De geestelijke strijder

Paulus wekt in Efeze 6 de gemeente op niet in eigen kracht staande te blijven: Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels (vers 11). De strijd is tegen het rijk van de satan. Satan is listig. Het is steeds zijn tactiek om te vragen: Is het ook dat God gezegd heeft? En dan verdraait hij bijna onopvallend Gods Woord. Dat deed hij al in het paradijs. Hij doet dit alle eeuwen door. Lees maar eens de ‘verwerping der dwalingen’ achter elk hoofdstuk van de Dordtse leerregels. Wat is het moeilijk de list van satan hierin te doorzien, want de verschillen lijken zo klein.

Aanvallen
Wat zijn er in deze tijd een aanvallen. Zullen onze gemeenten daartegen bestand zijn? Aanvallen op het eenzijdige werk van God in Christus; op het plaatsmakende werk door de Heilige Geest; op de leer van de drie stukken. Wat een aanvallen zijn er op onze jongeren. Niet alleen door de moderne media, maar ook vanuit de godsdienst. Als hun een weg wordt aangewezen die gemakkelijker dan in onze kerk lijkt te zijn. Als gezegd wordt: ‘De beloften zijn toch ook voor jou? Je verloochent toch de Heere als je niet direct aan het avondmaal gaat?’ Wat zal het een eeuwige teleurstelling zijn, als blijkt dat God er in de dag der eeuwigheid niet van afweet. Een groot gevaar is de schriftkritiek die ook onder ons terrein gaat winnen. Dat begon al in het paradijs. Toen zei satan al: ‘God liegt’. Het is een groot gevaar als de binding aan de belijdenis wordt opgerekt. Of als de zonde niet als zonde gezien wordt. Als het kwade goed wordt genoemd. Als het huwelijk als instelling van God heeft afgedaan. Als alles moet kunnen, ook op zedelijk gebied.

Opdracht
Probeer een wachter op Sions muur te zijn. In het bevestigingsformulier worden ouderlingen gewezen op het ‘schuldig zijn Gods Woord naarstig te doorzoeken, en zichzelven geduriglijk te oefenen in de overlegging van de verborgenheden des geloofs’. Deze opdracht geldt feitelijk ons allen, waar we ook staan. Met dit ‘beoefenen’ wordt niet alleen het verstandelijk beoefenen bedoeld, maar ook en bovenal een doorleefd beoefenen. Wat is het dan nodig dat onwederstandelijke genade ons zaligmakend overtuigt: dat we zondaar voor God worden, waar we zulke doelmissers zijn. We kunnen God niet de eer geven die Hem toekomt. Dus wat voor strijders zijn dat met die geestelijke wapenrusting? Dat zijn bedelaars, arme zondaren: zwak in zichzelf en afhankelijk van de bediening des Geestes.

Hoe strijden?
Als Paulus in vers 13 schrijft: En alles verricht hebbende, staande blijven, ziet dat op strijd. Een strijd met wapens van Christus ontvangen. Paulus spreekt over deze wapens in beeldspraak. Het gaat hier over de waarheid; de gerechtigheid; geloof, hoop en liefde; de Heilige Geest en Gods Woord. En het gaat om het geheel van de wapens, niet om één of twee. Het gaat niet om goede voornemens, want dat houden we niet vol. Het gaat om de onderwerpelijke toepassing van de wapens in de strijd. Dat in die strijd bij ogenblikken ervaren wordt: Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Wanneer het geschonken geloof in de beoefening mag zijn, kan het als David door sterke benden dringen. Leer verlegen om de geestelijke wapenrusting te bidden: ‘Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest! Mocht die mij op mijn paân ten Leidsman strekken!’ In de doorleving van eigen schuld bidden: O God, zijt mij zondaar genadig. Te beseffen: geen handen te hebben om aan te grijpen en geen voeten om te gaan... We zijn in onszelf machteloos in de strijd. Bij het aandoen van de geestelijke wapenen moet alle eigen gerechtigheid, alle eigen kleding uit. We kunnen alleen staande blijven als ons de genade van God in Christus wordt gegeven. Dat wil Hij leren. Hij Zelf heeft een strijd gestreden, zoals nooit enig mensenkind kon. Zijn strijd was borgtochtelijk en plaatsvervangend. Maar Zijn strijd was ook volkomen. Hij sprak: Het is volbracht. Hij wil door de Heilige Geest dit toepassen in ons leven. Hij wil een volkomen Zaligmaker zijn voor een volkomen zondaar.

Overwinnaar in Hem
Op welke plaats de Heere ons ook gesteld heeft, in het gezin, in het werk voor de vrouwenvereniging: zodra we denken in eigen kracht te kunnen strijden, gaat het mis. De oude mens probeert steeds weer de nieuwe mens te verdringen. Ons eigen ik wil zich van nature niet onderwerpen aan Gods Woord en wet. Hebben we de satan ìn ons al ontdekt? De mens machteloos in zichzelf, heeft de verworven gerechtigheid van Christus nodig in die geestelijke strijd. Zonder geestelijk leven is er geen geestelijke strijd. Maar zij die dorsten naar Christus en Zijn gerechtigheid zullen verzadigd worden. Hij die gezegd heeft: En de poorten der hel zullen dezelve - Mijn gemeente - niet overweldigen. Opdat waar wordt: Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem Die ons liefgehad heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen