Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De leesdienst als eredienst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De leesdienst als eredienst

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Enige tijd geleden hield ds. J.J. van Eckeveld op een bijeenkomst in het kader van gerichte toerusting van ambtsdragers een lezing over het onderwerp 'De leesdienst als eredienst '. In een reeks van vier artikelen wordt deze lezing - enigszins aangepast - in ons kerkelijk blad geplaatst. Soms zal nog merkbaar zijn dat tegen ambtsdragers werd gesproken (red.).

(1)

Vragen

Vele ouderlingen worden regelmatig geroepen voor te gaan in leesdiensten. Dat kan een hele strijd betekenen. Welke preek moet ik kiezen? Moet ik het zoeken bij een oudvader of bij een van onze predikanten? Zoek ik een preek over een bepaalde tekst of zoek ik een preek van een bepaalde dominee? Waar moet ik aan denken bij het gebed? Dergelijke vragen komen naar boven als we als ouderling een preek moeten lezen. De ouderlingen onder onze lezers zullen deze vragen herkennen en er ongetwijfeld nog meer aan kunnen toevoegen. Het is daarom een goede zaak eens na te denken over het voorgaan in leesdiensten. Daarbij gaat het niet alleen om onze ambtsdragers, of zij er weer door mogen komen, maar het gaat in de eerste plaats om de vraag waarmee de gemeenten het meest worden gediend. Ook voor de niet-ambtsdragers onder de lezers kan bezinning op deze dingen nuttig zijn.

Een stukje kerkgeschiedenis

Eerst enkele opmerkingen vanuit de kerkhistorie. Het lezen van een predikatie in de eredienst kwam kort na de Reformatie ook al voor. Ds. K. de Gier zegt in zijn De Dordtse Kerkorde - een praktische verklaring op blz. 101 het volgende: 'Leesdiensten waren in de tijd van de Reformatie al gebruikelijk. Zo werd voor de kerken in de Zuidelijke Nederlanden in 1563 te Le Bouton besloten, dat bij het ontbreken van een dienaar 's zondags de ouderling moest voorgaan in het gebed en een predikatie moest lezen, die door de predikant of de kerkenraad was aanbevolen. Op de Synode van Embden 1571 viel het besluit om preekiezers, ouderlingen en diakenen aan te stellen in plaatsen waar nog geen dienst des Woords kon worden ingericht. De bedoeling van deze hulpdienst was om zo een gemeente te vergaderen. De Synode van Middelburg 1581, raadde het aanstellen van dergelijke vaste lezers af en wilde het alleen bij uitzondering toelaten in afgelegen plaatsen waar men van de dienst des Woords verstoken was en dan alleen met voorweten en advies van de classis. Lezers moesten noodhulpen blijven en mochten geen vaste positie in de gemeente verkrijgen'.

Een noodoplossing

Uit dit stukje kerkgeschiedenis kunnen we verschillende dingen leren. In de eerste plaats, dat de leesdienst een hulpdienst is. Wie voorgaat in de leesdienst verleent een hulpdienst aan de dienaren des Woords. Ik heb bij de voorbereiding voor deze lezing een dankbaar gebruik gemaakt van een drietal artikelen van ds. C. de Jongste in de Kerkbode van Alblasserdam met als titel: Opmerkingen bij.... preeklezen. Deze merkt in zijn eerste artikel het volgende op: 'Naar het recht gevoelen van onze gereformeerde vaderen, is preeklezen slechts een uitzonderlijke hulpdienst, een uitzondering bij afwezigheid van het voorgaan door een dienaar des Woords'. Het is daarbij ook duidelijk dat onze vaderen preekiezers als noodhulpen zagen. Het lezen van een predikatie is een noodoplossing, omdat een predikant ontbreekt. Dat zullen we altijd zo moeten blijven zien. Dat er in onze gemeenten zoveel leesdiensten gehouden moeten worden is een noodsituatie, die ons bepaalt bij het grote gebrek aan predikanten. Was deze nood meer beleefde nood! We praten er wel over, maar brengt het ons in de nood voor Gods Aangezicht? Het is in ieder geval duidelijk dat als mensen zeggen dat ze een eigen predikant niet missen, omdat de gemeente toch zulke goede lezers heeft, er iets grondig mis is. Dan wordt de nood niet gevoeld.

Toch eredienst

Toch mogen we niet zeggen, dat leesdienst iets minderwaardigs is en dat het niet erg is als we de leesdiensten gemakkelijk verzuimen. Nee, we zullen moeten vasthouden dat de leesdienst ook eredienst is, niet minder dan de door een predikant gebrachte verkondiging van het Woord. Ds. K. de Gier zegt: 'Ook de leesdienst is in zekere zin dienst des Woords, maar geen volkomen preekdienst. Toch is dan de lezer als helper van de predikant de mond die tot de gemeente spreekt door de geschreven preek voor te lezen in de gemeente'. Dus geen 'volkomen preekdienst', maar tóch dienst des Woords, toch eredienst. Vandaar de titel van deze lezing: De leesdienst als eredienst. Als de apostel Paulus zegt dat het geloof is door het gehoor, dan geldt dat niet alleen preekdiensten, maar ook leesdiensten. Ook dan zitten we onder het gehoor van het Woord Gods. Daarom is het zo'n gewichtige zaak in leesdiensten voor te gaan. Op dat moment zijn we de mond Gods tot de gemeente. Dat besef mag ons bij het voorgaan in leesdiensten wel voortdurend bezetten. Dat tekent onze verantwoordelijkheid bij het uitkiezen van een preek en bij het voorlezen ervan. Daarom begint het op de knieën, in het gebed. Voordat een dienaar des Woords begint met de voorbereiding van zijn preek buigt hij eerst zijn knieën. Als het goed is dan is zijn studeerkamer een plaats van het gebed. Maar zou dat niet gelden voor een ouderling, die een preek moet lezen? Zou dat niet evenzeer dienen te beginnen op de knieën? Laten we bedenken dat de Heere niet alleen de levende verkondiging van het Woord, maar ook de leesdiensten gebruiken wil om mensen te bekeren en Zijn kinderen te oefenen in het allerheiligst geloof. Er zijn gemeenten onder ons, die nooit een eigen predikant hebben gehad, maar doe gebouwd zijn onder de leesdiensten. Al moeten we ons steeds weer voor ogen stellen dat leesdienst een noodoplossing is, tegelijkertijd wil de Heere de leesdiensten gebruiken - en wat een wonder als Hij ons daarin gebruiken wil als een middel in Zijn hand tot zaligheid van zondaren.

Alleen door ouderlingen?

Nog weer even terug naar dat stukje kerkgeschiedenis. We zagen daar dat de Synode te Embden sprak over diakenen en preekiezers. Dat brengt ons bij de vraag of het lezen van een preek uitsluitend door een ouderling verricht mag worden. Als er onder de ouderlingen niemand bekwaam is om een preek te lezen, mag dat dan niet gedaan worden door een diaken of door een gemeentelid, die niet in het ambt staat? H. Bouwman zegt in zijn bekende Gereformeerd Kerkrecht (I, blz. 362) dat preeklezen op zichzelf nog niet tot de dienst en het ambt van een ouderling behoort. In het bevestigingsformulier voor ouderlingen wordt met geen woord gesproken over het voorlezen van een preek. In de Dordtse Kerkorde vindt u er ook niets over. Bouwman is dan ook van mening dat de kerkenraad moet omzien naar een goede lezer en dat deze niet persé een ouderling behoeft te zijn. Het kan ook een gewoon gemeentelid zijn. Maar zegt Bouwman dan: 'Het komt er maar op aan, dat de kerkenraad de lezer aanwijst. De kerkenraad leidt de gehele godsdienstoefening, houdt dus ook toezicht op wat er gelezen wordt'. Ds. C. de Jongste is echter van oordeel dat het een uiterst ongezonde zaak is, wanneer het structureel plaatsvindt dat een diaken of een gemeentelid de preken voorleest in de eredienst. Het mag hoogstens in bijzondere omstandigheden incidenteel eens gebeuren. Ik moet zeggen dat ik daarin toch wel met hem kan meevoelen. We moeten bedenken dat het bevestigingsformulier spreekt over twee soorten van ouderlingen. Er zijn de 'leerouderlingen', van wie we lezen, dat zij 'arbeiden in het Woord en in de leer' (1 Tim. 5 : 17). Dat zijn de dienaren des Woords, de herders en leraars. Aan hen is de prediking van het Woord toevertrouwd. Daarnaast zijn er de 'regeerouderlingen', die opzicht hebben op de gemeente, maar ook op de dienaren des Woords. Zij hebben dus ook opzicht op hetgeen vanaf de kansel tot de gemeente komt. En als we dat nu overbrengen op de leesdiensten, is het dan geen wenselijke zaak, dat het ouderlingen zijn, die de preken lezen? (Wordt vervolgd)

Zeist

Ds. J.J. van Eckeveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 mei 2001

De Saambinder | 12 Pagina's

De leesdienst als eredienst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 mei 2001

De Saambinder | 12 Pagina's