Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geestelijke vossenjacht in de wijngaard des Heeren (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geestelijke vossenjacht in de wijngaard des Heeren (3)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vangt gijlieden ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven; want onze wijngaarden hebben jonge druifjes. Hooglied 2:15

Nu groeien die kleine wijndruifjes in de lente. Dat is het moment waarop de bruid door de Bruidegom in de wijngaard geleid wordt. Maar wie worden er nu ook geboren in de lente? Dat zijn de kleine vossen. Die kleine vossen willen die wijngaard gaan verderven. Want die vosjes komen af op de geurende wijngaard en eten de jonge druifjes. Zij nemen de vrucht weg. Zij verderven de ganse wijngaard als er geen vossenvangers zouden zijn. Daarom zegt de Heere als de Bruidegom: Vangt gijlieden ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven. Dat leidt ons naar onze tweede gedachte:

2. Sluwe vossen
want er staat: de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven. Er zijn veel dieren die naar de wijngaard gaan om haar te verderven. Dat kan het zwijn uit het woud zijn. We lezen in Psalm 80 dat het zwijn uit het woud de wijngaard heeft uitgewroet. Als er een zwijn op de wijngaard afkomt, en er zijn wachters rondom die wijngaard, dan zien ze dat zwijn aankomen vanwege zijn omvang, maar ze horen hem ook omdat dit beest zo gromt. Dat zwijn uit het woud dat de wijngaard wil verderven en omwroeten, is een beeld van de satan, die zich soms vertoont als een briesende leeuw. Maar daar gaat onze overdenking nu niet over. Nee, we hebben het hier over vossen. Die vossen komen van buiten. Die vossen springen over de muur of dringen door een gat in de muur, waarna zij zich verbergen in de wijngaard. Die vossen zijn een beeld van de satan wanneer hij zich vertoont als een engel des lichts. Die vossen zijn bedekte lieden. Die vossen zijn te vergelijken met een adderslang nevens het pad, bijtende des paards verzenen (Gen. 49:17). Die vossen zijn de beesten die de wijngaard, maar ook de wijngaardeniers of de landlieden die daar door de Heere gesteld zijn, van achteren aanvallen. Die vossen zijn de dieren die zich verdekt en onverdacht houden. Maar zodra het donker wordt (ach, hoe vaak is het niet donker in het geestelijke leven van Gods kinderen. Hoe vaak is het niet donker in het kerkelijke leven?), komt de vos plotseling tevoorschijn uit zijn hol. Dan probeert hij die kleine druifjes weg te nemen.
Vossen kwamen vaak voor in het land van Kanaän. Dat zien we bijvoorbeeld in de geschiedenis van Simson. Hoe dichter Simson bij het Filistijnse land kwam, hoe meer vossen er aanwezig waren. Mogen we de toepassing maken? Want onze tweede gedachte gaat met name over de vossen die wij ook in ons kerkelijke leven tegenkomen. Kom, span u een weinig in, geliefde toehoorders. Hoe dichter bij het Filistijnse land, hoe meer vossen. Wat betekent dat? Wel: hoe dichter bij de wereld, hoe meer vossen. Moeten we dan niet met grote droefheid zeggen dat de wereldgelijkvormigheid met vele vossen tegelijk ook onze gemeenten is binnengedrongen? Die vossen vallen die kleine druifjes aan. De wereldgelijkvormigheid neemt in ons eigen kerkelijke leven ook grote vormen aan. Juist op een dag als deze moet die zonde genoemd worden. Denk aan de kleding, zowel van de mannen als van de vrouwen. Denk aan het vosje van de legging, hoe die onze kerken is binnengekomen. Het vosje van de legging zal eindigen in een vos van de spijkerbroek. Denk ook aan het wagenpark, vaders en mannen. Kijk eens op de parkeerplaatsen van onze kerken, welke dure wagens zien we daar niet staan? Kijk eens in de inrichting van onze huizen. Mijne geliefden, waar is de eenvoud van weleer gebleven? Ziet u die vos? Ach, misschien verbergen we die heimelijk en denken in onszelf: wat nu genoemd wordt is extreem.
Hoe is ook niet de wereld in onze gezinnen binnengekomen via de vos van internet? O, wat een sluwe vos, jonge vrienden. Hoe worden jullie belaagd door die vos van internet. Wat een sluwe vos. Wat 25 jaar geleden niet gelukt is met de televisie, lukt hem nu met internet. Via de achterdeur is hij binnengekomen. We hebben op de muur gestaan om de televisie te weren en op hetzelfde moment kwam de vos langs de achterdeur binnen. Het is de vos die nu internet heet; o lieve jonge vrienden, wat verspil je je dierbare genadetijd achter dat internet. Wat komt er een massale verleiding op jullie af. Zie je die vossen komen in de wijngaard? En wat is een nog veel ingrijpender vos van datzelfde soort? Dat zijn de mobieltjes, die bijna iedereen in zijn broekzak heeft, die ook toegang tot internet bieden.
Ach geliefde afgevaardigden, geliefde broeders, geliefde ambtsdragers, geliefde vaders en moeders, hebben we op de wacht gestaan? Die vos is onze kerken en onze huisgezinnen binnengekomen. Wat hebben we daaraan gedaan? We zijn ontzettend bezig geweest met filters. Zeker, dat moest gebeuren; maar zijn we niet te veel bezig geweest met die zaken? Hebben we iets gedaan aan gewetensvorming? Daarom zijn we zo blij dat ons deputaatschap nu juist die richting op wil gaan. We hebben eraan moeten denken toen de motie in de Tweede Kamer aangenomen werd, waardoor Kliksafe niet langer gedoogd wordt.
Dan kunnen we wijzen naar de wereld, maar wees nu eens eerlijk. Hebben we niet te veel op Kliksafe gebouwd? De Heere is een jaloers God op Zijn eigen eer. Waar zijn de ouders, waar zijn de ambtsdragers geweest die gebeden en gesmeekt hebben: Heere, bewaar onze jonge vrienden van die vele vossen op internet. Dus dat zijn nu vossen; de vos van wereldgelijkvormigheid. Wie ontkent dat die in ons midden aanwezig is? De vos van de ICT-middelen; wie ontkent dat die in ons midden aanwezig is? Er zijn overal kleine vossen.
Om nog een andere vos te noemen, denk aan de vos van kerkelijke verdeeldheid. We lezen in Gods Woord dat de vossen op de woeste plaatsen komen; ook op de berg Sion die verwoest is, zoals we lezen in Klaagliederen 5:18: Om des bergs Sions wil, die verwoest is, waar de vossen op lopen. Als we hier de toepassing op maken, dan moeten we zeggen: hoe meer kerkelijke verdeeldheid er is, hoe meer vossen van kerkelijke hoogmoed er over de puinhopen van kerkelijk Nederland heen gaan. Och, mocht de Heere toch wederkomen. Mocht de Heere toch die vossen verjagen. Mocht Hij toch nog medelijden hebben met haar gruis Mocht Hij Juda’s steên herbouwen uit het stof. Hoe moesten we met ons allen erkennen:
Wij hebben God op ’t hoogst misdaan;
Wij zijn van ’t heilspoor afgegaan;
Ja, wij en onze vaad’ren tevens. (Ps. 106:4)
Bij de voorbereiding van de synode hebben we het heldere rapport van de commissie gelezen, die de verschillen tussen ons en de Gereformeerde Gemeenten beschreven heeft. O, daar zijn die woeste plaatsen in beeld gebracht. Mocht de Heere toch medelijden hebben met haar gruis.
(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 augustus 2011

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Geestelijke vossenjacht in de wijngaard des Heeren (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 augustus 2011

De Wachter Sions | 8 Pagina's