Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Gezag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Gezag

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(5)

Op vijf manieren hebben de opstellers van de Heidelbergse Catechismus getracht, het woordje "eren" uit het vijfde gebod te omschrijven. Op drie van deze vijf wezen wij reeds: eer, liefde en trouw. Nu iets over het vierde facet van dit eren: mij hunner goede leer en straf met behoorlijke gehoorzaamheid onderwerpe.

Leer en straf Deze beide elementen moeten in de opvoeding aanwezig zijn. In sommige gezinnen wordt wél met grote regelmaat gestraft, maar ontbreekt de "goede leer". In andere gezinnen is wel de goede leer aanwezig, maar wordt nooit gestraft: men denke aan Eli's huisgezin.

Straf zonder goede leer kweekt verbitterde kinderen, die zich niet zelden later van de leer afwenden. Ongetwijfeld zag Paulus hierop, toen hij schreef: En gij, vaders, verwekt uw kinderen niet tot toom, maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren" (Efeze 6 : 4).

Goede leer zonder straf daarentegen kweekt verwende kinderen. Ook daartegen waarschuwt de Schrift: Die zijn roede inhoudt, haat zijn zoon; maar die hem liefheeft, zoekt hem vroeg met tuchtiging". Evenals de kerkelijke tucht het behoud van de zondaar beoogt, zal ook de straf tot behoud van het kind kunnen dienen. Gij zult de jongen met de roede slaan, zegt de Spreukendichter, en zijn ziel van de hel redden (Spreuken 23 : 14).

Een tiental jaren geleden was een "anti-autoritaire" opvoeding hét symbool van paedagogisch bij de tijd zijn. Als we ons niet vergissen, zijn er echter onlangs weer paedagogen opgestaan die zulk een opvoeding als verouderd hebben bestempeld. Inmiddels zitten wij wel met de erfenis: een generatie, die nooit geleerd heeft te gehoorzamen en er absoluut niet tegen kan, de wind van voren te krijgen. Anderen hebben er reeds op gewezen, dat het voor een kind funest is, in alles "vrijgelaten" te worden en bovendien zeer vermoeiend, altijd zelf te moeten kiezen en zijn eigen weg te bepalen. Men beroemt er zich als ouders dan op, zijn kinderen geheel vrij te laten kiezen, vooral met betrekking tot het godsdienstige leven, maar men staat er niet bij stil, dat men juist door nooit naar de kerk te gaan reeds een keuze voor het kind gemaakt heeft.

Behoorlijke gehoorzaamheid

Van tijd tot tijd kan men een bezwaar beluisteren tegen de door ons geschetste schriftuurlijke visie op het gezag. Het luidt als volgt: wie zó over het gezag spreekt, zet de deur open naar een blinde kadaverdiscipline, slaafse gezagsgetrouwheid, die gevaarlijke vormen kan aannemen.

Soms beweert men ook, dat deze leer de mensen ontvankelijk zou maken voor bewegingen als het nationaal-socialisme, waarvan de leuze "Befehl ist Befehl" ons maar al te bekend in de oren klinkt. Dit bezwaar is ten enenmale onbillijk en onterecht. Wie Schrift en belijdenis kent, weet, dat nimmer tot blinde gehoorzaamheid wordt opgeroepen. Tegen kadaverdiscipline zijn in Zondag 39 heel duidelijk twee zekeringen ingebouwd. De Catechismus spreekt namelijk van goede leer, en bovendien van behoorlijke gehoorzaamheid.

Dit brengt ons tot de vraag: waar liggen de grenzen die Gods Woord stelt aan onze gehoorzaamheid aan het gezag? Die grenzen zijn er. Soms kan men door gehoorzaam te zijn aan hen die over ons gesteld zijn Gods gebod overtreden. Dan is er sprake van onbehoorlijke gehoorzaamheid. Men denke aan Doëg, de Edomiet, die had moeten weigeren, toen Saul gebood vijfentachtig mannen te doden die de linnen lijfrok droegen. Men denke ook aan de dochter van Herodias, die haar moeder had kunnen eren door haar ongehoorzaam te zijn (Mattheüs 14 : 8). Anderzijds vermeldt de Schrift ons gevallen van behoorlijke ongehoorzaamheid. Bouwde God de huizen niet van de vroedvrouwen der Hebreïnnen, omdat zij het gebod van Farao niet uitvoerden (Exodus 2 : 21)?

Haarscherp wordt de grens van de behoorlijke gehoorzaamheid aangegeven door Petrus, wanneer hij zijn ongehoorzaamheid aan het gebod van de Hoge Raad om niet meer in Jezus' Naam te leren, verantwoordt door te zeggen: Men moet Gode meer gehoorzaam zijn, dan de mensen" (Handelingen 5 : 29). Er zijn jonge mensen geweest, wie het door Gods genade onmogelijk werd, nog langer te gaan in de goddeloze sporen die door hun ouders werden uitgezet. Dat geeft conflicten. Ontzettend scherp soms. Calvijn zegt ervan, dat wanneer onze ouders ons tot het overtreden van Gods Wet aanhitsen, wij hen niet langer als ouders, maar als vreemden moeten beschouwen (Institutie II, 8, 38). Dit geldt trouwens ook van onze gehoorzaamheid aan de overheid in het algemeen, zo voegt hij erbij. Wie weet, hoe spoedig wij met de actualiteit van deze dingen zullen worden geconfronteerd! Onze houding zal dan beslist, maar respectvol moeten zijn. 't Zal ten allen tijde behoorlijke ongehoorzaamheid moeten zijn. Treffend geeft tenslotte ook Paulus de grenzen van de gehoorzaamheid aan door te spreken over een "elkander onderdanig zijn in de vreze Gods" (alzo, dat de vreze Gods altijd regel en richtsnoer zij van uw onderdanigheid, zegt de kanttekenaar) en over een gehoorzaam zijn "in den Heere" (Efeze 5:21 en 6 : 1).

Geduld hebben

Het vijfde en laatste facet van het "eren" dat door de Heidelberger wordt genoemd, is met hun zwakheid en gebreken geduld hebben. Alle gezagsdragers hebben deze zwakheden en gebreken. Soms zelfs in ernstige mate. Onze samenleving weet die zwakheden uit te buiten en die gebreken uit te meten. Een minister, die wat aarzelend overkomt, wordt in volksvertegenwoordiging en media onmiddellijk "onderuitgehaald", zoals dat heet. Een zwakke docent gaat er voor de klas niet zelden aan, psychisch en lichamelijk. En waar zouden velen toch hun gezellige verjaardagsavonden mee moeten vullen, als de zwakheden en gebreken van de ambtsdragers niet zoveel gespreksstof boden? Hoever zijn wij toch in dit alles weg van een leven uit Gods Geest, hoe ver ook afgegroeid van de taal van de Schrift.

Met hun zwakheid en gebreken geduld hebhe. . . zo zegt Zondag 39. Zo bedekten Sem en Jafeth de schaamte van hun vader. Zo verdroeg Jonathan geduldig de onbillijke woede van zijn vader Saul. Zo blééf David Saul respecteren als Gods gezalfde, en "sloeg" zijn hart hem zelfs, omdat hij de slip van Sauls mantel sloeg. Jeremia klaagt ergens, dat zijn hoorders acht namen op zijn hinking. Hij bedoelt, dat men nauwlettend toezag, of hij in zijn persoonlijk of ambtelijk leven soms zou struikelen. Het uitbuiten van struikelingen van ambtsdragers is een kwade gewoonte van sommigen. Het behoeft overigens geen betoog, dat dit geduld hebben niet vereenzelvigd moet worden met een stilzwijgend dulden van ambtelijke zonden. Veelzeggend is de zinsnede uit het Formulier om de dienaars des Woords te bevestigen, dat zij een voorbeeld der gelovigen moeten zijn. Eén is er geweest. Die Zelf geen zwakheden, noch gebreken had, maar Die zulk een onuitsprekelijk geduld heeft gehad met de gebreken van Zijn ouders. Hij droeg de straf der zonde tegen het vijfde gebod, door als een opstandeling gevonnist te worden. Hij vervulde de eis van dit gebod, door in Zijn stervensure aan het vloekhout voor Zijn moeder zorg te dragen.

De belofte

Tenslotte nog iets over de belofte, aan het vijfde gebod verbonden: "Opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat de HEERE, uw God, u geeft".

Men heeft gevraagd: is dan een lang leven wel zo verkieslijk voor een kind Gods? Men heeft tegengeworpen: gaat dit wel altijd op? Sterven godvrezende en gehoorzame kinderen niet vaak zeer jong en worden brute goddelozen veelal niet stokoud? In talloze oude catechismusverklaringen worden deze vragen gesteld en beantwoord.

Wij willen er kort over zijn. Vast staat, dat de Schrift het "verlengen van onze dagen" als een zegen des HEEREN ziet, al weet de Schrift óók terdege van de bezwaren, die aan de ouderdom verbonden kunnen zijn; men denke aan Prediker 12. Verder doen uitzonderingen een algemene regel nog niet teniet. Inderdaad stierf het verkoren kind van Jerobeam jong. Maar in zulke gevallen is er vaak sprake van een "weggeraapt worden vóór het kwaad" (Jesaja 57 : 1). Anderzijds tekent Gods Woord ons het rampzalig en vroegtijdig sterven van Absalom. Aangrijpend is eveneens het sterven van de tweeënveertig kinderen van Bethel (2 Koningen 2 : 24). Ook hier was het vijfde gebod in het geding! En de praktijk van elke dag leert maar al te schrijnend, dat een schielijk weggerukt worden van jonge mensen niet zelden het droevig sluitstuk is van een obstinaat, roekeloos en ongebonden leven. Maar als wij het goed zien, heeft de Heere met deze belofte bij het vijfde gebod niet willen zeggen, dat elk godvrezend, gehoorzaam kind oud zal worden, en al evenmin, dat elk goddeloos, ongehoorzaam kind jong zal sterven. Naar onze mening heeft God in deze belofte een algemene gedachte willen uitdrukken, gekleed in de beelden en verwoord in de taal van een volk, dat op weg was naar het beloofde land. Deze algemene gedachte is deze, dat overal, waar het gebod Gods (niet slechts het vijfde!) geëerbiedigd zal worden, dit vrede en welzijn ten gevolge zal hebben. Een gezin, waar het vijfde gebod geëerbiedigd wordt, zal de "dagen verlengen", daar zal het wél gaan. Hetzelfde geldt van een gemeente, een kerkverband, een samenleving, een maatschappij. Wie dit vergeet, zal echter schade lijden, eeuwige schade.

Gouda,

Ds. A. Moerkerken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 1988

De Saambinder | 12 Pagina's

Het Gezag

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 1988

De Saambinder | 12 Pagina's