Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UW WIL GESCHIEDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UW WIL GESCHIEDE

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uw wil geschiede! Is dat ook jullie bede? Zeg niet te gauw ja! Weetje waar je dan om bidt? Om de afbraak van jezelf. Om de doodsteek van je eigen wil. „Mag mijn wil verslonden worden in Uw wil, o Heere. Mag mijn wil ten onder gebracht worden en de doodsteek ontvangen." Dus een gebed tegen jezelf in. Is dat ook jullie bede? Dat is alleen genade. Vanuit jezelf zul je dit nooit bidden. Ons eigen ik zegt „Mijn wil geschiede". Genade zegt: „Uw wil geschiede". Dat groeit niet op mijn akker. Dat zal alleen gegeven goed kunnen zijn. Dat zal alleen kunnen in de vereniging des geloofs met Christus.

De voetstappen van Christus drukken

Christus heeft altijd de wil van Zijn Vader gedaan. Alleen door Hem is het mogelijk deze bede van harte mee te bidden. Let daarom eerst eens op Christus. Daar zit Hij bij de Jakobsbron (Joh. 4). De discipelen zijn naar de stad om spijze te kopen. Christus is vermoeid, hongerig en dorstig. Hij was immers echt mens! Daar komt een vrouw, en Jezus vraagt: „Geef Mij te drinken". Hij komt in gesprek en het wonder gebeurt, dat die vrouw ontdekt wordt aan zichzelf. Dan gaat Christus Zich openbaren en zij zegt: „Komt, ziet een mens, die mij gezegd heeft, alles, wat ik gedaan heb". Veel Samaritanen komen op het woord van de vrouw tot Hem. Hij spreekt met hen. Het is immers de vreugde van Zijn hart om te zoeken en zalig te maken, wat verloren is! Hij vergeet Zijn vermoeidheid en honger. En als de discipelen dan zeggen: „Rabbi, eet!", dan zegt Christus tot hen: „Ik heb een spijs om te eten, die gij niet weet Mijn spijze is, dat Ik doe de wil Desgenen, die Mij gezonden heeft". Het was de wil van de Vader, dat Hij Gods deugden verheerlijken zou, lijden zou, het verlorene zoeken zou. In de samaritaanse vrouw is de wil van de Vader volbracht en verheerlijkt Dat was Zijn spijze. Hij had de wil van Zijn Vader lief. Het was Zijn eten en drinken. Christus is verkwikt in het doen van de wil Zijns Vaders.

Het was Zijn spijze de wil van God te doen. Spijze is leven. Welnu, het was Zijn leven, Zijn vreugde. Het was Zijn vreugde in de eeuwigheid: „Zie, Ik kom om Uw wil te doen". Het was Zijn vreugde in de tijd: „Niet wat Ik wil, maar wat Gij wilt". Aan het kruis had Hij Zichzelf kunnen verlossen en Zijn Vader kunnen bidden om een legioen engelen, maar Hij heeft gebogen onder de wil van de Vader. Ook als Zijn Vader Zijn Aangezicht voor Hem verbergt, en wat moet dat voor Hem geweest zijn Ook als Hij hangt in de duisternis en de dood zijn klauwen naar Hem uitstrekt Gewillig ging Hij de dood in.

Zo is Hij gaan staan op de plaats van onwillige zondaren om hun onwil en opstand tegen God te verzoenen. Hij heeft hartelijk, volkomen en borgtochtelij k gebogen onder de wil van de Vader om hun schuld te betalen, hun straf te dragen en God de eer te geven.

Uw wil geschiede! Is dat ook jullie bede? Dat kan alleen vanuit Christus, vanuit de vereniging met Hem. Dan wordt het ook jullie spijze, jullie eten en drinken, jullie vreugde. Dan krijgje een vermaak in Gods wil. En in het doen van Gods wil is zaligheid. Maar dan heeft Gods volk ook iedere dag het gebed nodig, om de voetstappen van Christus te mogen drukken.

Het verzaken van eigen wil

In het doen van Gods wil is zaligheid. Maar het brengt ook strijd met zich mee. Want dan moet ik tegen de stroom oproeien Ik krijg de wereld tegen, want dan kan ik met de wereld niet meer mee. Dan komt het tot een breuk met de wereld en de zonde. Het wordt een strijd tegen de zonde, die mij de dood wordt Ik krijg mijn eigen ik tegen Want mijn eigen ik wil niet wat God wil. Dat is mijn bestaan, want ik ben een ellendig zondaar.

Het doen van Gods wil kost strijd. Daarom is de bede steeds weer nodig: „Uw wil

geschiede!" Dat is een bede om het verzaken van onze eigen wil, om zelfverloochening. D at behoort tot de natuur van het geestelijk leven. „Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf." Wat is zelfverloochening? Denk aan Petrus. Hij heeft Christus verloochend: „Ik ken de Mens niet!" Hij deed alsof Christus niet bestond. Dat is verloochenen. Zo moeten we leren staan tegenover ons eigen ik en onze eigen wil: „Ik ken mijn eigen ik en mijn eigen wil niet Hij is vreemd votfr mij. Ik sta tegenover mijn wil en mijn ik." Dat is zelfverloochening, het verzaken van eigen wil. Dat geeft een biddend leven. Dan zeggen we niet „Dat zal ik voortaan doen. Ik zal mijn best doen." Want dan redeneren we toch weer vanuit onszelf. Het nieuwe leven beseft eigen onbekwaamheid. Het zegt „Heere, geef genade, Uw Geest en Uw liefde om eigen wil te verzaken. Dat kan alleen door de genade van Christus". Ons eigen ik doet nooit anders dan ons van God aftrekken. Als we dat leren mogen, dan wordt het ons dagelijks gebed: „Leer mij achter U aan te komen, Uw voetstappen te drukken, Uw kruis gewillig te dragen". Zo leren Gods kinderen tegen zichzelf in te bidden. Wij zitten vol goddeloze begeerten, zelfzucht egoïsme, onwilligheid en eigenwilligheid. En nu is dit een bede of de Heere dat alles vernietigen wil. Zó te bidden, kan alleen door de genade van Christus. Door die genade wordt de hoop geboren in het hart van Gods kind, dat eenmaal de oude mens, onze eigen wil en zin volkomen vernietigd zullen worden. Dan zullen Gods kinderen in de eeuwige zaligheid volkomen verenigd zijn met Gods wil.

De Catechismus zegt „Geef, dat wij, en alle mensen, onze eigen wil verzaken". Hier wordt dus gebeden voor alle mensen. Hebben wij wel eens gevraagd: „Wilt U alle mensen bekeren"? Daarom vraagt de Catechismus. Het verzaken van eigen wil is immers hetzelfde als bekering! Hebben wij zo wel eens gebeden? „Wij en alle mensen". Als de eer van God op ons hart is gebonden, dan gunnen we de duivel er niet één. D an gunnen we alles en allen aan Christus. Genade is dan ook gunnend en gunt ieder de zaligheid.

Het doen van Gods wil

Aan de wil van God is een verborgen en geopenbaarde zijde. Gods verborgen wil is de wil van Zijn besluit Zijn eeuwige raad, Zijn eeuwig voornemen. Daarnaar kunnen wij ons in ons handelen niet richten. „De verborgen dingen zijn voor de Heere onze God, maar de geopenbaarde dingen zijn voor ons en onze kinderen". Zijn geopenbaarde wil is de wil van Zijn bevel, ons in Zijn Woord bekend gemaakt Daarin maakt de Heere bekend, wat de mens doen moet Gods verborgen wil zegt wat God doet Gods geopenbaarde wil zegt wat de mens moet doen. Gods verborgen wil zal zeker gebeuren. Gods geopenbaarde wil wordt vele malen overtreden.

Gods geopenbaard wil

God eist gehoorzaamheid aan Zijn geopenbaarde wil. Hij eist dat we ons leven inrichten naar het richtsnoer van Zijn Woord en Wet Die geopenbaarde wil is te vinden in de hoofdsom van de Wet namelijk God liefhebben boven alles en de naaste als onszelf. En nu horen we hier de bede: „Laat mijn handelen en spreken en denken gericht mogen worden naar Uw Woord en Wet. Leid mij op het effen spoor van Uw gerechtigheden." Gods volk krijgt een hartelijke lust in het doen van Gods geboden. Zij zeggen: „Hoe lief heb ik Uw wet zij is mijn betrachting de ganse dag." Aan onze zijde is het dus onmogelijk Gods wil te doen. De allerheiligste heeft maar een klein beginsel van deze gehoorzaamheid. Besef je dat? Dan zal dat je des te meer dringen tot deze bede: „Uw wil geschiede!"

Dit is het tweede artikel uit een serie over de beden uit het „Onze Vader”. Het eerse artikle vescheen enige tijd geleden van de hand van ds. A. Hofman.

Gods verborgen wil

Hoe gehoorzamen we aan Gods verborgen wil? Door ons er eerbiedig aan te onderwerpen. Gods verborgen wil komt openbaar in het handelen Gods. Gods handelingen kunnen ons zo raadselachtig toeschijnen. Zo anders dan wij ons voorgesteld hadden. Vanuit onszelf zijn wij het daar nooit mee eens. Asafwas het ook niet eens met het doen van God, want hij was nijdig op de goddelozen. Elia was het niet eens met het doen van God, want hij lag moedeloos onder de jeneverboom. Jakob was het niet eens met het doen van God, want hij dacht dat alle dingen tegen hem waren. Daarom moet Gods kind steeds weer vragen: „Heere, geef eenswillendheid met Uw Godsbestuur. Doe mij buigen onder Uw wil, die alleen goed is". Er is weer genade voor nodig om het handelen van God goed te keuren, om te zeggen, dat Gods doen enkel majesteit is, om met Job te zeggen, als alles tegenloopt: „De Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen, de naam des Heeren zij geloofd". Dat groeit niet op onze akker. En als we dat beseffen, dan zullen we al meer de noodzaak van deze bede verstaan.

De „knechtelijke wil”

Het gaat dus om de wil van God. Alleen die is goed. Mijn wil is alleen maar verkeerd. In de staat der rechtheid was onze wil volkomen. De mens wilde, wat God wil. Door de zondeval zijn we onze wil niet kwijtgeraakt, maar hebben we een „knechtelijke wil" gekregen. In 1524 schreef Erasmus een boek, dat getiteld was: „Over de vrije wil". Hij beweerde daarin, dat de mens vrij is om het goede te willen en God te dienen. Een jaar later schreef Luther daartegenin een ander boek: „Over de knechtelijke wil". Luther stelde, dat de mens een gebonden wil heeft Onze wil is een slaaf, een knecht van de zonde en de duivel. De mens wil wat de duivel wil. Onze wil is verkeerd gericht, doortrokken met zonde en verderf. Onze wil is opstand tegen God. „Gij wilt tot Mi niet komen", heeft Christus gezegd. Gij wilt het eeuwige leven niet En het zal straks klinken: „Brengt ze hier en sla ze dood aan mijn voeten, die niet gewild hebben dat Ik Koning over hen zou zijn." Een mens gaat verloren om zijn onwil. Ikil de Heere niet en ik wil dé zaligheid niet en ik wil geen genade. Dat is de diepte van onze zondeval. En daarom hebben we volgens Luther geen vrije wil, maar een knechtelijke wil. En door Gods genade leren Gods kinderen dat van harte toestemmen en zeggen: „Uw wil alleen is goed, wijs en heilig. Mijn wil is alleen

maar verkeerd. Uw wil is goed, ook als ik die niet begrijpen kan, ook als die tegen vlees en bloed ingaat. Dan zal ik Uw wil nog aanbidden". Dat is de keus van het nieuwe leven. Het nieuwe leven begeert kinderlijk onder Gods wil te buigen. Dus geen slaafse, maar kinderlijke gehoorzaamheid, gedragen door de liefde. Is dat ook jullie keus? Zoek dat alleen bij Christus, die gebogen heeft onder de wil van Zijn Vader, om de onwil van Zijn kinderen te verzoenen.

Zonder tegenspraak

De Catechismus spreekt over een doen van de wil Gods zonder enig tegenspreken. We lezen van Christus, dat Hij alle tegenspraak heeft verdragen. Hij is een Teken, dat wedersproken zal worden. Wat is Hij tegengesproken, niet alleen door de Joden, maar zelfs door Zijn eigen discipelen. Maar door alles heen, heeft Hij de Vader gehoorzaamd tot in de dood Zo heeft Hij de zaligheid verdiend en de verzoening voor een tegensprekend volk. Wij zitten vol tegenspraak. Als God het niet verhoedt, dan gaan we door onze tegenspraak verloren. Waarom zijn zoveel Israëlieten omgekomen in de woestijn? Om hun tegenspraak. Steeds weer waren ze bezig met murmureren en God verdenken. Tegenspraak is onwil en onwil is ongeloof. Jezus kon geen teken in Nazareth doen vanwege hun ongeloof.

Onze tegenspraak moet afgebroken worden. Dat kan alleen uit Hem, die de tegenspraak verdragen heeft. Dat is alleen genade. Zonder tegenspraak: dan denk ik aan het offer van Izaak. Abraham heeft zonder tegenspraak gehoorzaamd. Abraham, hoe moet de belofte vervuld worden? Izaak is toch de zoon der belofte? Abraham heeft het niet geweten, maar God wilde het Hij was gehoorzaam aan de wil van God, ook al schreeuwde zijn vlees ertegen in. Daar heeft de Heere heilig vermaak in gehad. Daar heeft Abraham de vrucht in de ziel van gesmaakt

En wij?

Hebben wij het geleerd om God te gehoorzamen zonder tegenspraak? Al zou heel de wereld zeggen, dat het dwaas is, toch gehoorzamen zonder tegenspraak. Toen Abram uit Ur trok, heeft heel Ur geroepen, dat hij een dwaas was, die zou omkomen in de woestijn. Abram ging naar een onbekend land, maar hij gehoorzaamde de wil van God. Dan houdt al ons redeneren op. Wij zitten vol tegenspraak. De Heere zegt „Ik heb geen lust in de dood van de goddeloze", en wij zeggen: „Ja maar, als ik niet uitverkoren ben". De Heere zegt dat het bloed van Christus reinigt van alle zonden, en wij zeggen: „Ja maar ik heb teveel gezondigd". En de duivel wakkert die tegenspraak aan: „Je bent te oud, te jong, te slecht" Benje al die tegenspraak al kwijt? Dat is uit jezelf onmogelijk. Alleen Christus heeft die genade verworven. Het is alleen bij Hem te vinden.

Gods kinderen dragen hun tegensprekende natuur mee tot hun dood. Wat een wonder als die tegenspraak een ogenblik ophoudt Dan wordt het stil van binnen, ook al stormt het van buiten. Dan komt er rust in de ziel, ook al zitten we in de diepte. Dan heeft de Heere de hoogste plaats. Dat is overgave en gehoorzaamheid. Dat is buigen onder de wil van God. Dan redeneren we niet meer. Dan wordt het beleefd, zelfs in de diepste wegen: „Doch gij mijn ziel, het ga zo 't wil; stel u gerust zwijg Gode stil".

Gode zwijgen, op het ziekbed, als de weg door de diepte gaat als ik word afgebroken. Dat is alleen vrucht van het werk van Christus. Dat is zaligheid. Dat zijn de voorsmaken van de eeuwige zaligheid. Als ik zo leer buigen onder de wil van God - want dat moet geleerd worden, steeds weer opnieuw - dan leer ik Zijn lof zingen zelfs in de nacht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1982

Daniel | 28 Pagina's

UW WIL GESCHIEDE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1982

Daniel | 28 Pagina's