Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Individualisme zegen of vloek?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Individualisme zegen of vloek?

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Individualisme neemt de unieke persoon die ieder mens is als uitgangspunt. Het vraagt ook ruimte voor ieder mens om naar eigen inzicht zijn leven vorm te geven. Individualisme staat tegenover collectivisme. Daarin wordt gedacht vanuit de gemeenschap. Die bepaalt hoe het leven van haar leden eruit moet zien. De westerse samenleving is vooral individualistisch. Dat is ze niet altijd geweest. Veel niet-westerse samenlevingen (denk aan moslimlanden) zijn nog steeds vooral collectivistisch ingesteld. Ik ga wat vragen stellen over het individualisme en die beantwoorden.

Wat is er zo boeiend aan het individualisme?
Om ons heen zien wij dat mensen zich weinig aantrekken van anderen. Ze hebben geen behoefte meer om bij grotere gemeenschappen te horen. Ze zoeken hun eigen leven uit. Juist als gelovigen hebben we daar problemen mee. Individualisme is iets van autonome mensen, die zichzelf tot wet zijn. De Bijbel leert ons daarentegen te luisteren naar de wet van God en gericht te zijn op de gemeenschap en op de naaste. Het individualisme boeit om nog een reden. Het verschijnsel zit zo diep in onze moderne cultuur, dat wij er zo langzamerhand allemaal mee behept zijn, ongelovigen en gelovigen. Ik denk dat bijna al onze kinderen een eigen kamer hebben, die voorzien is van allerlei individuele genoegens. U en ik vinden het belangrijk dat kinderen vanaf de peuterschool als unieke personen behandeld worden. De juf moet er maar rekening mee houden dat het ene kind ADHD heeft en het andere kind hoogbegaafd is. Elk kind moet zichzelf op een bij hem passende manier kunnen ontplooien. Als onze kinderen groot zijn, laten wij ze zelf hun partner, hun beroep, hun woonplaats en zelfs hun kerk kiezen. We denken mee of zuchten erover, maar ze zijn uiteindelijk toch verantwoordelijk voor zichzelf. Hieruit blijkt dat onze eigen manier van denken telkens rekent met het individu en zijn eigen rechten en plichten.

Waar komt het individualisme vandaan?
Dat de belangen van individuele mensen belangrijker werden dan de belangen van gemeenschappen is langzaam opgekomen in de tweede helft van de Middeleeuwen. Dat had met de Renaissance te maken. Na de kruistochten veranderde er veel in Europa. Het Griekse denken werd opnieuw bekend. De Grieken hebben in de oudheid al gepleit voor de autonomie van de mens. Het individualisme is dus geen vrucht van het christendom. Wonderlijk genoeg kon het juist wel opkomen in een christelijke samenleving. Er moet een verbinding zijn met wat de Bijbel zegt. Dat klopt. Gods Woord zegt dat de mens beeld van God is, dat ieder mens van grote waarde is. God ziet en kent mensen als unieke personen. Ieder mens is voor God ook verantwoordelijk voor zijn eigen doen en laten en kan zich niet verschuilen achter anderen. In het Nieuwe Testament valt ook op dat de Heere Jezus mensen als individuen benadert. Hij heeft oog voor de enkeling. Iedere zieke krijgt op een eigen manier aandacht van Hem. Eigenlijk ontstaat in Europa een mix van het Griekse en het bijbelse spreken over de mens.

Wat is de verhouding tussen protestantisme en individualisme?
van het opkomende individualisme! De Middeleeuwen kenden veel gemeenschappen, zoals gilden, kloosters en vooral de Rooms-Katholieke Kerk. Iedereen moest zich houden aan de regels van de gemeenschap waarin hij verkeerde. Wie ervan afweek, bracht de gemeenschap schade toe en kon straf krijgen. De kerk heerste zo zelfs over de gedachten van de mensen. U kent de geschiedenis. Luther is in 1517 in z’n eentje de strijd aangegaan met de misstanden van de kerk. Luther durfde individu te zijn. Alle protestanten met en na Luther waren in zeker opzicht individualisten. Ze braken met bestaande gemeenschapsbanden en stichtten eigen gemeentes. Ze wilden vrijheid om hun leven naar eigen geloof en geweten in te richten. Ze deden persoonlijk datgene waarvan ze overtuigd waren dat het Gods wil was. Dit laatste moeten we in de gaten houden. De protestanten braken niet met het collectivisme van Rome omdat ze hun eigen rechten opeisten of omdat ze alles zelf wilden uitzoeken. Ze wilden geen autonome mensen worden. Nee, ze zochten Gods wil te doen. Ze waren er wel van overtuigd dat ze daarvoor persoonlijk verantwoordelijk waren. Dus ieder mens moest zelf uit zijn Bijbel gaan lezen en die ook zelf goed leren uitleggen. In de lutherse en gereformeerde kerken die ontstonden, kwamen nieuwe gemeenschappen. Toch behield iedere gelovige daarin een eigen individuele verantwoordelijkheid voor God. Dat is onbedoeld mede bron geworden van kerkscheuringen. Iedereen ging iets vinden van de Bijbel en haar uitleg. (Dat was net waar Rome zo bang voor was!)

Is er een verband tussen individualisme en de protestantse geloofsbeleving?
Het protestantisme ziet de mens nooit als individu los van God en los van de gemeenschap. Intussen versterkte het wel het besef dat ieder mens uniek is en ook het idee dat ieder mens zijn gaven in vrijheid moet kunnen ontwikkelen. Weliswaar moet dat laatste dan gebeuren tot eer van God en tot welzijn van anderen. Denk eens aan alle protestanten die beperkingen van Europa verlieten en voor de ontplooiingsmogelijkheden in Amerika kozen. Het geloofsleven werd steeds individualistischer door de opkomst van het piëtisme. Juist de vromen beleefden het geloof vanuit alleen hun eigen ervaringen met God en van de grote gemeenschappen trokken ze zich terug om in kleine gezelschappen van die ervaringen te vertellen. Hoe individualistischer de geloofsbeleving werd, des te minder accent legde men op Gods verbond (en andersom!). Gelovigen moesten alles zelf - individueel dus - gaan beleven voor ze zekerheid van het geloof zouden ontvangen. Deze visie op geloven is in de orthodoxie gebleven. Ze heeft zeker wortels in de Bijbel. Maar het is interessant om vragen te stellen bij het individualistische karakter ervan.

Kun je zeggen: hoe orthodoxer christen, hoe individualistischer?
Je kunt dat niet één op één zeggen. Wel kun je zeggen dat in kringen waar veel aandacht uitgaat naar iemands persoonlijke bekering, de kans aanwezig is dat de blik alleen naar binnen gericht wordt. Het leven gaat dan draaien om de redding van de enkele mens. (Daarin zit een wonderlijke verwantschap met ongelovige individualisten bij wie alles draait om hun persoonlijke genot!) De belangstelling en inzet voor kerk, diaconie, maatschappij en politiek is klein. Dit kun je soms waarnemen in reformatorische kring. De te individualistische geloofsbeleving is een zo mogelijk nog grotere valkuil voor evangelische en pinksterkringen.

Is het individualisme goed of fout?
Laten we eerst de zegeningen van het individualisme noemen. Als in Kenia na verkiezingen rellen tussen stammen uitbreken, denk ik: wat een zegen dat wij in het individualistische Westen wonen. Wij vinden het, hoop ik maar, absurd om iemand te beoordelen op grond van zijn etnische achtergrond. Ieder individu is even uniek en heeft politiek even veel rechten. Dat groepsdenken belemmert ook persoonlijke ontplooiing van mensen. Het belemmert zelfs het hebben van een eigen mening. Welke politicus durft in een moslimland iets te zeggen of te doen dat tegen de moslimgemeenschap ingaat? Collectivisme leidt altijd tot grijsheid en houdt vooruitgang tegen. Niemand durft de gemeenschap te trotseren met nieuwe ideeën. Als het groepsbelang belangrijker is dan het belang van iedere inwoner van een land, leidt dat ook tot corruptie. Politici en ambtenaren gaan mensen van hun eigen groep bevoordelen. Als ieder individu mag zijn en dus even belangrijk is, heeft een politicus het besef dat hij politicus is voor het hele volk. (Ga dat eens uitleggen in Irak!) Ik heb wel eens gelezen dat dit een van de moeilijke dingen is voor allochtone politie- agenten in Nederland. Als een agent van Marokkaanse komaf een andere Nederlander van Marokkaanse komaf bekeurt, gaat die laatste ervan uit dat er iets te ritselen valt. In een groepscultuur bevoorrechten groepsgenoten elkaar immers. In een individualistische cultuur mag dat niet.

De samenleving is dus beter af met het individualisme. Geldt dat ook in het persoonlijk leven van mensen?
Jazeker! Een vuilnisman met hartklachten heeft even veel recht op een duur medicijn als een professor met hartklachten. Het is prettig dat ik alle belangrijke beslissingen in mijn leven zelf mag nemen. Politiek, kerk, familie, ze denken allemaal met me mee, maar dwingen me niet als ik volwassen ben. Ik hoef niet meer, zoals vroeger, mijn leven in te vullen volgens de regels van het dorp. Man en vrouw zijn niet gelijk maar wel echt gelijkwaardig geworden. Zo kunnen we diverse zegeningen van het individualisme opsommen.

Is er dan alleen maar vooruitgang gekomen door het individualisme?
Ergens vanaf halverwege de negentiende eeuw is er een tendens in het schieten. Het liberalisme is de geestelijke drager daarvan. De toegenomen welvaart heeft het mogelijk gemaakt. In onze tijd is dat erg duidelijk geworden. Het individualisme ontspoort in egoïsme. Als ik op zondag wil winkelen... als ik een einde aan mijn leven wil maken... als ik geen baby wil die gehandicapt is... als ik medemensen wil kwetsen... als ik drugs wil gebruiken... dan móet dat kunnen. Als individualisme egoïsme wordt, is het een vloek voor de samenleving. Feitelijk wordt samen leven dan zelfs onmogelijk. Oorspronkelijk was het individualisme bevrijdend. Nu wordt het bedreigend. De autonomie van mensen slaat door. Wanneer individualisme samengaat met verantwoordelijkheid en bereidheid om anderen serieus te nemen, is het goed. Mensen zijn immers individu maar tegelijkertijd mens in relatie. Het individualisme van vandaag is bedreigend voor het opgroeiend nageslacht. Hoeveel kinderen leven niet in chaotische situaties omdat ouders hun eigen gang gaan! Nogal wat (jonge) mensen kunnen trouwens niet eens omgaan met hun individuele vrijheden. Die worden aan hun lot overgelaten en gaan rare dingen doen. Als het individualisme doorschiet, wil men echter niet weten van het beschermen van mensen tegen zichzelf (door bijvoorbeeld drugs te blijven verbieden). Het individualisme is ook bedreigend voor het milieu. ‘Als ik nu maar genieten kan’, schuift de rekening van het genieten door naar het nageslacht. Een laatste punt dat ik wil noemen is dit: als mensen in geen enkel verband meer leven, worden ze automatisch onderdeel van een grote, grijze massa. Die massa laat zich snel manipuleren door media en politici. Denk aan de hype rond Fortuyn. De stammenstrijd uit Afrika kan dan wonderlijk genoeg toch ineens ook hier zijn. En de grijze massa heeft geen respect voor minderheden.

Is er een evenwicht?
Hoe bijbelser ons denken, des te beter bewaren we het evenwicht. Wij zijn unieke mensen, maar niet autonoom. Gods wet staat boven ons. Wij zijn unieke mensen, maar niet alleen op de wereld. God plaatst ons in verschillende gemeenschappen, waarvan Zijn gemeente er één is. Er is ook de gemeenschap met ons voorgeslacht en ons nageslacht. In de kerk leer ik onder andere mens te zijn voor God en mijn medemensen. Daar hebben we genade voor nodig. Allereerst genade die ons kritisch maakt naar onszelf. Zijn wij zelf, ook in kerkelijke kringen, al niet doorgeschoten in ons individualisme? Op dat punt ben ik bezorgd. Wij zien de splinter bij onze liberale medemensen en de balk bij ons zelf nemen we te weinig waar. Een individualistische geloofsbeleving blijkt helaas ook prima samen te gaan met een even individualistisch streven naar geluk en genot.


Crisis van betrokkenheid

Individualisering en de christelijke gemeente

Zo wordt onze samenleving getypeerd. Mensen binden zich niet meer aan één politieke partij, werkgever en krant. Waar zijn mensen nog ‘lange-termijn-getuigen’ van elkaar? Wie nadenkt over gemeente-zijn in een ‘crisis van betrokkenheid’, ziet een botsing tussen collectieve en individuele belangen. Hoe zijn we gemeente in dit spanningsveld? We zien ‘herberg’-gemeenten. Hier is openheid, ongedwongenheid en ontmoeting. Je doet mee wanneer je zin hebt en je mag er zijn zoals je bent of voelt. Er zijn ook ‘service-balie’-gemeenten. Je hebt alleen contact met een gemeente wanneer je iets nodigt hebt. Op kruismomenten in het leven (huwelijk, geboorte, dood) koop je hier de service van mooie rituelen. Gemeenteleden leven in BAT-relaties: believing-apart-and-together. ‘Onze’ gemeenten in de gereformeerde gezindte kunnen getypeerd worden als een ‘enclave’. Op een rustige plek, aan de rand van de samenleving bereiken, boeien en binden we mensen. Volledige betrokkenheid wordt ‘geëist’. Maar wat valt dat tegen! Ook in ‘onze’ gemeenten merken we die ‘crisis van betrokkenheid’. Dan maar hard roepen dat dit niet hoort? Of serieus zoeken waar en hoe we kunnen spreken tot het hart van mensen. Dat schept echte verbondenheid! Een roeping voor allen die leiding geven aan een gemeente. Nico Belo, managementlid en docent gemeenteopbouw Opleiding Theologie CHE.


Individualisering en het (basis)onderwijs

Veel oog voor persoonlijk presteren

Alles wat de samenleving raakt, wordt min of meer zichtbaar in het onderwijs. Het onderwijs is een smeltkroes van ontwikkelingen en invloeden uit de samenleving. Er worden hoge eisen gesteld aan het onderwijs om te anticiperen op de ontwikkelingen in de samenleving. Ik wil drie trends benoemen, zonder daaraan een waardeoordeel te verbinden: 

De gezinnen zijn de laatste 40 jaar kleiner geworden. 

Het aantal echtscheidingen is de laatste 40 jaar sterk toegenomen. 

In toenemende mate hebben we te maken met ouders die allebei een baan hebben.

Deze trends leiden tot verandering van aandacht voor elkaar. De aandacht van de ouders voor hun kinderen is doorgaans sterk gericht op individuele prestatie en minder op bijvoorbeeld omgang in de groep. Ook leren kinderen in kleine gezinnen minder automatisch te delen, wat merkbaar is in hun gedrag op school. Als beide ouders werken, vraagt dat een goede organisatie in het gezin, ook in relatie tot de school. De eisen die door de ouders gesteld worden aan de onderwijsomgeving zijn sterk gericht op de omstandigheden waarin de kinderen zich bevinden. Dit kan leiden tot een vorm van individuele gerichtheid, die grenst aan egoïsme. Ons christelijk geloof dient richtingsbesef te hebben volgens de normen en waarden van de Bijbel. Dat moet merkbaar zijn in het omgaan met elkaar, juist ook binnen de school; kinderen onderling, met onderwijsgevenden, met ouders. Dat betekent dat er gerichtheid moet zijn op Jezus Christus, individueel, maar ook collectief. Zo bezien is het christelijk onderwijs bij uitstek een ontmoetingsplaats waar zowel individueel als collectief geleefd en geleerd wordt rondom de Bijbel en alles wat nodig is ter voorbereiding op het volwassen worden in dit leven. Ik kan het niet laten om te zeggen dat kiezen voor werken in het christelijk onderwijs een keuze is voor een zinvol, invloedrijk beroep!

Joop Korteland, opleidingsmanager Educatie van de CHE.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 augustus 2008

Terdege | 100 Pagina's

Individualisme zegen of vloek?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 augustus 2008

Terdege | 100 Pagina's