Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

We zijn bijna aan het eind

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

We zijn bijna aan het eind

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Maar nog is terstond het einde niet' Lukas 21:9c

In zijn eschatologische rede heeft de Heere Jezus met grote ernst gesproken over het einde aller dingen. Het eindgericht gaan wij met grote snelheid tegemoet. Straks zullen wij allemaal staan voor de witte troon en dan zal de rechter van hemel en aarde oordelen de levenden en de doden. Er komt een einde aan deze bedehng. Wanneer? Dat weet niemand dan de Vader van onze Heere Jezus Christus alleen. De Heere sprak tot Zijn jongeren: „Het komt u niet toe te weten de tijden of gelegenheden die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft", Handelingen 1:7. Het tijdstip wordt door de Vader bepaald en is voor ons verborgen. De rechter staat voor de deur. Zullen u en ik dat beleven nog op aarde zijnde? Ons leven gaat zo snel en de eeuwigheid is zo vlakbij. De eindtijd komt in zicht en ons leven kan onverwachts, ja elk ogenblik eindigen. We weten de dag en het uur niet wanneer de Heere zal komen op de wolken des hemels. Maar wij weten ook de dag en het uur niet van onze dood. Het einde komt zeker en gewis. Aan het langste leven (zeventig of tachtig jaar) komt weldra een einde. Maar hoedanig zal dat einde zijn? Mag er een voorbereiding zijn? Bent u klaar als de bruidegom komt?

Ter waarschuwing en onderwijzing wil de Heere ons leren wat aan Zijn wederkomst vooraf zal gaan. Doch van nature wil de mens er niet van weten en horen. De spotters zeggen honend: Dat is al zo lang beweerd door christenen, en anderen daarbij niet te vergeten, de sekten en de vele andere stromingen. En heeft Gods Kerk niet in 't begin, ja, vanaf het eerste uur, dicht geleefd bij de terugkeer van de Heere Jezus? Dachten ze toen niet reeds aan Zijn wederkomst? Vanwege het uitstel zijn velen zorgeloos gaan leven en de kerk is in slaap gevallen. Maar nu komt de Koning der Kerk, sprekend over het eindgericht, ons te wijzen op de tekenen der tijden die aan Zijn wederkomst vooraf zullen gaan. Gesproken hebbend over de verwoesting van stad en tempel van Jeruzalem, gaat Hij er toe over om te wijzen op wat er te gebeuren staat eer deze wereld ten onder zal gaan. Dan wijst Jezus op de valse Christussen die zullen opstaan en waarvan onze tijd vol is. „En wanneer gij zult horen van oorloge en beroerten, zo wordt niet verschrikt, want deze dingen moeten eerst geschieden."

Dan worden verder opgesomd: opstand onder de volkeren, grote aardbevingen in verscheidene plaatsen en hongersnoden en pestilentiën. Verschrikkelijke dingen en grote tekenen van de hemel. Dat zal zijn het grote voorspel dat aan deze oordelen vooraf zal gaan. Lezen we daar ook niet van na de uitstorting van de Heilige Geest: „En ik zal wonderen geven in de hemel boven, en tekenen op de aarde beneden, bloed en vuur, en rookdamp. De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat de grote en doorluchtige dag des Heeren komt." Is de wederkomst dan niet heel dichtbij gekomen? Wij leven in de tijd dat de Heere Zijn Woord aan het vervullen is. We zijn geneigd, ziende op de tekenen der tijden, om te zeggen: Het einde der tijden is zeer nabij. Alles wijst op het slotakkoord.

Zijn wij er dan blij om als wij al deze tonelen aanschouwen? Bij duizenden zijn slachtoffers omgekomen, mensen met een ziel geschapen voor de ontzaglijke eeuwigheid. Als God niet meekomt in de oordelen, dan verhardt een mens zijn hart en gaat hij zonder schrik door en bekeert zich niet. Maar de Heere vervult Zijn Woord en God zal lachen als des mensen vreze komt.

En nu zegt onze tekst: „Maar nog is terstond het einde niet." Het aangekondigde einde komt niet ogenblikkelijk, niet direct. Als we mogen letten op de oordelen en rampen vanwege Gods geduchte toorn, dan zou het hart des mensen schier bezwijken, en toch het is alles nog maar een begin der smarten. Een begin van het naderende einde. Het einde zal spoedig komen, maar niet terstond. Dat betekent dat de mens, u en ik ons moeten haasten om des levens wil. Gods kerk en volk mag als ze op haar plaats mag zijn, hunkerend uitzien met de bede: „Kom, Heere Jezus, kom haastiglij k." Maar er wordt zo weinig bij geleefd. Al de tekenen prediken ons: We zijn vlak bij het einde. Nog een korte spanne tijds. De wereldklok wijst vijf voor twaalf We krijgen een bijzondere boodschap vooraf De Heere komt terug. Hij laat de boodschappen voorafgaan, namelijk de oordelen. Niet terstond, maar Hij komt om te richten. Het mag nu nog zijn het heden der genade. Bekeert u, het kan geen uitstel lijden. Geborgen in Christus is het hoogste geluk. Ga toch uw binnenkamer in en schreeuw net zo lang om ontferming totdat de Heere u genadig mag zijn. Gods volk mag straks de Koning tegemoet gaan en dan thuis zijn. Mochten wij allen het Woord van de Heere Jezus ter harte nemen: „En hetgeen Ik u zeg, dag zeg ik allen: Waakt."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 oktober 1995

Terdege | 88 Pagina's

We zijn bijna aan het eind

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 oktober 1995

Terdege | 88 Pagina's