Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR ONZE  Militairen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR ONZE Militairen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET GEBED VOOR DE MILITAIREN

Ik heb een brief ontvangen en deze 1 wil ik in z'n geheel gaarne ter lezing aanbieden.

Geachte Krijgsman,

Ik hoop dat ik 't mis heb, maar soms schijnt het of — na de terugkeer der „Indonesië-veteranen" (!) — het meeleven met de militairen in onze gemeenten verslapt. Waar vroeger week aan week voor de militairen in Indië op de kansel gebeden werd, hoort men het nu weinig of helemaal niet meer. Nogmaals, ik hoop dat het niet overal zo is, en dat ik me in het niet meer meeleven vergis. U zult dat beter kunnen beoordelen dan ik.

Mocht het inderdaad zo zijn, dan wil ik U een voorstel doen. Geregeld gaan er nieuwe lichtingen in dienst, of komen de oudere weer voor enkele weken onder de wapenen. Als nu eens in onze gemeenten werd gevraagd, of de ouders van deze militairen aan de kerkeraad mede willen delen naar welk garnizoen en welke kazerne hun zoon vertrekt en wanneer. Als deze kerkeraad dat dan eens doorgaf aan de kerkeraad van onze gemeente in dat garnizoen. En als deze kerkeraad dan eens iemand aanstelde om deze militair daar in de kazerne op te zoeken en hem enkele adressen te geven waar hij 's avonds in de huiselijke kring welkom is? Ik weet het, het is theorie. Maar zouden we niets in deze richting kunnen doen ? Mogelijk kunt U er eens de aandacht op vestigen.

De militair zal altijd dankbaar terug denken aan de fijne avonden in zijn diensttijd bij gemeenteleden in de huiselijke kring doorgebracht.

Getuige Kampen.

Met hartelijke groeten,

Ziedaar de brief. Waarom heb ik die in „Daniël" geplaatst? Omdat er zoveel nieuws in staat? Neen jongens, dat is niet de reden. Wat is dan de reden? Ik wil die jongen een antwoord geven. En als er nog meer zulke jongens zijn clan kunnen ze hier mijn antwoord vinden.

Het eerste gedeelte van de brief gaat over het meeleven met ons en wel speciaal door de kerkeraad. Ik wil m'n vriend een vraag stellen. Ben je al eens bij je kerkeraad geweest met deze zaak? Je moet niet vergeten dat „Daniël" geen klachten over kerkeraden kan behandelen hoor. Het is en blijft een blad van het Landelijk Verband van Jongelingsverenigingen der Geref. Gemeenten in Nederland. Tot op heden heeft de redactie dit altijd scherp in 't oog gehouden en ik geloof dat dit zeer verstandig is. Ons kerkelijk blad is „De Saambinder" en heeft deswege een geheel ander karakter. Dus bezwaren of klachten over een kerkeraad worden in „Daniël" niet behandeld hoor. Nu wil ik niet geloven dat briefschrijver het zo bedoeld maar erg tevreden over de tegenwoordige gang van zaken is hij toch niet. Gaat eens praten jö bij je kerkeraad! Dat mag toch wel. Mijn gedachten over deze zaak zijn een beetje anders dan die van jou. Ik wil ze je wel eens meedelen.

Toen er iedere week voor ons op de kansel werd gebeden toen leefden we in een zeer bijzondere gevaarvolle tijd. Dat zal je toch wel met me eens zijn hè? We kunnen gerust zonder overdrijving zeggen, dat we in oorlog leefden met Indië.

Menige jongen is daar gesneuveld. Het was voor vele militairen, ouders, verloofden en verdere familie een bange, angstige tijd. Welnu mijn vriend, in zo'n tijd, riepen onze Vaderen een bid-of dankdag uit. Was die in gewone tijden dan overbodig? Wie zou dat durven en willen beweren. Maar we dienen de omstandigheden waarin we leven niet uit het oog te verliezen. Toen was er nood, vreze en angst, zijn deze thans voor onze militairen in die mate aanwezig als toen ter tijd? Dit betwijfel ik ten zeerste. Toen was er reden om hen in 't byzonder te gedenken. Is die reden er nog? Hebben ze dan nu het gebed niet van node? Dat zou ik niet graag beweren, maar thans worden ze begrepen in het algemeen gebed. Ik geloof niet dat we dit megen uitleggen als een verslapping van meeleven. Ik geloof zelfs mijn waarde vriend dat ik voor deze mening steun kan vinden in Gods Woord. Mag ik eens een voorbeeld aanhalen? Dan moet je eens lezen Exodus 14 : 10. Daar kunt ge lezen van de kinderen Israëls voor hun doortocht door de Rode Zee. Ge kunt daar lezen; „toen riepen de kinderen Israëls tot den Heere." Moesten ze dat dan niet iedere dag doen? Ja wel, maar toen in het bijzonder.

Wilt ge nog een voorbeeld? Och er staan er zoveel in Gods Woord. Ik zou zeggen lees maar eens na het leven van David, van Hiskia toen hij krank was. Me dunkt ge kunt de voorbeelden zelf wel vinden. Onze ouden zeiden: „Bijzondere tijden eisen bijzondere behoeften." Werkelijk mijn vriend ik geloof dat er thans voor onze militairen geen bijzondere noden bestaan. We behoeven toch niet militair te zijn om in de vreemde te moeten verkeren. Daar zijn ook veel burgerjongens die hun werk in de vreemde verrichten. Zijn de gevaren voor deze Iaatsten minder dan voor de militair? Je weet — want ik heb dat al meer geschreven — dat ik zelf ook militair ben, maar ik zie werkelijk niet in, dat we thans in een bijzondere nood of gevaar verkeren. Zoals ik hierboven al heb geschreven, houdt dat niet in dat wij militairen het gebed kunnen missen.

Verre van dat. Maar ik durf niet de conclusie trekken < jat er een vermindering-van meeleven teni opzichte van ons is. Maar voor ik mijn artikeltje besluit wil ik graag dit nog even zeggen. Daar is voor de jongens in Indië veel gebeden. Ons volk en laat ik nu maar blijven bij onze Gemeenten, die hebben op een bewonderenswaardige wijze hun medeleven betoond. Daar zijn vele en grote offers gebracht. Dit alles heeft ons volk met liefde gebracht. Maar nu anderzijds. Is dit door allen gewaardeerd? Gelukkig door velen. De bewijzen hiervoor zijn geleverd. Toch heeft mij één ding altijd bijzonder getroffen. Wat is dat? „Daniël" is op grote schaal kosteloos naar Indië verzonden. Het werd veel en graag gelezen. Buitengewoon veel arbeid en geld heeft ons dit gekost. Ons volk heeft dit met liefde geofferd. Denk maar eens aan de verzonden pakketten-Wat een prachtige inhoud hadden die niet. Wat een arbeid was dat vóór zo'n zending dei deur uit was. Wat een blijdschap en een dankbaarheid bij cle ontvangst. Weet je dat nog jongens? Ontroerende brieven heb ik wel gelezen toen. En nu? Leest men „Daniël" nog? Is men nu betalend abonné? Gaat men wel eens één avondje er op uit om een abonné te winnen?

Het is nog hetzelfde blad hoor jongens en een jaargang van „Daniël" is de moeite waard om te bezitten. Me dunkt als iedere Indië-veteraan eens abonné werd en hij bracht eens één lid aan, wat zou ons lezerstal stijgen. Ik had altijd hoop op die oude garde maar ik moet eerlijk bekennen dat ik daarin wel een beetje ben teleurgesteld. Mag ik jullie eens oproepen voor deze strijd. Het is een vreedzame hoor en je doet er een goed werk mee.

Tenslotte jongens en dat is het voornaamste. Wat hebben al die gebeden bij jullie uitgewerkt? Daar komt het toch op aan. Als ze niets hebben uitgewerkt dan zullen ze eenmaal tegen je getuigen. De Heere zegt: „Wat is er nog meer aan Mijnen wijngaard te doen, wat Ik niet heb gedaan? " De Heere mocht jullie nog eens bekeren, voordat het voor eeuwig te laat is.

D.V. hoop ik de volgende keer de rest van deze brief te behandelen.

Allen het beste toegewenst van

„KRIJGSMAN".

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1951

Daniel | 8 Pagina's

VOOR ONZE  Militairen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1951

Daniel | 8 Pagina's