Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TEN AFSCHEID EN TER AFSLUITING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TEN AFSCHEID EN TER AFSLUITING

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is mij een genoegen op deze conferentie het slotwoord te mogen spreken. Ik veroorloof mij dat in tweevoud te doen; ten afscheid en ter afsluiting. Het bestuur heeft afscheid genomen van zijn voorzitter; hem uitgeluid, zoals dat wel eens wordt genoemd.

Toch benut ik deze gelegenheid om ook iets over het vertrek van broeder Koole als voorzitter te zeggen. Meer dan dertig jaar heb ik met hem samengewerkt, vanuit en binnen de redactie van Ambtelijk Contact. Ik denk ook met genoegen terug aan de samenwerking voor de drie boeken gewijd aan het werk van ouderlingen en diakenen. Daarvan hebben wij samen de redactie gevormd. Vergun mij bij deze herinnering een moment de naam van broeder K. Geleijnse te noemen. Koole werd zijn opvolger en bleef tot vandaag voorzitter. Broeder Dies Koole, zoals hij de uitnodiging ondertekende. Van geboorte een Zeeuw, door levensloop een breed georiënteerde Nederlander, met zakelijke relaties aan universiteiten en in het buitenland.

Ter typering noem ik hem een man die met zijn hele hart de gaven van zijn hoofd en van zijn voorkomen gebruikte om zijn maatschappelijke taak, maar niet minder, minstens even zeer, de kerk in en buiten het ambt te dienen.

Een uiterst preciese man. Men ziet dat aan zijn handschrift. Een brief van Koole vervult mij vaak met schaamte over wat ik met mijn geschrijf ervan maak.

Ook een man van zijn woord. Wat hij beloofde, van welke aard of in welk verband ook, komt hij na; en meestal direct of binnen enkele dagen. Daarin ligt naar mijn gedachten ook een stuk van zijn werkkracht. Ik geef het als tip mee aan alle aanwezigen. Handel snel af wat u hebt beloofd. Dan ligt het achter u en niet meer als een last vóór u.

Ik herinner aan de conferenties. Hoewel ik van het bestuur geen insider ben, vermoed ik dat veel thema’s door hem zijn aangedragen, met de daarbij passende of naar zijn inzicht daarbij behorende sprekers. ‘t Kan ook wel omgekeerd zijn gebeurd: Eerst de spreker en dan het onderwerp.

Ik herinner u als trouwe conferentiegangers aan zijn verzorgde openingswoorden. Soms heb ik ze in oktober aangehoord als een echo van de troonrede, maar dan toegespitst op het kerkelijke leven. De Ichtuskerk als de spiegelzaal van de Ridderzaal. Ik denk dat de comitéleden uit de onderscheiden jaren zijn optreden wel eens hebben ervaren als dat van een - excuseer het germanisme - Einspänner. Men moet wel goed ter tale zijn en goede gronden hebben, even nauwkeurig geformuleerd als hij dat deed, om in zijn plannen zelfs maar een geringe wijziging aan te brengen. De weinige keren dat mij dat lukte (omdat het nodig bleek te zijn) heb ik in stilte een triomfantelijk gezicht gezet. Ik wachtte mij ervoor dat te tonen. Dat zou niet passen in de omgangsvormen die wij ons hadden aangemeten. Aan de samenwerking bewaar ik de beste herinneringen. Daarom heb ik ondanks de moeilijke huiselijke omstandigheden ‘ja’ gezegd toen ik werd uitgenodigd om dit slotwoord te spreken.

Nu ik langs de lijn sta en hier en daar nog wat van het kerkelijk leven meemaak, of in elk geval waarneem, zeg ik: - zowel ter rechter als ter linkerzijde; het midden is helaas smal geworden - een andere generatie staat nu aan de leiding - een andere generatie doet het anders. Dat is ter verwachten en dus begrijpelijk. Ik zal daar niet over klagen. Soms heb ik in de afgelopen weken, toen ik de beelden van scheurtjes in de dijken zag, wel eens aan het kerkelijk leven gedacht, zijn er scheurtjes vanwege de geestelijk droogte?

Ik stel onze generatie niet tot norm. Hoe ouder je wordt, hoe meer je bij fouten, gebreken en zonden wordt bepaald.

De schrift is de norm. Het verleden kan wel een model aanreiken dat niet te verwaarlozen is.

Van oudere, zelfs oudste generatie is broeder Koole een waardige vertegenwoordiger. Houd mensen zoals hij in ere, met dankbaarheid voor zijn enorme inzet. Nu lees ik u 1 Petrus 5:1-4. Petrus is getuige van het lijden van Christus en tegelijk deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden. Dat is het genadige voorrecht van zijn roeping als mede-oudste die tot de oudsten spreekt.

- Hoedt de kudde Gods. Dat is de eerste, centrale opdracht. Zij omvat drie aspecten, wilt u, drie taken:

- voeden, weiden

- bewaren, bewaken

- voorgaan en leiden; samengevat wees pastor.

Deze drie in een wisselende volgorde, maar tegelijk als een diepe eenheid.

- Niet gedwongen, maar uit vrije beweging. Dat kan alleen als ons hart is aangeraakt door de liefde van en daarom ook tot Christus. Die liefde raakt dan ook zijn gemeente.

- Niet uit schandelijke winzucht, maar uit bereidwilligheid. Dus zonder bijoogmerken, zonder eigenbelang te zoeken. De eis van openheid, met het oog op het welzijn van de kudde.

- Niet als heerschappij voerende over hetgeen u ten deel is gevallen, maar als voor-beelden der kudde.

Dan is de norm: verwijs ik naar de Opperherder, herkennen de schapen in mij de Grote Herder?

Wat heeft de gemeente zulke oudsten nodig, zeker ook in deze tijd.

- Dan zult gij de onverwelkelijke krans der heerlijkheid ontvangen. Geen wonder dat verderop volgt: de nederigen geeft Hij genade, maar de hoogmoedigen wederstaat Hij. Dit gaat zelfs voorop.

Wat er ook verandert in de omstandigheden waaronder, en in de wijze waarop u uw ambtelijke werk hebt te doen, steeds moet Jezus Christus herkenbaar zijn. Dan en zo alleen gebruikt Hij u.

Van het naar dit patroon verrichte ambtswerk leeft de gemeente; zal ze groeien en bloeien. Dit zij het ideaal, het verlangen van de volgende generaties.

Broeders, bidt erom. Bemoedigt en vermaant elkaar. U bent er ook om elkaar op te scherpen.

Ik eindig met de woorden uit Psalm 90 in de nieuwe berijming:

“Geslachten gaan, geslachten zullen komen;
Wij zijn in Gods ontferming opgenomen.
Wij mogen bouwen op de vaste grond
van Uw beloften en van Uw verbond.”

Laat ons nu in dat vertrouwen samen bidden en danken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 2003

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's

TEN AFSCHEID EN TER AFSLUITING

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 2003

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's