Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ter overweging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ter overweging

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mr. F. T. Oldenhuis, Rechtsvinding van de burgerlijke rechter in kerkelijke conflicten. De strijd om het zelfstandig bestaan van de plaatselijke kerk. Uitgeverij ”De Vuurbaak”, Groningen 1977.

(Kamper Bijdragen onder redactie van J. Kamphuis en J. P. Lettinga XX). Prijs?

In dit keurig uitgegeven geschrift van 80 pagina’s met 117 aantekeningen in voetnoten behandelt de auteur een interessante kwestie, namelijk ”de houding van de burgerlijke rechter, die gekronfronteerd wordt met kerkelijke twisten(….) op het gereformeerde erf, die uitmonden in een kerkbreuk en een strijd om de kerkelijke goederen. De juridische problematiek wordt aan de hand van de drie bekende gereformeerde kerkbreuken — de Afscheiding van 1834, de Doleantie van 1886 en de Vrijmaking van 1944 — besproken”. In het eerste gedeelte handelt de schrijver over het gereformeerde kerkrecht: de eigenaardigheid van het kerkrecht, blz. 9-16, en: Van Emden tot Dordrecht, blz. 17—33.

Het blijkt dat hij zich aansluit bij de in de kringen der Gereformeerde Kerken (Vrijgemaakt) gevonden over-accentuering van de zelfstandigheid der plaatselijke kerk, waarbij het tevens duidelijk is dat mr. Oldenhuis de historie van het kerkrecht als jurist benadert en niet als theoloog. In het tweede gedeelte gaat het over de rechtsvinding van de burgerlijke rechter in kerkelijke conflicten. Als niet-jurist ga ik hier uiteraard niet op in. Wel merk ik op dat belangrijke zaken uit de jurisprudentie aan de orde komen. Het lijkt mij juist als de schrijver tenslotte concludeert: ”Indien de aloude ongedeelde kerk in twee groepen uiteen is gevallen om zuivere geloofskwesties, terwijl beide groepen pretenderen de voortzetting te zijn van de ongedeelde kerk, behoren de kerkelijke goederen in dat geval aan beide en moeten worden verdeeld naar verhouding van het ledental, waaruit beide groepen bestaan ten tijde van de kerkbreuk”, blz. 73 v. Met een paar Naschriften wordt de brochure besloten. Ieder die zich wel eens met de zaken, die in dit geschrift besproken worden, heeft bezig gehouden, zal na bestudering van het gebodene concluderen dat niet alle theologische en juridische vragen die zich hier voordoen, opgelost zijn. De auteur zal, denk ik, de eerste zijn om dit te erkennen. Maar dit neemt niet weg, dat ieder die zich voor de uiterst moeilijke en ingewikkelde materie, in deze Studie behandeld, interesseert, dit nummer van de ”Kamper Bijdragen” met vrucht zal raadplegen.

Het gezijn vandaag en morgen, uitgave van Boekencentrum b.v. ’s-Gravenhage; onder redactie van ir. J. v.d. Graaf en I. A. Kole.

”Het gezin vandaag en morgen” bevat de bijdragen van elf schrijvers, alle afkomstig uit de ”zo geheten Gereformeerde gezindte”, aldus de redacteuren. Naast hen leverden opstellen: C. den Boer, K. Exalto, W. H. Velema, A. Vergunst, het echtpaar Hoek-van Kooten, S. T. van Malkenhorst-Visser, J. Westerink, C. Blank en W. Huizer.

Geen namen, geen titels alzo, men heeft zich kennelijk als een groep nauw betrokkenen uit de practijk willen richten tot degenen, die staan in de dagelijkse practijk van het gezinsleven. Om wegen te wijzen en gedachten aan te reiken. Opstellen (de duiding is van W. H. Velema); geen geleerde verslagen of verweerschriften. Er wordt, stellenderwijs, van uitgegaan, dat de Bijbel op zijn woord dient te zijn geloofd. Vanuit die positie worden lijnen getrokken naar een veelheid van onderwerpen, welke het gezinsleven, het leven van man en vrouw vóór en in het huwelijk, de positie van man en vrouw, het hebben of niet hebben van kinderen, de opvoeding, de instelling van het gezin, de stijl van het met elkaar omgaan, raken. En verkwikkend-eerlijk komt in de artikelen van vogels van toch nog wel genuaneeerde pluimage tot uiting, dat een gemeenschappelijk aanvaard vertrekpunt nu ook weer niet een exaktgelijk geheel van visies en standpunten garandeert. In dit opzicht is een vergelijking van bijvoorbeeld de nu en dan met ongeveer dezelfde problematiek opererende schrijvers Velema en Vergunst boeiend; evenzeer de confrontatie van die beiden met het echtpaar Hoek-van Kootten.

Naar mijn gevoel vallen de bijdragen van Blank en vooral Huizer iets uit de toon van dit boek vóór en óver het gezin; de door hen aangesneden vraagstukken hadden—en dan graag wat duidelijker en concreter gebracht—meer op de positie van het gezin moeten worden toegespitst. Jammer, want het gezin staat in een samenleving waarin gewerkt en gestreden wordt en er zouden op deze terreinen zeker zinniger relaties te leggen zijn geweest. Overigens: een boek, dat goede stof tot overwegen en bespreken biedt in de gezinnen; ook voor allen, die met en in gezinnen moeten werken, zoals pastores en andere ambtsdragers.

Ds. L. S. den Boer, Onderweg naar de Bruiloft. J. P. van den Tol, Dordrecht 1977, 55 blz.,fl. 7,90.

Dit is een prachtig boekje dat mediteert over het leven op weg naar het leven voor eeuwig met Christus. De aanleiding tot het schrijven ligt, zoals de schrijver zelf zegt, ”in het zalig sterven van mijn lieve vrouw”. Het boekje is opgedragen aan de kinderen en kleinkinderen van de schrijver.

Ook vele anderen kunnen met dit boekje goede uren beleven. Ds. den Boer heeft een heel eigen taalgebruik dat treft door originaliteit, maar dat er ook wel eens naast is. Ik denk b.v. aan de zin over mrjn beschimmeld bestaan op blz. 24. Het laatste hoofdstuk kan de lezer ook vinden in het Jaarboek 1977. Met name daarover zou men van gedachten willen wisselen. De schrijver wekt de indruk dat het paradijs in Genesis beschreven wordt vanuit het kruis van Christus. Waarom zou de volgorde van de Bijbelboeken dan niet anders geweest zijn, vraagt men zich af.

Ieder die dit keurig uitgegeven boekje ter hand neemt, wordt genodigd en genoopt tot mediteren. Dat kan goede ogenblikken brengen.

1907-1977 Alleen uit Hem en door Hem Overwegingen bij het zeventig-jarig bestaan van de Gereformeerde Gemeenten, Uitgeverij Hoekman, Goes, 144 blz. fl. 16,90.

Dit boekje beschrijft het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten in 1907. Op de geschiedenis van Ledeboer met zijn gemeenten en die van de Gereformeerde Gemeenten onder het kruis wordt boeiend ingegaan. Er zijn verschillende scribenten. Drs. Vergunst beschrijft het theologische eigene van de Gereformeerde Gemeenten, vooral aan de hand van wat Comrie over de drie stukken van de orde des heils geschreven heeft. Het kon voor de Gereformeerde Gemeenten karakteristiek zijn dat de drie stukken hier als stukken van de heilsorde worden beschreven.

Enkele vooraanstaande figuren uit de Gereformeerde Gemeenten geven verantwoording van hun keus voor dit kerkverband of getuigen van hun verbondenheid met en ervaringen binnen de Gereformeerde Gemeenten.

Een boekje dat fraai is uitgegeven en de historische achtergrond tekent, zonder met heden of toekomst zich al te zeer bezig te houden.

De redactie ontving:

Lenie Ippel-Breedveld, Het licht schijnt in de duisternis, 145 blz., fl. 19,50, Uitgeverij Hoekman, Goes.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1977

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

Ter overweging

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1977

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's