HEINRICH BULLINGER WERKE

HEINRICH BULLINGER WERKE. Dritte Abteilung. Theologische Schriften, Band 1. Exegetische Schriften aus den Jahren 1525-1527, Bearbeitet von Hans-Georg vom Berg und Susanna Hausammann, 287 S., S.Fr. 80, - , Theologischer Veriag, Zurich 1983.

Bullinger was nog geen 19 jaar, toen hij de opdracht kreeg om les te geven aan de kloosterschool van de Cisterciënsers te Kappel aan bewoners van het klooster, samen met de leerlingen van de Latijnse school. In dit kader gaf hij zijn verklaring van de brief aan de Romeinen en aan de Hebreeën, twee brieven, die in de geschiedenis van de Reformatie van grote betekenis zijn geweest. Hij plaatste zijn uiteenzettingen in een reeks, waartoe eerder hadden behoord de verklaring van geschriften van Erasmus en van Melanchthon. Vanaf februari 1525 was hij bezig met de brief aan de Romeinen, waarvan de eerste hoofdstukken werden besproken, tot aan Rom. 5:16-21. Zijn lezingen over Romeinen eindigden op 13 maart 1525. Op 18 dec. 1525 maakte hij een begin met zijn lessen over de brief aan de Hebreeën, die hij op 10 januari 1527 afsloot. Een uitvoerige studie over Bullingers uitleg van de eerste vijf hoofdstukken van Paulus' brief aan de Romeinen bezitten

we van de hand van Susi Hausammann, die mede verantwoordelijk is voor deze tekstuitgave. Haar boek plaatst deze colleges van Bullinger tussen humanisme en Reformatie (S. Hausammann, Römerhriefauslegung zwischen Humanismus und Reformation. Eine Studie zu Heinrich Bullingers Römerhriefvorlesung von 1525, Zurich 1970). In haar studie komt zij tot het oordeel, dat Bullinger eenvoudig een leerling van Wittenberg was. Bullinger is in de kern van de zaak een volgeling van Melanchthon en Luther. Toch heeft dit discipelschap zich op een geheel eigen manier uitgewerkt. Wat de systematiek betreft heeft hij iets van de eerste. Wat de materie betreft is het duidelijk, dat Bullinger in 1525 Luther volgt. Systeem treft men aan in de opzet vooral van de verklaring van de brief aan de Hebreeën, waar men in de exegese een Schriftgebonden verwijzing vindt naar de Loei communes. De gedachte is van Erasmus, de uitwerking is veelal zuiver reformatorisch. Men zou wensen, dat eenzelfde studie als die van Hausammann over de brief aan de Romeinen beschikbaar was over de colleges over Hebreeën. Een vergelijking dringt zich dan op met Luthers colleges over dezelfde brief. Men zou zo op het spoor kunnen komen van overeenkomst en verscheidenheid tussen Wittenberg en Zurich, nog voor het uitbreken van de fatale avondmaalsstrijd. Ook dit deel bevat bronnenmateriaal eerste klas voor de theologie van de Reformatie.

A.

W.v.'t S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen