Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het avondmaalsformulier (61)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het avondmaalsformulier (61)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

"... alzo zullen wij allen die door het waarachtig geloof Christus ingelijfd zijn door broederlijke liefde, om Christus onzes lieven Zaligmakers wil, die ons tevoren zo uitnemend heeft liefgehad, allen tezamen één lichaam zijn, en zulks niet alleen met woorden, maar ook met de daad jegens elkander bewijzen.

Het diepste van het Heilig Avondmaal is de gemeenschap die de Heere Christus oefent met de Zijnen. Niet minder dan in Christus, die het Hoofd van Zijn Kerk is, woont de Heilige Geest in Zijn lidmaten. Het is door die Geest dat Christus deel geeft aan Zichzelf en aan al Zijn geestelijke goederen, als daar zijn “het eeuwige leven, de gerechtigheid en de heerlijkheid. ” Maar diezelfde Heilige Geest verbindt ook de Zijnen aan elkaar. Veel graankorrels worden tot één meel. Veel wijndruiven worden tot één drank. Zo vormen Gods kinderen “om Christus'wil, hun lieve Zaligmaker” een ware geestelijke eenheid in de gemeenschap der heiligen.

Uitnemend liefgehad
Het formulier zegt dat zij “door het waarachtig geloof Christus ingelijfd zijn. ” Het is dezelfde taal als die we in onze Catechismus tegenkomen. Als namelijk gevraagd wordt: “Waarom wordt gij een christen genaamd. ” Dan luidt het antwoord: “Omdat ik door het geloof een lidmaat van Christus ben en alzo Zijner zalving deelachtig ben... ” Dat is een heerlijke belijdenis. In zondag 12 is sprake van enkelvoud. Daar is de christen persoonlijk aan het woord. In het avondmaalsformulier betreft het de gemeenschap der gelovigen. Van hen geldt dat ieder persoonlijk maar ook allen tezamen delen in het wonder te zijn ingelijfd in de Zaligmaker door het waarachtige geloof. Wat is de eerste vrucht daarvan? De roem in Gods genade! De lof aan Hem die hen “tevoren zo uitnemend heeft liefgehad”, hun lieve Zaligmaker. Deze woorden herinneren aan de taal van de apostel Johannes in zijn eerste zendbrief. Johannes was de apostel van de liefde. Wordt hijzelf in het evangelie niet meermalen genoemd “de apostel dien Jezus liefhad”? Let op de diepe betekenis van deze aanduiding. Hiermee is niet in eerste instantie iets gezegd over Johannes’ liefde tot zijn Meester. Maar primair over Jezus’ liefde tot deze Johannes. Deze die Hij deed naderen en Zijn heilstem deed horen. ^ Die Hij geroepen en bereidwillig heeft gemaakt om Zijn discipel te zijn. Christus was het die Johannes heeft verkoren en getrokken heeft tot Zijn dienst, als kind en als knecht. De vrucht ervan was wederliefde. Ja, dat zal waar zijn. Maar de bron was de liefde van Boven. “Wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad”, zo getuigt Johannes daarvan [4: 19].

Het woordje “teloren” wijst op de oorsprong van die liefde bij de Heere. Ze gaat aan allepas toen Hij Zijn Zoon gezonden heeft. Nee, God is liefde - en daarom zond Hij Zijn Zoon. De liefde van Christus voor de Zijnen bleek daaruit dat Hij al van eeuwigheid bereid was om voor hen Zijn leven te geven en Zijn bloed te storten. Gods liefde is even eeuwig als de drie-enige God Zelf eeuwig is. De wortels ervan liggen in de diepte van de eeuwigheid.s van de Zijnen vooraf. Gods liefde is eeuwige liefde. Ze komt bij God vandaan. Ze komt uit de eeuwigheid vandaan. Gods liefde begon niet

Als Gods liefde eeuwig is, dan ligt de zaligheid van Gods kerk ook vast en veilig. Ze dateert niet van gisteren. De Heere handelt niet impulsief. Hij betoont Zijn liefde niet op grond van allerlei invallen en luimen. Nee, ze is bestendig en vast. De poorten der hel zullen Zijn gemeente dan ook niet overweldigen. Dan geldt de troost: “Eer ik nog werd geboren, eer Gods and die alles schiep, mij uit niet tot aanzijn riep, had Zijn liefde mij verkoren...” Milde handen, vriendelijke ogen zijn bij Hem van eeuwigheid!

Gods liefde is ook vrijwillige liefde. De liefde van de Heere is niet ontstaan uit plicht of onder dwang. Maar geheel oorspronkelijk bij God vandaan. Ze is niet opgewekt door iets of iemand buiten de Heere. “Hierin is de liefde”, schrijft Johannes in zijn genoemde brief, “niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft lief gehad. ” En aan Zijn discipelen heeft de Heere Jezus gezegd: “Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren...” Eén van de profeten heeft ^ e t wel heel nadrukkelijk mogen zeggen namens de Heere: “Ik zal u vrijwillig liefhebben!” [Hosea 14: 5], Gods liefde welt op uit Zijn eigen wezen. Door niets buiten Hem veroorzaakt. Hij heeft lief, omdat Hij liefheeft. Dat is het geheim. Gods liefde is ook onberouwelijke liefde. De Heere zal er niet op terugkomen. Hij is God. Niet een mens dat Hij liegen zou of dat het Hem berouwen zou. Wat uit Zijn mond gegaan is, is vast en onverbroken. Hij houdt Zich aan Zijn eigen voornemen. Zijn raad zal bestaan en Hij zal al Zijn welbehagen doen! Die Hij liefheeft, die heeft Hij ten einde toe lief. Gods liefde is ook genadige liefde. Toen de Heere Zich Zijn liefde voornam, toen wist Hij dat Zijn schepselen in zonde zouden vallen en in opstand tegen Hem zouden komen. Maar het heeft de Heere er niet van weerhouden om te besluiten tot de betoning en de openbaring van Zijn liefde. Zijn liefde heeft verloren zondaren, een wederhorig kroost, als voorwerp. Dat maakt het wonder van deze liefde uit.

Op zondag 2 maart 1862 preekte dr. H.F. Kohlbrugge in de Theodorikerk in het Zwitserse Bazel. Het was in deze predicatie dat de prediker van Elberfeld een ontroerend getuigenis gaf van de eeuwige en eenzijdige liefde van God. “God is liefde. Niet eerst dan, wanneer wij Hem liefhebben. Niet eerst dan, wanneer wij ons tot Hem bekeerd hebben. Niet eerst dan, wanneer wij van de zonde niet meer willen weten. Maar vóórdat wij dit daglicht aanschouwen, vóórdat wij geboren werden, vóórdat wij goed o f kwaad konden bedenken, uitdenken en doen konden, vóórdat Adams zonde ons werd toegerekend, en wij ons als Adams kinderen, als in hem gevallenen en geheel verdorvenen, openbaarden. Zijn liefde gaat vooraf aan onze afval van Hem, aan onze verdorven aard. Zij gaat vooraf aan onze zonde, misdaad en ongerechtigheid. Zodat het niet is: eerst zonde, dan bekering en dan de liefde Gods. Maar eerst de liefde Gods, dan onze zonde en misdaad, onze haat en onze vijandschap. En de liefde Gods, die er was eer wij er waren, eerder dan mijn zonde, is in ons leven de eerste, zodat zij zonde en misdaad, haat en vijandschap opheft, zodat zij alles bedekt, en spreekt: Ik heb u liefgehad met eeuwige liefde, daarom heb Ik u tot Mij getrokken uit loutere goedheid. ”

Wel, van die liefde - eeuwige liefde, vrijwillige liefde, onberouwelijke liefde, genadige liefde - spreekt nu ons avondmaalsformulier: "... die ons tevoren zo uitnemend heeft lief gehad!” Van deze zelfverloochenende liefde geeft Christus aan Zijn tafel getuigenis aan de Zijnen. De tekenen van brood en wijn prediken het. Hij heeft Zijn gemeente liefgehad met een liefde, die Zichzelf heeft gegeven tot in de dood van het kruis. Ja, deze liefde is niet alleen tot verwondering wanneer zij letten op het eeuwige begin, bij God namelijk. Maar niet minder als zij worden bepaald bij het einde ervan. Johannes heeft ervan geschreven in zijn evangelie. “En vóór het feest van het pascha, Jezus wetende dat Zijn ure gekomen was dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot de Vader, alzo Hij de Zijnen die in de wereld waren liefgehad heeft, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde...” [13: 1], Tot het einde! Dat was een bitter einde. De dood aan het kruis, inclusief de verlating door Zijn Vader. Hij heeft de strijd tot het einde toe gestreden - en zo heeft Hij overwonnen.

Uitnemend liefhebben
Ondertussen beseffen we in welke verband de evangelist Johannes schrijft over Jezus’ “liefde tot het einde... ” Het is de geschiedenis van de voetwassing. De discipelen weigerden het elkaar te doen. De Heere Jezus daarentegen “stond op van het avondmaal en legde Zijn klederen a f en nemende een linnen doek omgordde Zichzelf. Daarna goot Hij water in het bekken en begon de voeten van de discipelen te wassen... ” [13:4, 5], Een voorbeeld van liefde voor deze hoogmoedige en zelfzuchtige discipelen. Hij, de Meester, betoonde Zich de minste. Wat een beschamende les! In zijn zendbrief die ik eerder aanhaalde, trekt de apostel Johannes dezelfde conclusie. “Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad. (...) Geliefden, indien God ons alzo lief heeft gehad, zo zijn ook wij schuldig elkander lief te hebben” [1 Joh. 4: 10, 11], Het werk van Christus’ liefde zal vrucht hebben. Zou het soms mogelijk zijn dat wie door een waar geloof Christus is ingeplant niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid? Zou het mogelijk zijn dat wie zijn leven en zaligheid te danken heeft aan eenzijdige liefde en onverdiende genade in haat en nijd met zijn naaste leeft? Zou het tot de mogelijkheden behoren dat wie goddelijke permissie heeft ontvangeja ook onder Gods volk, kan veel gebeuren. Maar voor de Heere kan het niet bestaan! Daarom is de dis des verbonds aan Gods kerk niet alleen gegeven tot oefening van liefde en gemeenschap met hun “lieve Zaligmaker”, maar niet minder met hen die een even dierbaar geloof ontvangen hebben.n om aan te zitten aan de tafel der gemeenschap de ander de rug zou toekeren en zou weigeren liefde aan die ander te betonen? Onder mensen,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 januari 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Het avondmaalsformulier (61)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 januari 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's