DIE UIT GOD GEBOREN IS, ZONDIGD NIET.

Een iegelijk, die uit God geboren is, die doet de zonde niet; want zijn zaad blijft in hem, en hij kan niet zondigen; want hij is uit God gebo­ ren-1 Johannes 3:9.

Het is de zo dierbare en overbekende belofte Goids, die we beschreven kunnen vinden in Jesaja 55, dat voor een doorn een dennebooim zal opgaan en voor een distel een mirteboom; en het zal de Heere wezen tot een naam, tot een eeuwig teken, dat niet uitgeroeid zal worden.

Duidelijk wordt er in die belofte over een nieuwe schepping of een geboorte uit God gesproiken. Door deze nieuwe schepping of geboorte uit God wordt de boom die eerst kwaad was, goed gemaakt. En waar de boom goed is, zal ook zijn vrucht goed zijn. Diat is het wat de apostel oiis in bovenstaande tekst ook zeer duidelijk leert. Een iegehjk, die uit God geboren is, die doet de zonde niet. Hier heeft een nieuwe schepping plaats gevonden; een! herschepping naar het Beeld Desgenen Die ons geschapen heeft.

Die herscheppinig naar Gods Beeld wordt hier in de tekst een geboorte uit God genoemd. We hebben dit niet op te vatten in die zin als de wederdopers dit doen, die van de wedergeboorte als een nieuwe schepping spreken, waardoor de wedergeborene als het ware geheel buiten de samenleving wordt geplaatst.

In de 5 artikelen tegen de Remonstranten wordt echter vaji de wedergeboorte wel als een nieuwe schepping gespro> ken, maar dan zoals we daardoor een vernieuwing of een herschepping hebben te verstaan. Deze vernieuwing of herschepping is een werk Gods en wordt daarom in de tekst een geboorte uit God genoemd.

Deze geboorte geschiedt door Gods kracht en naar Gods eeuwig voornemen. Naar Zijn wil, zo zegt de apostel Jacobus, heeft Hij ons gebaard door het Woord der Waarheid, opdat wij zouden zijn ais eerstelingen Zijner schepselen-Door deze wedergeboorte worden verstand, wü en genegenheden geheel vernieuwd. Geheel de mens wordt wedergeboren, zodat deze nieuw schepsel wordt in Christus Jezus.

Het is waar, deze vernieuwing is wel volkomen in de delen, maar niet in trappen. In Gods kinderen blijven na de nieuwe geboorte de overblijfselen der zonde. Deze overblijfselen der zonde blijven hen in verstand, wil en genegenheden aankleven, maar toch ontstaan er door de nieuwe ge^ boorte geen twee persoonlijkheden, al is er vanwege die overgebleven verdorvenheden wel sprake van een oude mens en een nieuwe mens.

De gehele persoon die uitverkoren is. Wordt wedergeboren. God neemt het stenen hart uit het vlees weg en geeft een ylesent hart er voor in de plaats. Het oiade is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden. Daarom wordt hier in de tekst ook niet gezegd: wat uit God geboren is, zondigt niet, maar: Een iegelijk, die uit God geboren is, die doet de zonde niet.

Er heeft een herschepping plaats gevonden. En als we over een herschepping spreken, wil dat niet zeggen, dat de eerste schepping niet goed geweest is. Genesis 1 zegt ons, dat God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed. God behoeft dus Zijn werk niet over te doen, omdat Hij het niet goed gedaan heeft-De mens is door zijn moed-en vrijwillige afval van de levende God gans en al verdorven'geworden. Dit maakt die herschepping of wedergeboorte nooidzakehjk. En deze herschepping is geheel en al een Goddelijk werk, in haar kracht niet minder noch geringer, zoals onze Dordtse Leerregels spreken, dan de sohepping of de opwekking der doden.

O, welk een heerlijk. Goddelijk genadewerk! De door de zonde gans verdorven mens kan riiets meer doen tot zijn herstel in zijn vorige staat. Zomin een moorman zijn huid veranderen kan, of een luipaard zijn vlekken, kan hij goed doen die geleerd heeft kwaad te doen. Maar God vernieuwt hem uit vrije genade, naar Zijn eeuwig welbehagen, naar Zijn EverKbeeid. Maar zou dit werk niet even goed volmaakt zijn als het werk der sdiepping? En zou dit dan ook niet in de vrucht te zien zijn? Een iegelijk, die uit God geboren is, die doet de zonde niet-Ziomin als God de zonde kan doen, kan hij het die uit God geboren is. Hij is der Goddelijke natuur deelachtig, naar 2 Petrus 1:4.

Hij bezit het leven dat uit God is. Zijn vermaak is in des Heeren Wet en hij overdenkt die Wet, dag en nacht. Zo is er een apart volk op aarde. Dat vo'lk is wel in de wereld, maar niet van de wereld.

Dat volk spreekt een andere taal dan de kinderen der werelds Dat is de taal Kanaans. Dat volk heeft een andere levenswijze dan de kinderen der wereld. Die naar het vlees zijn, bedenken dat des vleses is, maar die naar de Geest zijn, bedenken dat des Geestes is. Neen, de uit God geborenen kunnen niet als wereldltngen leven. Het is wel waar, dat er sprake kan zijn van een afgezakte, kranke en kwijnende staat der gelovigen, zoals Comrie daarover ook enkele leerredenen geschreven heeft.

Het fijne goud kan zo verdonkerd worden en de kostelijke kinderen Sions de aarden flessen als gelijk geworden zijn. Maar hoewei Lot de vlaifcte van Sodom. en Gomorra wel begeerde om daar te wo> nen en ook nog in Sodom zelf terechtkwam, zo heeft hij toch zijn rechtvaardige ziel dag op dag gekweld vanwege het zien en horen van al die ongeredhtige dinigen die in Sodom plaats vonden. Hij was vermoeid vanwege ontuchtige wandel der gruwelijke mensen. God liet het toe, dat Lot in Sodoim intrek nam, maar om ook temeer Zijn trouwe zorg en bewaring over Lot te doen blijken. En al kunnen de zonden Gods kinderen ook overvallen en als gevangen nemen, zij zijn er geen dienstknechten meer van.

Del apostel zegt hier van de uit God geborene, dat hij niet kan zondigen. Want zijn zaad blijft in hem, en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren, zo zegt de apostel in het tweede gedeelte van de tekst. Het is wel te begrijpen, dat Gods kinderen, de kracht der overgeblevery zonden bij zich waarnemende, met zulk een uitspraak van de apostel weleens vastlopen.

En toch komien ook de ogenbliJcken, dat er over deze uitspraak zulk een helder licht in de ziel kan vallen-Dan mag men bij Geesteslicht de oude en de nieuwe mens eens van elkander onderscheiden. Neen, de nieuwe mens zondigt niet. Moeten dan de zonden maar op rekening! van de oude mens geschreven worden, zoals de anttnomiaan dat doet? Neen, integendeel, de nieuwe mens zucht onder de waarneming van die oude mens der zonde en zal er dus nooit op zondigen naar hartelust, omdat het slechts de oude mens is die zich uit wil leven.

Dat is juist de gruwehjke leer der antinomianen. Bij hen kan de persoon van de uit God geborene de oude mens maar laten gaan. En dat juist is onniogelijk. De nieuwe mens bindt de strijd tegen de oude aan. De nieuwe mens kan niet zondi^gen. Wel kan de nieuwe mens in de geestelijke strijd verflauwen en verslappen en inplaats van sterke wederstand bieden, veeltijds onderliggen, maar steeds weer openbaart zich toch de waarachtige bekering des mensen in de opstanding van de nieuwe mens en in de afsterving van de oude mens.

En dat komt, omdat dat zaad blijft in hem die uit God geboren is. Dat is dat onverderfelijke zaad, waaruit hij wedergeboren is, namelijk, het levende en eeuwigbiijvende Woord van God. Dat zaad, zoals onze kanttekeninig hier zo treffend opmerkt, vergaat niet gans, 'miaar blijft voortwerfcen de vruchten der wedergeboorte, die eens in hem begonnen is.

O dierbaar werk van Gods genade! Een afval der heiligen is er niet. Hoei zou deze geboorte die uit God is, nog vernietigd kunnen worden? De .genadegiften en de roeping Gods zijn onberouwelijk. Die in het huis des Heeren geplant zijn, die zal gegeven worden te groeien in de voorhoven onzes Gods-In de grijze ouderdom zullen zij nog vruchten dragen; zij zullen vet en groen zijn, om te verkondigen, dat de Heere recht is. Het zal de Heere wezen / tot een naam, tot een eeuwig teken, dait niet uitgeroeid zal worden.

V.

M.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen