Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een nieuwe hemel en een nieuwe  aarde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is de schepping toch schitterend. De natuur! Je kunt er met je verrekijker op uitgaan en de mooiste dingen ontdekken: een aalscholver met een vis in zijn bek, een roodborstje in de tuin, een zingende merel boven in een boom. Heb je wel eens een ondergaande zon gezien en de prachtige kleuren van het avondrood? Of de dauwdruppels, die als parels op een vrucht blinken, als de zon opgaat. Heb je wel eens bij nacht naar de sterrenhemel gekeken? De Grote Beer, de Kleine, de Melkweg, Orion. O God, wat bent U groot, dat u dat allemaal hebt geschapen.

De schepping zucht als in barensnood, daarin zitten twee elementen: pijn en hoop!

En toch... die aalscholver staat wel met een vis in zijn bek! Die vis gaat dood. Een de adder bilt zijn prooi dood met zijn giftanden. En de leeuw verscheurt het lam en die kleine lieve donzige eendjes, die metz'n negenen achter moedereend aanzwemmen zijn een dag later maar meer metz'n zevenen. Hoe komt dat? Opgevreten door een waterrat of een reiger. Dat is allemaal minder mooi en romantisch. De hele schepping is onderworpen aan de dood. Dat komt door de zondeval.

Daarom ziet de schepping met hunkerend verlangen uit naar het moment waarop ze van de vloek van de zondeval bevrijd zal worden als alles weer zo heerlijk zal stralen als in het paradijs. Alles wordt nieuw. Dat is ook de boodschap van het nieuwe jaar, dat we met elkaar mogen ingaan. Nu volgen de jaren elkaar nog op. Nu gaat de zon nog onder. Maar de Heere heeft beloofd: Ziet, Ik maak alle dingen nieuw. Naar Gods belofte verwachten we nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont.

Een nieuwe kosmos

Met de nieuwe hemel en aarde wordt in de Bijbel de schepping bedoeld. Het woordje 'hemel' zou voor ons misverstanden kunnen oproepen, want wij kennen uit de Bijbel de 'hemel' in de eerste plaats als de woonplaats van God. Maar die wordt hiermee niet

bedoeld. Als de profeet Jesaja de eindtijd beschrijft en de eeuwige vreugde van het nieuwe Jeruzalem en zegt: Want ziet, Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, dan bedoelt hij daarmee de schepping, de vernieuwing van de kosmos. Zo ook Petrus in zijn tweede brief. Daar schrijft hij in hoofdstuk 3 over de wederkomst en de vernieuwing van de schepping: De hemelen zullen met een gedruis voorbij gaan en de elementen zullen branden en vergaan en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden. En dan trekt Petrus de lijn van de hoop direct door als hij eraan toevoegt: Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont (vers 13).

En, om nog een voorbeeld te noemen, de apostel Johannes eindigt zijn Openbaring, die hij van God ontvangen heeft, met de nieuwe toekomst: n ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbij gegaan, en de zee was niet meer (Openbaring 21:1).

In al deze genoemde voorbeelden betekent het woordje 'hemel' niet de hemel der hemelen, maar de wolkenhemel, het uitspansel, het firmament, de hele schepping, die vernieuwd zal worden.

De zuchtende schepping

Door onze zondeval is de vloek over de schepping gekomen. De aarde brengt nu dorens en distels voort en het uitspansel, de 'lucht' is de woonplaats van de demonen geworden. Paulus noemt satan de overste van de macht der lucht (Efeze 2 : 2).

Van daaruit regeren ze de mensenwereld op aarde. Zo is ook de hemel bedorven door de werkzaamheid van duistere machten en de aarde door de vloek en de verderfenis waaraan ze werd onderworpen vanwege de zondeval.

De aarde was speciaal door God geschapen als woonplaats voor de mens. Zij moest aan de mens, als de hoogste van alle schepselen, alles bieden wat voor het natuurlijke leven nodig was. Als Adam niet gevallen was, zou de mens voor eeuwig op aarde geleefd hebben. Dan waren een nieuwe hemel en aarde niet nodig geweest. Maar nu is het hemelgewelf bedorven en de aarde vervloekt. Het schepsel is aan de ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het der ijdelheid onderworpen heeft (Romeinen 8 : 20). Dat is de diepste oorzaak van de zuchtende schepping. Adam sleurde heel Gods goede schepping mee in zijn zondeval. Dat weet de schepping zelf niet. Zij zucht onbewust onder die dienstbaarheid der verderfenis (vers 20 - 22). Wij weten dat wel uit Gods Woord. Hebben de hagelstormen en natuurrampen, waarbij duizenden slachtoffers vielen, je ooit gewezen op de zuchtende schepping, zuchtend onder de gevolgen van onze zondeval? De ganse schepping, in al haar delen, zucht als in barensnood.

Dat is duidelijke taal! Een barende vrouw zucht. Daarin zitten twee elementen: e pijn en de hoop! De pijn van het lijden en de hoop op het nieuwe leven, dat zich aankondigt. Zo is dat nu ook in de schepping. Deze oude wereld kraakt en kreunt in al haar voegen. Ze zucht van ellende onder de dienstbaarheid der verderfenis. Maar in dat zuchten zit ook het onbestemde verlangen naar het nieuwe leven, de wedergeboorte van alle dingen (Mattheüs 19:28), de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

Zoals de eerste wereld in de dagen van Noach door het water van de zondvloed gereinigd is, zo zal deze wereld door het louteringsvuur van het gericht gereinigd worden van alle goddeloosheid. Openbaring 21 over de nieuwe hemel en aarde sluit aan bij Genesis 1, waar de schepping beschreven staat. Dat wordt ook tot uitdrukking gebracht door allerlei beelden in Openbaring 22 : 1 - 2, die aan het paradijs herinneren: e heldere rivier en de boom des levens.

Christus heeft de vloek van de schepping gedragen

Degenen, die door Gods Geest geleid worden, horen en zien in dat zuchten van de onbezielde schepping het heimwee naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, naar de openbaring van de vrijheid der heerlijkheid van de

kinderen Gods. Smachtend verlangen zij naar de tijd, dat de schepping bevrijd zal worden van de vloek, die om Adam over haar gekomen is en door Christus al is weggedragen. Want in Hem ligt de grond voor het komen van die nieuwe schepping.

Christus is niet alleen de Redder van zondaren, maar ook van de schepping. Hij heeft de vloek van de schepping weggedragen. Dat zien we zo duidelijk als Hij met dorens (gevolg van de vloek over de schepping) wordt gekroond. Die doornenkroon laat ons zien dat het komen van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde gegrond is in Zijn zoenbloed. Daarom zien we ook dat de laatste hoofdstukken van Openbaring en ook stukken uit 1 Korinthe 15 staan in het teken en de taal van Genesis 1 en 2. We mogen dus Christus' vernieuwend werk en het werk van de Heilige Geest niet alleen beperken tot de mens. Nee, God wil alles tot één vergaderen in Christus (Efeze 1 : 10). De schepping zelf hoopt vrijgemaakt te worden van de dienstbaarheid aan het verderf (Romeinen 8:31). Ten diepste verheerlijkt God Zijn hele schepping. Maar over de verheerlijking van de schepping wordt altijd zo geschreven, dat het hart en het doel ervan de verheerlijking van God en Zijn kinderen is. Hij laat de hele schepping mee getuigen met de heerlijkheid van Christus, die ook de heerlijkheid van de Zijnen is. Daarom zal ook de schepping door het gericht heen ontdaan worden van de vloek van de zondeval, de doornen en distels uit Genesis 3. De verbinding tussen de schepping na

de zondeval en de hemel, waar God Zijn heerlijkheid openbaart, zal met de komst van de nieuwe aarde weer hersteld worden. Die breuk zal volkomen geheeld worden. Ja, meer nog, de hemel en de aarde zullen zo nauw met elkaar verenigd worden, dat het een plaats zal worden van Gods heerlijkheid. Want het nieuwe Jeruzalem zal van God neerdalen uit de hemel. Zo zal Gods hemelse woning zich over de aarde uitbreiden. Gods tabernakel zal bij de mensen zijn. Dat betekent dat Hij bij hen zal wonen. Dan zal het leven van de zaligen, die met lichaam en ziel op de nieuwe aar-

de zullen wonen, tot een eeuwig durende dienst en verheerlijking van God worden. Dan is er het nieuwe paradijs met de rivier en de boom des levens. Dat wijst op de hoogste levensvreugde en levensrijkdom. Dan is de gemeenschap met God en de dienst van God volkomen. Zo ligt in Christus de oorzaak van deze nieuwe schepping, van deze nieuwe aarde, die overkoepeld zal zijn door een nieuwe hemel. Onthoudt het dus goed, in de christelijke toekomstverwachting gaat het om de aarde! De nieuwe aarde! Daar zal de verloste mens wonen en daar zal God Zijn heerlijkheid openbaren.

De verhouding tussen schepping en voleinding

Is die nieuwe aarde met het uitspansel er omheen nu een totaal nieuwe schepping, of een vernieuwing in de zin van reiniging van de zonde? Wat betekent het woordje 'nieuw' in dit geval? Die vraag is al vaak gesteld en steeds weer verschillend beantwoord. Op grond van 2 Petrus 3 : 7, waar gesproken wordt over het ten vure bewaard worden van de schepping tegen de dag van het oordeel, krijgen we de indruk dat alles zal vergaan en dat er een heel nieuwe schepping zal komen. Dat is de lijn van de discontinuïteit tussen schepping en voleinding. De hemelen zullen brandende vergaan en de elementen zullen in vuur wegsmelten (2 Petrus 3). Hier wordt toch een duidelijke breuklijn getekend tussen heteindgericht en het nieuwe dat daarna komt. Zo ook in Openbaring 21. De eerste hemel en de eerste aarde waren voorbij gegaan. Daar is werkelijk sprake van een voorbijgaan van de eerste schepping en van een nieuwe scheppingsdaad van God.

Toch is het beeld van het vuur ook een beeld van schoonbranden, louteren. Op grond daarvan geloven velen meer in een herschepping dan een totaal nieuwe schepping. Niet dat alles gerepareerd of gerestaureerd zal worden, want daar is alles veel te ingrijpend voor bedorven door de zondeval. Calvijn denkt hier aan een nieuwe gedaante. dus een vernieu-Wingvan het bestaande. Hij baseert deze mening op Romeinen 8, waar gezegd wordt dat de schepping met opgestoken hoofd uitziet naar het vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis. Dat ziet op een bevrijding of reiniging van het bestaande. In het algemeen heeft de gereformeerde traditie deze lijn vast gehouden. Denk maar aan watGuido de Brés belijdt in zijn laatste artikel van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Daar zegt hij dat Christus deze oude wereld in vuur en vlam zal stellen om haar te zuiveren (artikel 37).

Ben jij er persoonlijk bij betrokken?

God zal alle dingen nieuw maken en alle dingen vervullen met Zijn heerlijkheid. Dat gaat nu toch ook boven onze bevatting uit. Daarom is een vurige verwachting van wat komen gaat en het in hope zalig worden (Romeinen 8 : 24) beter op zijn plaats dan allerlei speculaties. Ken jij die

verwachting ook? Dat verlangend uitzien naar de tijd, dat we voorgoed van de zonde en de gevolgen van de zonde verlost zullen zijn en de heerlijkheid van God en Christus zullen uitstralen? Als dat zo is, mogen we ook in gelovig vertrouwen de toekomst in Gods hand laten, in de wetenschap dat Hij al onze verwachtingen verre zal overtreffen. Het voornaamste van de verheerlijking, die Gods kinderen deelachtig zullen zijn op de nieuwe aarde is, dat het beeld en de gelijkenis van God in het leven met Hem volkomen hersteld zal zijn. Ze zullen zijn als de engelen van God in de hemel. Ze zullen Hem gelijk wezen en dat betekent niet dat ze dan ook 'goden' zullen worden, want er zal altijd verschil blijven bestaan tussen God en Zijn kinderen, ook in de heerlijkheid van het leven met Hem. Maar dit herstel van het leven met God in Zijn beeld en naar Zijn gelijkenis zal hierin bestaan, dat zij aan Christus' heerlijk lichaam gelijkvormig zullen zijn. Die verheerlijking in de voleinding betekent, dat God alles zal zijn en in allen. Dat wil zeggen, dat Hij bij Zijn volk zal wonen in het nieuwe Jeruzalem, dat Zijn heerlijkheid zal vertonen en dat Hij haar tempel zal zijn, samen met het Lam Christus, en dat Hij haar Licht zal zijn.

Jouw houding ten opzichte van die heerlijke toekomst

Wat een toekomst! Lokt jou dat niet aan? Of is die toegang voor jou niet geopend? Die toegang is er alleen door Jezus' bloed. Heb je Hem lief? Heb je Hem nodig? Ken je iets van die heerlijke kracht van Jezus' bloed in je leven? Als dat niet zo is, wat zal dan jouw toekomst zijn? De Bijbel spreekt ook over de eeuwige straf. Dan zegt de Heere heden: ntvliedt de toekomende toorn! Hoe? Door te geloven in de gewilligheid van Jezus om ook jou zalig te maken. Leef niet door, maar roep Hem aan in de dag der benauwdheid en Hij zal je eruit helpen (Psalm 50:15).

Deze heerlijke toekomstverwachting heeft ook betekenis voor ons leven hier op aarde en voor de waardering van alle stoffelijke dingen. Onze schat is in de hemelen (Mattheüs 6 : 20), ook ons burgerschap (Fillippenzen 3 : 20), we zijn hier vreemdelingen en bijwoners in deze wereld (Hebreeën 11:13 -16), onze erfenis wordt hierboven in de hemelen bewaard (1 Petrus 1 : 4). En wie nu hier in de gebrokenheid van het leven het zuchten door de Geest kent vanwege de dienstbaarheid aan de verderfenis, die zal ook zijn hoop stellen op de komende heerlijkheid. Wie hier voor God en voor Christus geleefd heeft, die zal tot in alle eeuwigheid op de nieuwe aarde Zijn heerlijkheid uitstralen. En dan zijn we hier getrouw en we verwachten de komst van de Bruidegom. Dat maakt ons juist getrouw in onze taak in deze wereld. We dragen de smaad, die aan de dienst van Christus verbonden is, want we verwachten de toekomende stad. Dan woekeren we hier met onze talenten, die God ons gegeven heeft, en zo verbeiden we Zijn komst. Want naarmate we hier in dit leven in het besteden van de aan ons geschonken talenten getrouw geweest zijn, zullen we in het Koninkrijk Gods groter eer en heerlijkheid ontvangen. Wie zou niet verlangen naar die heer-

lijke toekomst, als straks de nieuwe aarde ligt te glanzen in de stralen van Gods heerlijkheid? Om dan Zijn heerlijkheid uitte mogen stralen. Als je deze heerlijke verwachting mag kennen, zul je toch met groot verlangen uitzien naar de komende heerlijkheid. We zullen roepen: Kom Heere Jezus, kom haastig." Als nu de onbezielde schepping met opgestoken hoofd (met reikhalzend verlangen) uitziet naar de openbaring van de komende heerlijkheid (Romeinen 8:19-21), zouden Gods kinderen dan geen diep heimwee hebben naar de heerlijkheid, die komt, als Jezus komt? Verlang jij ook naar die toekomst?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 2002

Daniel | 31 Pagina's

Een nieuwe hemel en een nieuwe  aarde

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 2002

Daniel | 31 Pagina's