Bevestiging en intrede Ds. C. Harinck

Bevestiging ds. C. Harinck te Franklin Lakes, U.S.A.

Woensdagavond 14 april werd de beroepen leraar van Franklin Lakes in zijn nieuwe gemeente bevestigd. De consulent, ds. Lamain sprak in zijn voorrede over het eerste gedeelte van Psalm 126. De gemeente was 47 jaar vakant geweest. Vele beroepen waren er in al die jaren uitgebracht, doch zonder resultaat. De moed werd door velen opgegeven om nog ooit weer een eigen leraar te mogen ontvangen. Op het alleronverwachts werd kerkeraad en gemeente verblijd, toen ds. Harinck van Utrecht, van Gods wege gedrongen werd het beroep aan te nemen. De wens werd uitgesproken, dat het alles mocht zijn in de gunst Gods, en dat tot in lengte van jaren Gods zegen rijkelijk mag rusten op de bediening van de nieuwe leraar.

De tekst, waarmede de leraar werd bevestigd was Johannes 20 : 21 - 23. Het thema was: De opdracht van de opgestane Christus aan Zijn dicsipelen. De punten waren: 1. over de zending der discipelen; 2. de bekwaammaking der discipelen; 3. het gezag der discipelen. Christus zendt Zijn discipelen uit in de wereld om Zijn dienaren, boodschappers en getuigen te doen zijn, evenals dat de Vader Zijn Zoon in de wereld gezonden had om Zijn Boodschapper en Getuige te zijn. Nu zendt Christus als de Koning van Zijn duurgekochte kerk. Zijn discipelen, Die Hij in Matth. 10 reeds geroepen had. Een Goddelijke roeping en zending is noodzakelijk. Allereerst een inwendige roeping door Gods Geest en Woord; maar ook een roeping tot de bediening van Woord en Sacrament, tot de arbeid in Gods kerk. Arme mensen, die dat missen. Maar ook wat een souvereine verwaardiging om te mogen weten van God geroepen te zijn uit de duisternis tot Gods licht. Maar ook om met Paulus er bewustheid van te mogen hebben, niet geroepen te zijn van mensen, maar door Christus Jezus Zelf. Gods geroepen knechten worden op Gods tijd gezonden tot de plaats, waar de Heere ze wilt stellen in Zijn kerk.

Christus „blies op hen". In dat blazen van Christus op Zijn discipelen ligt verklaard, dat alle geestelijke bediening moet aanvangen met het beademd worden met de Heilige Geest. De leraar sprak over het gewicht van de bediening, hier in de tijd, maar ook straks wanneer we allen gedagvaard zullen worden voor de rechterstoel van Christus om rekenschap te geven van ons rentmeesterschap. Wie is tot deze dingen bekwaam? Preken is een werk, dat we van onszelf nooit zullen kunnen. Steeds meer zullen wij gevoelen, als we waarlijk gezonden zijn, hoe blind en dwaas, dat we in onszelf zijn. Het blazen van Christus, „ontvangt de Heilige Geest", zag op de verlevendiging in de harten der discipelen, en op de herstelling van hun voorrechten als Zijn gezanten.

De wind is een zinnebeeld van de Heilige Geest. Ontvangt de Heilige Geest als een Geest der wijsheid en der kennis. Jes. 11 : 2. Wat hebben Gods knechten licht nodig. Ja, ook in hun bediening, zowel als persoonlijk: „licht over licht". Christus moet ons verstand openen, om de Schriften te verstaan. Lucas 24 : 45. De raad, die eenmaal gegeven werd door één onzer Engelse godgeleerden, nl. Joseph Irons aan een kandidaat, die hij bevestigde was: predik schriftuurlijk, bevindelijk en praktikaal, werd ook gegeven aan de te bevestigen leraar. De dood in Adam, het leven in Christus. De souvereiniteit Gods en de verantwoordelijkheid van de mens. Vers 23 spreekt over het gezag van Gods knechten. Herinnerd werd, wat Calvijn over die tekst gezegd heeft: „Als Christus de apostelen opdraagt de zonden te vergeven, draagt Hij niet aan hen over; wat Hem, nl. Christus bijzonder toekomt. Het komt Hem toe als de waarachtige God de zonden te vergeven. Deze eer, zover die Hem bijzonder toekomt draagt Hij niet aan de apostelen over. Hij draagt hen alleen op: in Zijn Naam de vergeving uit te spreken, opdat Hij door hun bediening de mensen (de uitverkorenen) met God moge verzoenen."

Christus bekleedt Zijn knechten met gezag, wat daarin bestaat: Ik verleen u de macht om met gezag te verklaren, wiens zonden vergeven zijn en wiens zonden niet vergeven zijn, evenals de priester onder het Oude Verbond, in geval van melaatsheid verklaarde, wie rein was en, wie niet. De gemeente en het opkomend geslacht werden vermaand en op het hart gebonden om het gezag, dat de Heere Zijn knechten heeft gegeven, te eerbiedigen. De wens werd uitgesproken, dat de be­diening van de leraar mocht zijn tot een rijke zegen voor vele zielen. Dat velen werden toegedaan tot de gemeente, die zalig zal worden. Gods kerk gebouwd op het enige fundament Christus Jezus, en dat alles moge strekken tot de verheerlijking van de Drieenige God.

Nadat het formulier gelezen was, werden de vragen met het plechtige: Ja ik, van ganser harte, beantwoord. Daarop zong de gemeente staande de nieuwe leraar toe Psalter 372 (psalm 134). Met enige hartelijke woorden tot de leraar en zijn familie, kerkeraad en gemeente werd deze dienst op de gebruikelijke wijze gesloten. De kerkeraden van Clifton en Peoples Park waren ook vertegenwoordigd. Zowel bij de bevestiging als op de avond van de intrede.

Intrede ds. C. Harinck te Franklin Lakes, U.S.A., op 15 april 1971

Het mooie, nieuwe kerkgebouw te Franklin Lakes was geheel gevuld toen Ds. C. Harinck om 7.45 uur de kansel beklom om zich aan deze gemeente te verbinden. De dienst werd gehouden in de Engelse taal en ving aan met votum en groet, waarna gezongen werd Psalter 417, overeenkomende met Psalm 43. De schriftlezing was Genesis 24 : 32 tot het einde. Na het gebed verklaarde Ds. C. Harinck in het kort hoe de Heere hem had losgemaakt van zijn gemeente Utrecht en aan de onbekende gemeente in het verre Amerika, Franklin Lakes had verbonden.

Gelijk Abraham eenmaal Eliëzer zond naar het verre Ur der Chaldeën om vandaar een vrouw voor Izak te zoeken, alzo had de Heere Ds. C. Harinck duidelijk gemaakt dat zijn weg in Franklin Lakes lag en dat de Heere hem zou gebruiken om een bruid voor de grote Izak, Jezus Christus te zoeken in dit verre land Amerika. Met een tekst uit deze geschiedenis wenste hij zich dan ook aan de gemeente te verbinden. De tekst was Genesis 24 : 58. „En zij riepen Rebekka en zeiden tot haar: Zult gij met deze man trekken? En zij antwoordde: ik zal trekken." Het hoofdthema was.
Het huwelijk van Izak en Rebekka.
1e Eliëzers zending voor Rebekka.
2e. Eliëzers vraag aan Rebekka.
3e. Eliëzers leiding van Rebekka.
In de uiteenzetting van deze drie gedachten werd vooral de nadruk gelegd op de arbeid van Eliëzer in het verkrijgen van een vrouw voor Izak. In Eliëzers arbeid werd gezien een beeld van de arbeid van Gods knechten. God wil door middel van zondige mensen en door middel van de dwaasheid der prediking Zichzelf een gemeente bijeenvergaderen. De Heilige Geest is Degene, Die deze uitverkoren kerk vergadert door middel van de prediking. Vooral op de arbeid van Eliëzer werd gelet. Maar ook de vrucht die deze arbeid droeg in het hart van Rebekka. In haar keuze om met de onbekende Eliëzer naar een onbekende bruidegom te trekken zien we het wondere werk van de Heilige Geest in het leiden van zondaren tot Christus. Maar ook in dat werk wil God van Zijn dienaren gebruik maken. Eliëzers taak was niet geëindigd toen hij Rebekka had gevonden, hij moest haar door de woestijn naar Izak leiden. De geschiedenis eindigt tenslotte met de ontmoeting tussen Rebekka en Izak. Wat een wonder als een zwarte, doemwaardige bruid, de Bruidegom Christus ontmoeten mag. Zo hoopte Ds. C. Harinck in de hand Gods een middel te mogen zijn om doemwaardige zondaren te brengen tot de grote Izak, Jezus Christus. '

Daarna werd de gemeente dank gezegd voor de bijzonder hartelijke wijze waarop zij het gezin Harinck had ontvangen. Ds. Harinck dankte voor de vele welkomstgeschenken en wel bijzonder voor de auto, die hij namens de gemeente mocht ontvangen. Met de kerkeraad hoopte hij in goede verhouding te mogen leven, om samen het goede voor Jeruzalem te zoeken. Aan de Engelse taal wilde hij al zijn krachten geven, daar dit voor de gemeente en vooral voor het opkomende geslacht zo. belangrijk is. Daarna richtte hij zich tot zijn bevestiger, Ds. Lamain. Hij dankte deze hartelijk voor de wijze waarop hij hem had bevestigd en het hartelijk welkom hem toegeroepen in de Amerikaanse gemeenten. Ds. Heerschap werd dank gebracht voor zijn aanwezigheid en zijn verwelkoming van het gezin Harinck. De broeders van de classis werd toegebeden samen in goede orde te mogen arbeiden. Tenslotte werd nog het woord gevoerd door Ds. Heerschap namens de classis en synode. Deze wenste Ds. Harinck toe, maar veel Rebekka's te mogen vinden in Franklin Lakes.

Tenslotte sprak Mr Roose, de voorzitter van de kerkeraad. Hij riep namens de gemeente en de kerkeraad Ds. en Mevr. Harinck met kinderen en schoonvader een hartelijk welkom toe in de gemeente. Hij gewaagde van het wonder dat de Heere aan hen, een onwaardige gemeente gedacht had. Alle steun en liefde hoopte hij hen te geven om zich in hun vreemde land en omgeving spoedig thuis te voelen. Ouderling Pikaart, die nog goed Hollands spreekt, sprak daarna voor Mevr. Harinck, kinderen en schoonvader, hen toe in het Hollands om hen hartelijk welkom te heten in de gemeente. Ouderling Roose richtte zich daarna tot Ds. Lamain om hem hartelijk te danken voor al zijn werk als consulent. Vele malen heeft hij de 800 mijl overbrugd om de gemeente te bedienen met het Woord en de Sacramenten. Daarna werd Ds. Harinck staande toegezongen Psalter 345, overeenkomende, met de Hollandse Psalm 121. Hierna legde Ds. Harinck voor de eerste maal de hogepriesterlijke zegen op de gemeente en hiermee was deze indrukwekkende dienst geëindigd. De gemeente keerde huiswaarts, verwonderd over wat de Heere gegeven had.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen