Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Barend en Johanna

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Barend en Johanna

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

]ohanna: Weet u wat die namen de Appiusmarkt en de Drie Tabernen eigenlijk betekenen? Het is wel niet zo geweldig belangrijk, maar het is wel eens aardig, daar iets meer van te weten.

Barend: De reis ging over een prachtige heirweg, de Via Appia, die liep van Brindisi over Capua naar Rome, waarover de Romeinse legioenen gingen, maar ook de karavanen met oosterse goederen, maar ook de slaven, gevangenen, kooplieden en plezierreizigers, van alles dus.

Johanna: En Paulus met zijn medegevangenen, omringd door soldaten, gingen daar tussendoor naar Rome tot aan Appiusmarkt, dat was dan zeker een dorp aan die heirweg gelegen?

Barend: Een klein plaatsje en daar kwamen de broeders uit Rome hen tegemoet. Zij waren degenen aan wie Paulus drie jaar tevoren de ons bekende brief aan de Romeinen geschreven had. Nu wilden zij gaarne de schrijver van die gewichtige brief met eigen ogen gaan zien. De Drie Tabernen was ook een gehucht, nog wat dichter bij Rome gelegen.

Johanna: Het was voor Paulus schijnbaar nogal een blijde verrassing, dat hij drie broeders zag. Het viel hem zeker mee, dat zij zozeer belang stelden in zijn persoon?

Barend: Lucas vermeldt, dat Paulus de broeders ziende, God dankte en moed greep. Het schijnt dat Paulus een inzinking heeft gehad en dat hebben door alle tijden heen de ware gelovigen en bijbelheiligen gehad, denk bijvoonbeeld maar aan de psalmen, die er heel veel over Ieren.

Johanna: Maar waren het doorgaans niet de zware zorgen voor al de gemeenten, die het hart van de apostel bezwaarden? En was de gemeente te Rome niet steeds in bijzonder groot gevaar, daar zij toch leefden in een stad, waar de troon des satans was?

Barend: Inderdaad, nergens was het gevaarlijker dan in Rome, want ook de daar wonende Joden behoorden tot de bitterste vijanden van het ware volk van God. Het is zeer wel mogelijk, dat Paulus veel zorg voor de gemeente te Rome heeft gehad, en dat hij daardoor moed greep toen hij zag, welk een grote liefde zij voor hem aan de dag legden.

Johanna: Paulus had in zijn brief geschreven: Ik schaam mij het Evangelie van Christus niet, want het is een kracht Gods tot zaligheid, een iegelijk, die gelooft. Maar de Romeinse christenen schaamden zich ook niet voor dat Evangelie, ook niet voor de prediker daarvan. Was dat niet een voldoende rede voor Paulus om moed te grijpen?

Barend: Ook hij had geschreven in de brief, dat hun geloof verkondigd werd in de gehele wereld, en hij bevond, dat zij inderdaad alzo waren, als men hem van die discipelen in Rome geboodschapt had. Maar al sprekende met elkaar komen allen in Rorrie aan, en ging men het eerst naar de kazerne om de gevangenen af te leveren, maar aan Paulus werd toegestaan op zichzelf te wonen met de krijgsknecht, die hem bewaarde.

Johanna: Maar waaraan had Paulus die welwillende houding te danken, dat men hem toestond op zichzelf te wonen?

Barend: Het rapport van Festus was nogal gunstig en Julius zal ook wel ten gunste gesproken hebben over zijn heldhaftig en menslievend gedrag op de reis naar Rome. Paulus wachtte niet op het moment, dat hij voor Nero verschijnen moest, doch het geschiedde reeds na drie dagen, dat Paulus samenriep degenen, die de voornaamste der Joden waren. Zodra hij wat uitgerust was begon weer zijn arbeid.

Johanna: Vindt u het niet eigenaardig, dat Paulus juist de voornaamsten der Joden tot zich roept, inplaats van de voornaamsten van de gemeente, die te Rome was?

Barend: Kerkelijk was er innerlijk geen nood, maar het gevaar kwam van de zijde der Joden. Tot dusver liet de overheid de christenen met rust, maar de Joden waren niet te vertrouwen, zij konden de magistraten der stad wel eens gaan ophitsen tegen de christenen, gelijk ze ook deden in da, steden van Macedonië en Griekenland en Klein-Azië, Er woonden toentertijd wel 40.000 Joden te Rome en er waren er bij, die zeer hoog in aanzien stonden bij de Romeinse overheid.

Johanna: En waren, er in Rome ook van die voorname vrouwen, die voor de Joodse godsdienst gevoelden? En reikte hun invloed dan zo ver, dat ze doordrong tot de hoge overheid?

Barend: Zij waren er en hun invloed drong zelfs door tot het keizerlijke hof; en nu had men tot de komst van Paulus voor de zogenaamde Nazareense secte nog maar alleen verachting en critiek over, maar dat zou veranderen als 't Sanhedrin van Jeruzalem het sein zou geven tot vervolging, aan kon de 'brand ineens gaan uitslaan. Dus wilde Paulus het Sanhedrin vóór zijn, om te voorkomen, dat de strijd tussen Joden en christenen gaat beginnen met al haar gevolgen.

Johanna: Maar het viel Paulus zeker wel mee, dat zij wilden komen, op zijn verzoek! Was Paulus dan niet een afvallige Nazarener, die met een beroep op de keizer in Rome kwam, beschuldigd zijnde van de Joden, dat hij op onwettige wijze actie had gevoerd te Jeruzalem, en was hij dan niet op gezag van de Romeinse overheid gevangen genomen?

Barend: Misschien kwamen zij uit nieuwsgierigheid, of omdat zij meenden, dat hij als Farizeeër toch wel mocht gehoord worden. Paulus begon weer als een echte tacticus op zachtmoedige wijze met het gewone. Mannen, broeders! Ik, die niets gedaan heb tegen het volk of de vaderlijke gewoonten, ben gebonden uit Jeruzalem overgeleverd in de handen der Romeinen. Hij begon dus met een persoonlijk feit te bespreken.

Johanna: Maar was Paulus dan bij het officiële Jodendom niet in staat van beschuldiging, dat hij gezondigd had tegen wet en tempel? Al waren die aanklachten nooit bewezen, herroepen waren ze ook niet. Had hij dan niet twee jaar lang gevangen gezeten?

Barend: Paulus had inderdaad de schijn tegen, maar hij kon toch eerlijk getuigen, dat hij noch nationaal, noch religieus iets misdaan had. Alleen het oproer te Jeruzalem was oorzaak, dat hij in handen gevallen was van de Romeinse överheidspersonen, die hem na onderzoek hadden willen loslaten, omdat geen schuld des doods in hem was.

Rotterdam-Z

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 1957

De Saambinder | 4 Pagina's

Barend en Johanna

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 1957

De Saambinder | 4 Pagina's