Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT MESECH

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT MESECH

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan mijn geliefde vriend in de landstreek der Jordaan

Geliefde Vriend!

Ms u mijn vorig schrijven aan verschillende mensen te lezen hebt gegeven, dan weet ik vooruit wel, dat ze het er allemaal niet mee eens geweest zullen zijn. Het is nu eenmaal een schrijven uit Mesech, en daar kunt u niet overal mee terecht. Toch wilde ik er nog weer eens even mee verder gaan.

De volgende tekst uit Psalm 119 geeft me daar ook nog stof toe, waar wij daar, geheel in aansluiting met het voorgaande, kunnen lezen: , , Ik zoek U met mijn gehele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen."

Wat David andere jongelingen tot hun onderwijzing heeft voorgehouden, dat bewijst hij zelf te hebben betracht. David had de Heere in zijn jonkheid leren zoeken. Daar kan iemand nooit te jong voor zijn. De duivel wil wel, dat wij het op onze ouderdom laten aankomen.

Het wordt de jongeling, wanneer hij ernst gaat maken met zijn onsterfelijke ziel, van binnen ingefluisterd, dat hij daar nog wel wat mee wachten kan, omreden dat er nog een geheel leven vóór hem ligt en dat hij daarom beter eerst nog wat van het leven kan genieten. Maar als God de jongeling gaat ontdekken aan zijn diep ellendige staat, dan ziet hij zoveel levensruimte niet meer voor hem. Hij leert zich de dood voor ogen stellen en ziet, dat hij elk ogenblik sterven kan. Het leven is verzondigd en de gerechtigheid Gods vordert wraak over de zonden tot in eeuwigheid. De ware vwjsheid wordt aan die jongehng geschonken en die doet hem op zijn einde merken en met de volle werkelijkheid van de dood rekening houden en door geen schijn zichzelf bedriegen.

Maar daarbij, het leven buiten God wordt hem erger dan de dood, zodat het er bij hem niet alleen over gaat om voor de eeuwigheid geborgen te mogen zijn, maar hij kan buiten de Gemeenschap des Heeren niet langer leven. Het wordt een zoeken van de Heere met zijn gehele hart. En wat denkt ge, zou zulk een jongeling zijn pad niet zuiver houden? Naar zijn eigen gedachten juist niet, want waar er bij hem een zoeken van de Heere is met zijn gehele hart, daar kan hij met een uitwendig deugdelijke weg zich niet tevreden stellen. Hij gevoelt zo goed, dat in die uitwendige godsdienstige wandel niet te vinden is wat hij tot zijn zaligheid nodig heeft Het hart moet ganselijk vernieuwd worden, want die is niet een Jood, die het in het openbaar is, noch die is de besnijdenis, die het in 't openbaar in 't vlees is; maar die is een Jood, die het in het verborgen is, en de besnijdenis des harten in de geest, niet in de letter, is de besnijdenis; wiens lof niet is uit de mensen, maar uit God, Rom. 2 : 29. De ware godsdienst is een verborgen godsdienst des harten, uit een oprecht en ongeveinsd gemoed.

Nu zult ge misschien denken: Maar komt dan die verborgen godsdienst niet naar buiten openbaar? Is het dan maar niet om het even hoe we leven, als het van binnen maar goed is? Neen, daar wilde ik nu juist eens wat van zeggen, want men keert tegenwoordig de orde maar om. Men wil tegenwoordig van de uitwendige deugd tot de vernieuwing des harten komen, en vandaar worden al die verenigingen, waar ik de vorige keer over schreef, van die bekeringsinstituten, waar men van de uitwendige deugd tot de innerlijke godsvrucht wordt gebracht. Maar die jongeling, die door God zaligmakend bearbeid wordt, krijgt er ogen voor, dat zijn hart gans verdorven is en dat alleen zulk een wandel behagelijk is in Gods ogen, die uit de innerlijke vernieuwing des harten voortkomt. Als de boom niet goed is, kan de vrucht niet goed zijn. Het moet hartewerk in ons leven worden. David zegt: „Ik zoek U met mijn gehele hart". Zo zal de jongeling zijn pad zuiver houden, want is er geen hartewerk, dan is er ook geen ontdekking inwendig aan die verdorven genegenheden des harten, die ons pad ook al uitwendig niet zuiver meer doet zijn in het heilig oog van God, waar we dan in alles onszelf maar bedoelen en op het oog hebben. We gaan dan in onze eigengerechtigheid op, die niet anders is dan een stank en een gruwel in Gods ogen. Dan zegt de Heere er van: „Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij",

De jongeling, die door Gods genade zijn hart leert kennen, kan zich met geen uitwendige vrome levenswandel'tevreden stellen, gelijk als de rijke jongeling uit Matth. 19, want zijn hart veroordeelt hem in al zijn verrichtingen. Hij leert ook de afdwalingen zijns harten kennen en dat doet hem met David uitroepen: „Laat mij van Uw geboden niet afdwalen". Ziet ge hoe hij in waarheid begeert om zijn pad sniiver te mogen houden naar Gods Woord? Dat zuiver houden van zijn pad bestaat in niets minder dan dat de jongeling met zijn ganse hart zich vermaakt in de geboden des Heeren. Zo begeert hij naar de geboden des Heeren t© leven, niet met vleselijke bijoogmerken en ode niet om daarin in zichzelf op te gaan, maar om in die geboden des Heeren zelf al zijn bei!, zijn blijdschap en zijn verlustiging te vindea. Als men zo zijn verlustiging in de geboden des Heeren vindt, dan kan daar buiten niets het hart bekoren. Dan wordt het onderzoek van Gods Woord en van alle geschriften, die daar op gegrond zijn, een vanzelfsheid. Zulk een jongeling behoeft niet naar een vereniging om kennis der waarheid op te doen en om aangespoord te worden tot schriftonderzoek. Zulk een jongehng zal er wel meer ernst van maken om zijn vragen voor de catechisatie te leren dan om een opstel voor een vereniging te maken. Bij de meesten is het net andersom. Zulk esn jongeling grijpt ook niet naar enige lectuur, die zijn ziel niet stichten kan. O, waar houden onze jongelingen en jongedochters zich al mee bezig en waar brengen ze hun kostelijke tijd al mee door! Dat ge aan uw Schepper eens mocht gedenken in de dagen uwer jongelingschap, ©er de kwade dagen komen. Die kwade dagen komen! Die komen hier reeds in dit leven. Hoevele mensen zijn er, wier ziel doorknaagd is van verdriet vanwege zware slagen en jammerlijke plagen. Die des nachts het bed worden uitgedreven, omdat ze het daar niet meer kunnen, houden; die geen moed meer hebben om verder het leven in te gaan. Dan grijpt men naar geen roman, dan kan die u geen troost bieden in uw verdriet. Maar wat zijt ge dan gelukkig als ge dan naar Gods Woord moogt grijpen, en het dan ervaren:

Als 't mij benauwd of bang gevallen is, Dan heb ik mij vermaakt in Uw geboden; De zuiverheid van Uw getuigenis Blinkt altoos uit, zelfs in de zwaarste node*.

Die dat heeft, heeft alles voor de tijd en voor de eeuwigheid. O arme jongehng, die in ijdelheid de schoonste tijd van uw leven aan u voorbij laat gaan, bedenk toch, dat uw dagen weinig en kwaad zullen zijn op de aarde ea dat ge wat nodig hebt, dat u in leven en in sterven tot een steunsel zijn kan voor uw hart. Wat hebt ge dan nodig? Een God tot uw deet en een Borg voor uw schuld, om het met Asftf te kunnen getuigen: „Bezvidjkt dan mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns hai'ten en mijn Deel in eeuwigheid". Dat hebt ge nodig in uw jeugd, eer dat de kwade dagen komen. Dat doet u voor tijd en eeuwigheid gelukzalig zijn.

Nu, mijn vriend, ik laat het er weer bij. Laat mijn briefje nog maar eens door de jongelingen gelezen worden. Ontvang de hartelijke groeten van

uw vriend uit Meseck.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1953

De Wachter Sions | 4 Pagina's

UIT MESECH

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1953

De Wachter Sions | 4 Pagina's