Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE PRAKTIJK 53

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE PRAKTIJK 53

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is aangenaam als men als ambtsdrager op huisbezoek mag horen verhalen van de leidingen des Heeren in het leven, in het bijzonder wanneer er begonnen wordt bij het begin, als men vertelt waar de Heere door Zijn overtuigende en ontdekkende Geest begonnen is en men bekend gemaakt werd met zijn gans verloren toestand voor de eeuwigheid. En hoe in de onmogelijkheid van ’s mensen zijde de Heere de enige mogelijkheid kwam te openen in de openbaring van de gezegende Heere Jezus als Borg en Zaligmaker.

Zo mochten wij enkele jaren geleden huisbezoek doen, waar wij deze zaken breedvoeriger vernamen. Maar, zeide de oude vader van dat gezin, als wij eens terugdenken aan de buurt waar u en ik zijn geboren en opgevoed, dan moeten wij wel zeggen: wat heeft daar een verandering plaats gehad tijdens ons leven.

De spreker verhaalde van uit zijn jeugd, van voor de eerste wereldoorlog, hoe er toen veel volk woonde, waarvan bekend was, dat de Heere er op neder had gezien in ontferming die konden verhalen van hun omzetting en de leidingen en de bijzondere bemoeienissen in hun leven. Verschillende personen werden met naam genoemd, die wij ook zelf van nabij hebben gekend.

Er ging zulk een achting voor die mensen uit dat zelfs de kinderen van socialisten van hun ouders op zondag niet op de weg mochten spelen, en hoewel die mensen niet van één kerkelijke gezindheid waren, als zij elkander ontmoetten en het leven was levendig, dan werd gesproken over de leidingen Gods in hun leven en wat zij in hun God en Heere ontmoet hadden in de onderscheiden wegen, waarin zij hadden verkeerd en door de Heere waren uitgeholpen. Als ik daaraan denk, wat mochten die mensen getuigen van de bijzondere nabijheid des Heeren en wat horen wij daar tegenwoordig toch weinig van.

Ja vriend, uw laatste opmerking is ook menigmaalbij mij ’n vraag. Ik ben reeds als schooljongen er regelmatig bijgeweest als men zo vertrouwelijk aan elkander vertelde wat men in de Heere ontmoet had en daar ging wat van uit. Wat zag ik tegen die mensen op. Zij waren gelukkig in mijn ogen. Nu gaat het er niet om de oudheid te verheerlijken, want ik heb het ook wel meegemaakt, dat zij het over sommige zaken niet eens waren en dan bleek het wel eens duidelijk, dat zij ook mensen waren met vele gebreken. Zij waren niet altijd op de rechte plaats.

Hoe menigmaal wordt de vrede in het gemoed verstoord. Er is zo weinig voor nodig om afgetrokken te worden. Dan is er verwijdering en wordt men onvrede gewaar. Men loopt rond met een zwijgende mond en een beschuldigende conscientie. En als het de Heere belieft de ogen daarvoor te openen, wat kom je er dan met schuld uit, wat wordt het dan een wonder, dat de Heere ons niet laat doorgaan in zo’n afwijkende weg, maar door onderwijzing hen die dwalen brengt in het rechte spoor.

Nu vraagt u, vriend, wat naar mijn gedachten daar wel een oorzaak van kan zijn, dat men die gemeenschap, die wij voorheen gezien en van gehoord hebben, zo niet opmerkt. Zou het kunnen zijn, vriend, dat wij hier moeten denken aan een verregaande wereldgelijkvormigheid ?

Daar komt mij voor de aandacht een zaak, die een goede bekende uit zijn eigen leven eens heeft verteld. Hij was een man, die op zakelijke gronden kon vertellen, hoe de Heere hem had opgezocht en hem had onderwezen uit en door Zijn Woord. Enkele jaren mocht hij reeds gebruik maken van de bediening van het H. Avondmaal.

Het gebeurde, dat hij in de week van voorbereiding ruim gesteld was in zijn gemoed. Er was levendig uitzicht om des Heeren lijden en sterven te gedenken. Op die zondagmorgen werd genodigd om toe te treden. Met vrijmoedigheid ging hij toe en zat aan. Daar bleven aan die tafel een paar plaatsen onbezet. Onze vriend zag dat, maar de indrukken die hij ondervond tijdens de bediening waren zodanig, dat het ontbreken van enige gewoonlijke avondmaalgangers als zodanig hem niet hinderde.

In zijn bank teruggekomen bemerkte hij bij een tweede tafel hoe een paar mensen, die voorheen aangingen, nu op nun plaats bleven zitten. Dit trok opnieuw zijn aandacht. Het werd een vragen in hem: Heere wat mag daar toch de oorzaak van zijn ? Het dreef hem uit. Toen de kerk uitging kwam opmerkelijk voor zijn aandacht, dat de Heere tot Jozua zeide, dat er een ban in het leger was. Dit liet hem niet los. Gedurig kwam dit voor zijn aandacht. Zijn gedachten werden heengeleid naar zijn medemensen, die nu geen vrijmoedigheid hadden gehad om Avondmaal te vieren. Dat deed hem zeer.

Op maandagmorgen al vroeg wakker zijnde kwamen deze dingen zeer sterk voor zijn aandacht. Dit dreef hem uit met de bede, dat de Heere hem licht in deze zaak wilde geven. Zeer getroffen werd hij door deze woorden: Die Mij eren zal Ik eren, waardoor zulk een vrede in zijn hart daalde, dat hij als het ware de goedkeuring des Heeren mocht ervaren over zijn Avondmaalsgang: vrede in z’n hart en een diep buigen voor de Heere als een alles onwaardige. Als het ervaren mag worden hoe nederbuigend goed de Heere afdaalt, dan staat men sprakeloos van verwondering.

Maar onze vriend wist toen nog niet waarom er een ban in het leger was. Zo ontmoette hij op diezelfde dag een mede - avondmaalganger, die tot hem zeide: heb je gisteren tijdens de bediening niets gemerkt ? Zijn antwoord was, dat hij gezien had dat enkele personen die reeds jaren gebruik mochten maken van de Tafel des Heeren nu in hun banken gebleven waren. Toen kreeg hij ten antwoord: Heeft u dat verwonderd daar die personen in de week van voorbereiding, waarin de verjaardag van H. M. de Koningin uitbundig werd gevierd, tot laat in de avond zich bij al die festiviteiten bevonden. En u hebt zeker wel gehoord hoe ’t er op ’n zeer wereldse wijze naar toegegaan is. En als je nu daar je vermaak in vindt, kun je het nu begrijpen, dat er geen vrijmoedigheid was om deel te nemen aan de Tafel ?

Na deze woorden ging onze vriend wel een licht op. Het was een onderwijzing voor hem dat het nauw uitgaat. Het meedoen met de wereld is ingeburgerd in ons hart. Wie gaat hier vrijuit? Dit is wel mede een zaak van onderzoek in een week van voorbereiding. En als we nu eens nagaan hoe de wereldgelijkvormigheid toeneemt ook onder degenen die de Naam des Heeren belijden. wat kan er tegenwoordig allerwege veel mee door, wat ontmoet men veel waarvan men zeggen moet: daar kan ik niet aan mee doen, dat men gevoelt: dat is niet naar Schrift, belijdenis en beleving, daar kan men geen vrede mee hebben.

Zou dit alles soms een oorzaak kunnen zijn, dat men tegenwoordig zo weinig hoort gewagen van de leidingen des Heeren met Zijn volk? Nochtans houdt de Heere Zich niet onbetuigd. Er mogen wel eens gesprekken plaats vinden van hart tot hart, waaruit het leven spreekt. Dan is er ruimte in het gemoed en wordt de Heere de ere gegeven. Dat zijn dierbare ogenblikken en men is klein, ja niets in zichzelve en de Heere is alles in en voor hem.

In hetgeen we deze avond gehoord hebben, zo werd door een der huisgenoten gezegd, zit voor ons allen wel wat leerzaams tot onderzoek, hoe het met ons gesteld is op weg en reis naar de eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1979

Bewaar het pand | 6 Pagina's

UIT DE PRAKTIJK 53

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1979

Bewaar het pand | 6 Pagina's