Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leesbare brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leesbare brieven

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. C. Pieneman over...

het aannemen van het beroep naar Grand Rapids (4-slot)

De nadere bezwaren opgelost

De 11de september ontving de kerkenraad andermaal een schrijven uit Amerika over de vereniging met onze gemeente, tegelijk verzoekende een der predikanten, al was het slechts voor een paar maanden, te willen afstaan, met het oog op de dringende behoefte die er bestond aan de bediening der sacramenten aldaar.

Ik wist evenwel, dat het niet voor een paar maanden zou zijn, dat ik naar Grand Rapids zou gaan. De 13 de september zat ik in gedachten over het schrijven uit Grand Rapids, toen mij het zaad der gemeente op het hart gebonden werd en ik kreeg te geloven, dat de Heere mij zou zenden om die kinderen te dopen. Ik geloofde vast dat daar gelovige ouders waren die met hun kinderen voor de troon der genade worstelden. 't Was mij, als zag ik die kinderen en ouders, de Koning der kerk smekend aanziende, dat Hij een dienaar mocht zenden om de weldaden van Zijn verbond te bedienen. Ja, de Heere toonde mij dat Hij mij niet alleen in betrekking tot de roeping naar Amerika voor Zijn rekening genomen had, maar ook, dat 't Vaderlijk oog Zijner eeuwige voorzienigheid en Zijn Goddelijke verzorging over mij en de mijnen zijn zou. Nog iets. Er was bij mij bezwaar gerezen hoe ik te Grand Rapids in het ambt zou bevestigd worden, aangezien die gemeente niet in kerkelijk verband staat met andere gemeenten, en het mogelijk zou zijn dat er geen leraar

Naschrift

van dezelfde belijdenis te vinden was die dat op zich kon nemen. Dat bezwaar beliefde de Heere op te lossen door mij te tonen dat de Heere Jezus Zelf, de Koning der kerk, mij in het ambt zou zetten en de Heilige Geest mij zou vertroosten, zodat ik niet zou staan als een stomme hond die niet bassen kan, maar dat de Heilige Geest me zou voorlichten, opdat ik de volle raad Gods en de onnaspeurlijke rijkdom van Christus door de bediening des Heiligen Geestes zou verkondigen.

Zo werden alle bezwaren, van welke aard ook, wanneer ik ze voor 't aangezicht des Heeren kreeg neer te leggen, genadiglijk opgelost. Daardoor leefde ik als het ware in afwachting van het beroep uit Grand Rapids. In alles gevoelde ik dat de scheiding aanstaande was: zowel bij 't prediken en catechiseren, als bij 't herderlijk werk. O, ik heb die scheiding helder gevoeld en doorleefd. Vaak moest ik me vanwege dat gevoel inhouden. 't Was mijn zitten en mijn opstaan, mijn in-en mijn uitgaan, zodat ik niet in Nederland zou kunnen blijven wegens het doordringend gevoel der roeping Gods, die veel duidelijker en krachtiger doorleefd en doorworsteId is dan ik op papier vermag neer te schrijven. Enkele dagen later ontving ik het beroep uit Grand Rapids, met schier algemene stemmen. Dat was de bevestiging van alle werkzaamheden, van februari tot dat ogenblik toe.

Het beroep ontvangen en aangenomen

’s Maandags ontving ik het beroep, en hoewel er niet de minste twijfel in mijn hart was, wachtte ik tot vrijdag met het kennisgeven dat ik het beroep aangenomen had. Donderdag daarvóór werd ik, in verband met die toestand, in de reine gemeenschap met de Koning der Kerk geleid en waar de Heere Zelf Zijn goedkeuring en Goddelijk zegel aan de zaak hechtte durfde ik 't beroep niet langer uit te stellen, wijl de Heere het zo krachtdadig deed. Ik had te voren, toen ik het beroep nog ontvangen moest, gevoeld, dat wanneer de werkzaamheden vervuld werden, ik zou zeggen: ”Dank U, lieve Vader!” en dat schonk de Heere mij nu op genoemde donderdag. Ik heb toen door de bijzondere en buitengewone gemeenschap van de Heere Jezus mijn lieve Vader in de hemel kunnen danken. En ik heb het mogen ervaren, dat wat mij ook ontviel, de Heere Jezus, Die mij met Zijn dierbaar bloed gekocht heeft, mij buitengewoon heeft vertroost. Daarom mag ik tot eer van de Heere vermelden dat Hij mij door zijn Geest uitermate gesterkt heeft, zodat ik voor geheel Nederland de moed niet zou gehad hebben te bedanken. Met volle vrijmoedigheid en volkomen zekerheid des geloofs heb ik dus het beroep naar Grand Rapids aangenomen.

Toen ik mijn besluit 's vrijdagsavonds aan de kerkenraad bekendmaakte, waren de broeders wel bedroefd, maar wetende wat tevoren had plaats gehad, erkenden zij dat het de weg Gods was.

Ziehier, vrienden, in 't kort iets medegedeeld aangaande deze zaak. Alles te vermelden was mij ondoenlijk geweest. Daarom moet ik hiermee volstaan. Ik eindig met mee te delen, dat ik èn van de zijde des kerkenraads èn van die der gemeente steeds zéér veel hartelijkheid, liefde en vriendschap heb genoten, die ik altijd hoog heb gewaardeerd en die mij de gedachte aan de gemeente van Rotterdam tot een aangename herinnering zullen maken. Zo hoop ik dan met vrede mijn dierbare en onvergetelijke gemeente te verlaten en die te Grand Rapids in de Geest Gods te aanvaarden.

’t Is de wens van ons hart, dat de Heere u naar de onnaspeur lijke rijkdom Zijner genade en de onmetelijke grootheid Zijner goedertierenheid zegene en geven moge, dat het u naar lichaam en ziel, voor tijd en eeuwigheid, in elk opzicht wel ga!

Rotterdam, januari 1906

C. Pieneman

Naschrift

Ds. Pieneman arriveerde in februari 1906 in Grand Rapids. Ds. W.C. Lamain schreef later over zijn ontvangst en verblijf daar:

’In Grand Rapids was er blijdschap toen ds. Pieneman het beroep aannam. Bij gebrek aan een leraar, heeft een ouderling met de naam van Merizon, na het lezen van een predikatie die leraar bevestigd in de kerk aan Divisionstraat (...).

Verschillenden van Gods volk kwamen met hun familie over naar de gemeente omdat die leraar de volle raad Gods mocht verkondigen en spreken naar het hart van Jeruzalem. Hart en huis stonden open voor het volk van God. Niet zo ver van de pastorie was een fabriek, waar verschillenden van het volk werkten. Het is wel gebeurd, dat hij zo'n behoefte had om met dat volk te spreken over de gangen Gods, dat hij soms stond aan de straat waar dat volk voorbij kwam, en sommigen uitnodigde om met hen te eten. Hij kon niet zonder God leven. Het was zijn begeerte om met dat volk te leven'.

Ds. Pieneman moest ook daar in Amerika leren dat wij van gisteren zijn en niets weten; hij had gedacht nooit meer naar Nederland terug te keren. Op 1 mei 1909 moest hij zijn kerkenraad daar meedelen dat hij een beroep naar Charlois in de directe omgeving van Rotterdam had aangenomen.

Ds. A. van Voorden

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 2010

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Leesbare brieven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 2010

De Wachter Sions | 8 Pagina's