Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ter overweging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ter overweging

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. C. Trimp, Ambtelijke Communicatie en Ambtelijke dienst, 63 blz., f 12,—, uitgeverij De Vuurbaak, Groningen 1976.

Met name predikanten zou ik graag attent willen maken op deze studie Zij bespreekt de invloed van het moderne denken over communicatie op de ambtelijke theologie. Poimeniek, homiletiek en evangelistiek komen in het derde hoofdstuk dan ook aan de orde.

In het tweede hoofdstuk (na het eerste, dat een zeer summiere inleiding bevat) wordt gewezen op Jaspers als de filosoof die het denken over communicatie op gang gebracht heeft. Met name zijn gedachte van de dialoog is hiervoor belangrijk geweest. Ook Amerikaanse theorieën hebben hun invloed gehad. Conclusie uit het betoog is dat de moderne communicatie-idee eerst de kerkelijktheologische kernwoorden als verkondiging, zending en getuigenis verslindt om vervolgens de praktische theologie haar plaats te wijzen in de theologische sectie van de maatschappij-kritiek. Deze laatste discipline dankt haar ontstaan in belangrijke mate aan de „Frankfurter Schule”.

Met grote kennis van zaken wordt de ontwikkeling in de protestantse théologie op dit punt getekend. De mens neemt de plaats in van het Woord van God. Het heil ligt niet meer in datgene wat overgebracht wordt, maar in het contact hebben zelf.

Het is de grote verdienste van deze rectorale oratie daarop een helder licht te hebben geworpen.

Dr. J. Verkuyl, Voorbereiding voor de dialoog over het evangelie en de ideologie van het marxistisch leninisme, 208 blz., f 19,90, uitgeverij J. H. Kok, Kampen, tweede druk.

Dit boek in rode omslag met een foto van Marx voorop gaat in 16 hoofdstukken in op het marxisme. De schrijver doet dat, omdat hij meent dat er in onze tijd een geweidige kans is voor de dialoog met het marxisme. Wij zijn van onze kant nog maar heel siecht op die dialoog voorbereid. Aan die voorbereiding wil dit boek meehelpen. Vandaar de, ondanks zijn lengte, bescheiden titel.

Er is van dit boek veel goeds te zeggen. Men kijgt de grondslagen van het marxisme in het oog. Verkuyl vergoelijkt niets. Hij laat bijvoorbeeld heel duidelijk zien dat het marxisme in zijn kern atheistisch is. Wie de dialoog aangaat, mag daaraan niet voorbijzien. Verkuyl reikt een aantal punten aan voor de dialoog. Het is duidelijk, dat hij wil uitgaan van hetgeen de kerk over de dood en de opstanding van Jezus Christus, over de toekomst van Gods Rijk heeft beleden.

Toch voldoet het boek ons niet in alle opzichten. Daar is in de eerste plaats de aansluiting bij Moltmann (blz. 84, 193) met zijn théologie van de gekruisigde God, en ook de waardering voor een groot stuk nieuwere theologie. Naar onze gedachten verzwakt juist deze theologie de positie van de kerk tegenover het marxisme. Voor sommige van deze theologen moet men dit nog sterker zeggen: de positie van de kerk wordt erdoor ondermijnd. In het licht van deze waardering ligt ook de hulde die telkens aan de Wereldraad van Kerken tot in de vergadering van Nairobi toe, wordt gebracht om haar maatschappelijk engagement. Zulk een kritiekloze waardering kunnen wij niet opbrengen. Eerder het tegendeel: De Wereldraad van Kerken is door haar praktische handelwijze heel sterk op de marxistische toer. Dat lijkt me een weinig vruchtbaar uitgangspunt voor de discussie.

Er is nog iets anders: heeft het marxisme behoefte aan de dialoog? Het boek suggereert het. Ik geloof er niets van. Verkuyl zegt heel duidelijk wat het marxisme is en wil. We waarderen die duidelijkheid in hoge mate. Kan men van deze politieke religie verwachten dat ze zich door het christelijk geloof laat onderwijzen?

Er is slechts één stroming die de dialoog wil. Dat zijn de zg. neo-marxisten. Dezen worden echter door de echte marxisten verketterd. Zelfs ten aanzien van de neomarxisten moet de vraag gesteld worden of zij wel echt tot het christelijke geloof toenadering zoeken. Ze putten uit een vrijzinnig geworden theologie om zich bij Christus te kunnen aansluiten. Men moet wel veel over het hoofd zien, om te denken dat zúlke gesprekken werkelijk wat opleveren. Als ik Bloch, Gardavsky en Machovec lees, dan herken ik daarin niet het verlangen naar Jezus, die de schuld droeg. Wel naar een Jezus zonder de Vader. Deze situatie wettigt het gebruik van de term dialoog niet. We zullen moeten verkondigen. Verkuyl gebruikt zelf ook dit woord. Hij doet dat met een warme overtuiging, die weldadig aandoet. Deze verkondiging kan ik niet op één lijn zien met de moderne dialoog-gedachte!

Het marxistisch léninisme zelf is te zelfverzekerd om van het enige dialoog te willen weten. Als men daaraan denkt, dan is de titel niet te handhaven. Het spijt ons dat we dit moeten schrijven, want het is een boek waarvoor we toch veel waardering hebben; niet het minst om de duidelijke informatie.

Van de Uitgeverij Kok, Kampen, ontving de redactie: Dr. B. Maarsingh, Maatschappijkritiek in het Oude Testament, f 9,75.

Dit boek bespreekt de gegevens over het jubeljaar. Het probeert een voorzichtige conclusie te trekken naar onze tijd. Een boeiende studie, die uitgaat van een late instelling van het jubeljaar. Verhelderend voor het inzicht in een „maatschappijkritisch” gegeven in het O.T.

Dr. Willem S. Duvekot, Kunnen wij Jezus kennen?, f 19,90.

Dit boek gaat in op de kritiek die de nieuwtestamentische wetenschap heeft uitgebracht op het beeld dat de evangelisten van Jezus tekenen. De evangelisten zouden het beeld van Jezus vertekend hebben. Met grote kennis van zaken en tal van argumenten laat de schrijver zien dat deze stelling niet te handhaven is. Hij gebruikt daarbij zowel de term onwaarschijnlijk als ondenkbaar. Die beide typeringen lijken ons niet te verenigen. Wij zouden duidelijker beleden willen hebben dat de Schrift Gods openbaring is. Het werk van mensen komt vóór het werk van de Geest te staan. Niettemin, om de kracht van het betoog en de resultaten van het onderzoek een belangrijke studie.

Beide boeken versehenen in de serie Bijbel en Gemeente. Voorheen heette deze série Theologie en Gemeente. Met de verandering van naam is ook de redactie gewijzigd. Er is een bredere samenstelling gekomen. Uit onze kerken neemt prof. Versteeg deel aan het redactionele werk voor deze série.

Van de Uitgeverij J. N. Voorhoeve, Den Haag: Dr. W. Aalders, Théocratie of Ideologie. Het dilemma van de huidige Christenheid. Prijs f 37,50.

Dit is een magistraal boek. Dr. Aalders is eigenlijk met twee onderwerpen bezig: de erfenis van Groen van Prinsterer én de doorbraak van de revolutie-ideologie in Europa. Hij verbindt beide thema’s door te laten zien, dat Groen reeds profetisch gewezen heeft op de opkomst van ideologieën. Men heeft namelijk losgelaten de gedachte dat God in de schepping regels en wetten heeft gegeven. Aalders spreekt in dit verband van scheppingsverbond, van Waarheid, Recht en Realiteit die met de schepping gegeven zijn. Wie deze loslaat, vervalt aan de dynamiek van de scheppende geschiedenis, waarbij de mens de plaats van God inneemt.

Het wil ons voorkomen dat én de huidige crisis en het dilemma waarvoor de christenheid nu staat, hier tot op de bodem gepeild wordt. We hebben er bezwaar tegen dat Aalders Plato als een vertegenwoordiger van de leer der ordeningen zo dicht naar zich toe haalt, dat het wel lijkt of Plato bijbelgelovige geweest is. Ook het gebruik van het woord mystiek achten we aan bedenking onderhevig; althans in de kontekst waarin Aalders dat doet.

Niettemin begroeten we de verschijning van dit boek als een geweidige steun in de geestelijke strijd van onze tijd. Het is met grote fijnzinnigheid geschreven, getuigt van een geweidige eruditie en laat zich, ondanks de diepgaande bespreking van fundamentele problemen, heel gemakkelijk lezen. Wie eraan begint, zal het niet gemakkelijk uit handen leggen.

ONTVANGEN BOEKEN

In deze rubriek vermelden we boeken die niet nader besproken worden.

Uitgeverij De Vuurbaak, Groningen:

J. van Bruggen, De tekst van het Nieuwe Testament, f 7,50.

J. Douma, Kritische aantekeningen bij de wijsbegeerte der Wetsidee, f 16,50.

J. A. Meijer, Oecumenische taal, f 12,—.

J. P. van den Tol, Dordrecht:

Ds. J. J. Poort, De dag onder vandaag, f 9,90.

Pierre du Moulin, De Christelijke strijd, f 13,90.

J. H. Kok, Kampen:

Hans Bouma/W. P. Weijland, Met het oog op Israël, f 24,50.

Dr. P. W. Huizenga, De ondernemingsraad. Instrument van hervorming en medezeggenschap, f 8,90. (Bij grote aantallen lager in prijs).

De brochure „De gehandicapte in ons midden”, zes artikelen over de kerkelijke gemeente en gehandicapten, die eerder versehenen in „Diakonia”.

De brochure „Gaat de kerk te ver …?” met teksten van en naar aanleiding van de algemene diakonale vergadering van 23 oktober 1976.

„De gehandicapte in ons midden” kost f 2,50, „Gaat de kerk te ver …?” f 3,—.

Bestellingen kunnen plaatsvinden door storting op giro 8685 van de Generale Diakonale Raad te Utrecht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1977

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

Ter overweging

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1977

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's