Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebed om behoud

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebed om behoud

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heere, behoed ons, wij vergaan. (Matth. 8 : 25b.)

De Heere handelt wijs met Zijn kinderen. Het blijkt hier in de discipelen met wie Hij nu het meer van Genesareth gaat bevaren. Tot nog toe had Hij hen aan land onderwezen en Zijn macht getoond, nu gaat Hij met hen het water op. Het is prachtig weer. De zee is spiegelglad en geen rimpel brengt het water in beroering. Zachtkens wellicht voortgedreven door een heel zacht koeltje of door lichte stroming begint men reeds de andere zijde van het meer te naderen, en zal de reis een einde genomen hebben.

En dan, plotseling gebeurt het. Zo maar in eens. Een grote storm, waardoor er heftige onstuimigheid in de zee onstond, steekt op. Zo hevig was de beweging van het water, dat het schip van de golven bedekt werd. Het lijdt geen twijfel of de discipelen hebben als ervaren vissers alles in het werk gesteld om het scheepken boven water te houden. Er waren er althans onder, die wel verstand van water hadden en wisten wat ze in de gegeven omstandigheden moesten doen. Dat hadden ze vroeger wel geleerd. Daarom zullen ze het nu ook wel klaren.

Maar ze kunnen het schip niet redden. Jezus slaapt. Hij schijnt Zich geen van hun omstandigheden aan te trekken. Er blijft hun maar één uitweg over. De noodkreet aanheffen: „Heere behoed ons, wij vergaan."

En dat waren ervaren vissers. Zo gaat het nu met Gods lieve volk. Welk een aangename tijd hebben ze meegemaakt, in vroeger tijden. Het scheen hun of er nooit geen onstuimigheid meer zou opdoen; dat ze spoedig de haven der behoudenis zouden binnen zeilen; en ze hebben gezongen: „Ze gaan van kracht tot kracht steeds voort, Elk hunner zal in het zalig oord. Van Zion haast voor God verschijnen." Totdat de storm opsteekt en de wind van Gods recht en golven van Gods toorn om voldoening en stilling vragen. Dan helpt geen vroegere aangename gemoedsgestalte meer noch het praten van weleer. Dan is er nood en al het werk dat aangewend wordt lijdt schipbreuk.

Slechts de noodkreet der ziele wordt nog vernomen: „Heere, behoed ons, wij vergaan." En dan Jezus slapen. Het schijnt dat God niet hoort, dat Hij Zich als doof houdt. O een zwijgend en verbergend God te ontmoeten die niet schijnt te horen naar het geroep van Zijn ellendigen, noch te weten van de nood waarin ze zich bevinden. Ziet dat wordt de praktijk van Gods volk.

O welke gevaren dreigen dagelijks de ziele te overmeesteren, en elke dag weer blijft over de noodkreet: „Heere, behoed ons."

Wereld, satan, eigen vlees en verdorvenheden maken het de ziele zwaar en dreigen met omkomen. Heere, behoed ons, wij vergaan. Het gebed des morgens, het gebed des avonds. O hoe dreigt het gevaar voor onze jonge mensen in een wereld vol van nood. Verleidende geesten gaan rond. Een humanistische godsdienst lokt van de waarheid, die naar de godzaligheid is, af. Een naamchristendom dat slechts een historisch geloof heeft en daarmee de reis durft aandoen en zoveel meer bedreigt onze kinderen. Och dat het de Heere behage ze de noodkreet te leren te midden van de gevaren: „Heere behoed ons, wij vergaan."

Hij heerste over de zee en de winden. Hij stilde alleen Gods toorn en voldeed aan Gods recht. Hij bestrafte het ongeloof van Zijn volk. Hij bestrafte de wind en de zee en er werd grote stilte. O wonder van genade, als Hij opstaat in heerlijkheid en vermogen om de Zijnen te leren, dat Hij niet alleen op het land, maar ook op de zee regeert. Verwondering blijft er slechts over bij al Gods lieve kinderen. In al de omstandigheden is Hij met hen, al zwijgt Hij soms lange tijd. En als de laatste storm zal meegemaakt worden, is Hij in het schip om de zee en de wind te bestraffen en dan zeilt het scheepje van Gods kinderen de haven van eeuwige behoudenis in om zich in eeuwige verwondering te verliezen. Amen.

Ds J. v. d. BERG.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1949

Daniel | 8 Pagina's

Gebed om behoud

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1949

Daniel | 8 Pagina's