Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De dynamiek van de duinen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De dynamiek van de duinen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nederland wordt aan de westkust en de noordkust van de Waddeneilanden beschermd door een duinenrij. Hier en daar uiterst smal, zodat de mens moet ingrijpen om het achterland te beschermen. Op andere plaatsen breed, als een natuurlijke bescherming tegen de zee. Door wind en water verandert het duinlandschap voortdurend.

Toen lang geleden het Nauw van Calais ontstond, kregen zeestromingen vat op het zand in de Noordzee. Grote hoeveelheden werden door de stromingen verplaatst. Ze zetten zich af tegen strandwallen in het westen van Nederland en tegen de rij eilanden in het noorden. In het noorden werden regelmatig opgestoven duinen door de zee uiteengeslagen. Het oude zand vormde weer de bouwstenen voor nieuwe duinen. De duinenrijen in het noorden zijn daarom anders van samenstelling dan die aan de westkust. Dat is te zien aan de kleur van het zand. Het duinzand in het noorden van Noord-Holland en op de Waddeneilanden is witter dan het zand elders. Door uitspoeling is het noordelijke duinzand kalkarm. In het westen zijn de zeeduinen kalkrijk, maar de binnenduinen juist weer kalkarm, door uitloging als gevolg van regenval en andere klimaatsinvloeden. Door deze verschillen bestaat in het duinlandschap een grote variatie aan plantensoorten.
De zeeduinen hebben hun kalkrijkdom te danken aan de grote hoeveelheden schelpen die aan de vloedlijn liggen. Deze schelpen vergruizen en het fijne materiaal stuift met het zand naar de duinen. De bovenlaag wordt echter al spoedig door regenwater uitgeloogd. Het koolzuur dat in het regenwater zit, lost de kalk op. Er ontstaat een schrale grond, vergelijkbaar met heidevelden. Hoe ouder het duin, hoe kalkarmer de grond. Net als op de arme gronden van Drenthe treffen we op deze arme duingronden dan ook heide aan.
Dat Nederland zon uitgestrekt duinlandschap kent, heeft niet alleen te maken met de aanwezigheid van zandstranden. Er zijn plaatsen in de wereld met brede zandstranden waar helemaal geen duinvorming te zien is. Een belangrijke rol speelt de ondiepe (gemiddeld slechts 15 meter) zandbodem van de Noordzee. Verder is er een relatief gering verschil tussen eb en vloed. Het strand zal daardoor bijna nooit geheel onder water staan, waardoor de wind het zand kan drogen en laten stuiven. De windrichting is bij ons overwegend tussen noordwest en zuidwest, dus stuift het zand rechtstreeks tegen de duinen aan. Zandbanken verplaatsen zich als gevolg van zeestromingen veelal in de richting van de kust. Aangezien de vloedstroom sterker is dan de ebstroom, zal er altijd meer zand worden aangevoerd dan afgevoerd.
Wind en water zijn de bouwers van het duin, maar er kunnen zich ook omstandigheden voordoen waarbij alles weer afgebroken wordt. Bij extreem hoog water wordt soms de duinvoet bereikt. Storm en water werken dan samen om de duinen af te breken. Grote hoeveelheden zand spoelen terug naar zee, maar als de rust is weergekeerd, begint het bouwproces weer van voren af aan.

Duinvegetatie
Zelfs het kleinste aanspoelsel of plantje kan meehelpen de duinen te bouwen. Het door de wind en de zon gedroogde zand stuift laag boven de oppervlakte. Aanspoelsels of plantjes houden deze verstuiving tegen en zelfs duintjes van een paar centimeter kunnen de aanzet zijn tot de vorming van een grote duinenrij. Vooral als plantjes wortelen in die pas ontstane duintjes, kan een duintje snel een duin worden.
Planten die in staat zijn zich in het zoute en weinig voedsel bevattende stuifzandmilieu te handhaven, moeten over bijzondere eigenschappen beschikken. Helm en biestarwegras kunnen goed tegen zout en zijn met hun wijd vertakte wortelstelsel in staat het zand vast te houden. Een andere pionierplant is de zeepostelein, een klein plantje met vlezige, dicht opeen zittende bladeren. De kleine witte bloempjes bloeien in juni en juli. Een klein wonder in een omgeving als een woestijn. De belangrijkste plant blijft echter de helm. Pas als de duinen zeer hoog worden, verliest helm zijn betekenis en gaan andere planten het duinzand vasthouden. Er komt een moment dat de vegetatie zo rijk wordt, dat de wind geen vat meer krijgt op het zand. De dynamiek van stuivend zand en zich verplaatsende duinen ruimt dan het veld voor de dynamische wereld van vele plantensoorten.
Soms helpt de mens de natuur een handje, door rietschermen te plaatsen, helm aan te planten of rijshout in het zand te steken.

Binnenduinen
Het duinlandschap van de binnenduinen kan sterk variëren. Duinbossen, heidevelden en natte duinvalleien wisselen elkaar af, ieder met een eigen flora en fauna. In het kalkrijke deel van de binnenduinen vinden we andere planten dan in het kalkarme gedeelte. De blauwe zeedistel en de kruisdistel zijn twee planten die van kalkrijke grond houden. We noemen ze distel, maar eigenlijk zijn het helemaal geen distels. Ze behoren beide tot de familie van de schermbloemigen.
Duindoorns staan vaak op droge plaatsen, waar harde wind en fel zonlicht vat op kunnen krijgen, en moeten zich wapenen tegen uitdroging. Het langwerpige blad van de duindoorn is aan de onderzijde licht behaard en de takken hebben een waslaagje. Een perfecte bescherming tegen uitdroging. De bloeiwijze in het voorjaar valt weinig op, in tegenstelling tot de grote trossen oranje bessen in het najaar. Deze bessen bevatten het hoogste gehalte aan vitamine C van al onze inheemse bessendragende struiken. Ze zijn in de winter een welkome voedingsbron voor zanglijsters, merels, kramsvogels, koperwieken, spreeuwen, eksters en kraaien.
In het voorjaar krijgen de duinvalleien kleur. Planten als bitterzoet, slangenkruid en duinreigersbek zijn dan niet moeilijk te vinden. Op kalkarmere plekken groeien onder andere muurpeper, het driekleurig viooltje en het hondsviooltje. Opvallend zijn de orchideeën die eind mei bloeien. De keverorchis met zijn eironde bladeren en de vleeskleurige orchis met zijn opvallende bloeiwijze komen voor in vochtige duinvalleien. In de duinmeertjes vinden we ook de gele lis en veenwortel, bekend van slootkanten en veengronden.
Ook paddestoelen komen voor in het duinlandschap. Op open duinen komen we tot ver in de winter de gekraagde aardster tegen, en op zonnige plekken aan het einde van de zomer de opvallende (eetbare) grote parasolzwam. Op dode vlierstruiken groeit in de herfst de taaie en viltige judasoor, die kan variëren van licht roodbruin tot bijna zwart.

Vogels
Er komen veel vogelsoorten voor in de duingebieden. In de zomer de broedvogels en in de winter doortrekkers, wintergasten of standvogels. Het gevarieerde duinlandschap geeft de ruimte aan zowel holenbroeders als grondbroeders. Een typische holenbroeder is de bergeend, die gebruik maakt van oude konijnenholen. Zodra de jongen uit het ei zijn, wordt het water opgezocht. Zilvermeeuw en kokmeeuw zijn bekende grondbroeders, maar ook kleine zangvogels als de veldleeuwerik en de graspieper broeden op de grond. Weer andere zangvogels maken hun nest in de struiken. De duindoorn is een ideale broedplaats omdat de lange, scherpe doornen indringers op afstand houden. Een bekende bewoner van het kreupelhout is de nachtegaal, die zijn staccato in de nacht en vroege ochtend laat horen. Een goede reden om eens heel vroeg op te staan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 mei 2002

Terdege | 120 Pagina's

De dynamiek van de duinen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 mei 2002

Terdege | 120 Pagina's