorlog" genoemd en ze heeft, zoals in elk ooriogvoerend land, de pers naar haar hand gezet. Elke dag berichten de kranten over moordpartijen van Tamils op onschuldige burgers en militairen.

Verdwijningen
Steeds weer legt men uit dat deze oorlog een "rechtvaardige" is en spoedig in het voordeel van de militairen geslecht zal worden. De kranten melden niet dat er ook gruweldaden door de militaire "special forces" worden uitgevoerd en het lijkt erop dat de oorlog in het noorden een beetje als bliksemafleider dient voor de toenemende verdwijningen, die in de rest van Sri Lanka plaats hebben. Want ook daar is de oorlog niet over. Overal in het land, vooral in de afgelegen dorpen, heeft een stille oorlog plaats, waarbij honderden mensen verdwijnen. Dat zijn er natuurlijk niet meer zo veel als in 1989, toen er in een dolgedraaid carroussel van geweld meer dan 30.000 mensen werden vermoord. De regering moest niet alleen het hoofd bieden aan de Tamiltijgers, in 1987 lanceerde de Janatha Vimukthi Peramuna (de JVP) een onverwacht bloedig offensief op de regering, omdat deze de hulp van Indiase vredestroepen ingeroepen had. Dat namen de Singalese nationalisten (JVP) niet; ze beschouwden de manoeuvre van de regering als verraad tegenover het (Singalese) vaderland. Duizenden en nog eens duizenden soldaten, pariementariërs, boeren en ieder die niet onvoorwaardelijk de JVP steunde, werd door deze extreem-linkse organisatie vermoord. Als reactie hierop greep de regering keihard in. Over en weer verdwenen er mensen. Ze werden aan straatlantaars geknoopt, met hun duimen aan mangobomen opgehangen en meestal verbrand aan de kant van de weg aangetroffen.

Waar zijn ze?
Eind 1989 boekte de regering een belangrijke overwinning. De leiders van de JVP werden gevangen en de groep is nu, volgens de regering, "gebroken". Achtduizend mensen zijn nog steeds vermist en het aantal blijft geleidelijk stijgen. Waarom verdwijnen er nog steeds mensen? Op verschillende plaatsen kom ik mannen en vrouwen tegen die hun broer, zus of dochter zijn kwijtgeraakt. In het district Kurunegalla zijn dit jaar al 550 mensen verdwenen. Waar zijn die? Niemand weet 't. De registratie van de verdwijningen is in handen van D. S. Jayasekara. Hij is voorzitter van de NSSP, de socialistisch-marxistische partij, en gemeenteraadslid in Kurunegalle. De wanden van z'n kantoor zijn behangen met palmboomposters, kind met traantje en een Madonna. Op z' n bureau liggen stapels dossiers en daarbovenop een revolver. Twee mannen komen binnen. Ze hebben drie uur met de bus gereisd om hier te vertellen dat hun broer eergisteren verdwenen is. Jayasekara noteert; nummer 551.

Gewend
Daarna verschijnt een oude man. Z'nzesentwintigjarige dochter is weer ontvoerd? Weer? Ja, voor de derde keer al. Was ze misschien politiek actief? De vader: ,, Welnee, ze heeft zich nooit met politiek bemoeid. '' De man blijft opvallend rustig. ,,Ach, meneer, je raakt eraan gewend. M'n eerste dochter heb ik ook nooit meer teruggezien." In de dorpen ontmoet ik er meer. Sommigen huilend, sommigen gelaten. Gewapende en gemaskerde groepen kwamen in de nacht en ontvoerden zoon of dochter. Wraakactie van de JVP? De militairen? Lijken duiken steeds weer op. Op de weg van Monaragala naar Wellawaya werden onlangs veertien verbrande lichamen aangetroffen. Tussen Kandy en Matale vindt men elke week twee of drie doden. Ze zijn onherkenbaar. Volgens vluchtelingen uit het oosten is de JVP nog niet verslagen. Ze zou zich in de jungle hebben teruggetrokken en pas nog een dorp aan de kust hebben beroofd. Weer anderen beweren dat politiebrigades op eigen houfle slachtpartijen aanrichten.

Nationalisme
Waar komt het geweld nog steeds vandaan? Tegenstellingen tussen Tamils en Singalezen? In "de restvan het land" lijkt men toch goed met elkaar overweg te kunnen. De Tamils worden door de Singalezen (de meerderheid op Sri Lanka) redelijk met rust gelaten. In een Indiaas restaurant (Tamils) in Colombo, vraag ik of het personeel wel eens wordt lastig gevallen. De eigenaar zegt dat het meevalt., ,Een of twee keer per jaar komt er een dronken groep Singalezen binnen. Die betalen dan niet en slaan daarna alles kort en klein." Etnische tegenstellingen, zeker, maar de ooriog heeft volgens Sunil Rajapaksa, directeur van een opvangcentrum van politieke vluchtelingen in Yakalla, ook een sociaal-politieke achtergrond.,,Dit conflict heeft voor een groot gedeelte ook te maken met de enorme werkloosheid. Van de 35.000 studenten kunnen er maar 5000 aan de slag. Wat gebeurt er met de andere 30.000? De helft van de bevolking werkt op het land. Is door de'' groene revolutie'' met al z' n chemicaliën en kunstmest afhankelijk geworden van de chemieconcerns en raakt nu diep in de schulden. De prijzen stijgen en de overheid schept een klimaat van nieuwe onvrede, omdat er geen ruimte is voor openlijke protesten.''

Vrijheid?
Is er vrijheid van meningsuiting? Bradman Weerakoon, regeringswoordvoerder, is verontwaardigd als ik hem deze vraag voorleg. ,,Kijkin het parlement, meneer. Kijk naar de kranten. Men kan schrijven en men is vrij om te praten. U kunt het zelf toch ook?'' Het is zo. Er worden in het parlement voorzichtig vragen gesteld. De regering geeft antwoord en stelt gerust. Maar is dat vrijheid van meningsuiting en hoe wordt de waarheid uitgelegd? Op een dag wordt er in Colombo voor mijn neus een man op een fiets door de politie neergeschoten. Twee passagiers in een bus raken gewond. In het gedrang en de paniek die volgt, weet ik niet wat de oorzaak van dit alles is. Een dag later lees ik in de Engelstalige "The Island" dat ,,een moordenaar op devlucht door de politie is doodgeschoten." Op de vlucht? Hij reed rustig door de straat, in de richting van het politiebureau... Een SriLankaanse journalist had het voorval ook gezien. Ook hij gelooft de politieverklaring niet, maar durft er niet over te schrijven. De journalist:,,Officieel kunnen we overal over schrijven, maar het is gevaarlijk en je loopt kans zelf te verdwijnen."

Ondergaande zon
Aan het strand heeft de verkoper een gat in een kokosnoot gehakt. Ik betaal hem vijf roepies en zak verder onderuit in de strandstoel. De ondergaande zon kleurt de lucht goudgeel en oranje en het glinsterende water even later schariakenrood...l< />

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 februari 1991

Terdege | 64 Pagina's

Stille oorlog op Sri Lanka

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 februari 1991

Terdege | 64 Pagina's