Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Goede tale Kanaäns is schriftgebonden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Goede tale Kanaäns is schriftgebonden

Gesprek met ds. M. Golverdingen over kerkelijk taalgebruik

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘In je ongeluk over de wereld gaan', 'onderhandelen is nog geen afhandelen', 'verzoend worden met een drieënig God'..-allemaal uitdrukkingen die we meteen herkennen als kerktaal. De ene zegswijze zal je minder hekend voorkomen dan de andere, maar waarschijnlijk heb je ze alle drie wel eens 's zondags van de preekstoel gehoord. Deze typisch kerkelijke taal wordt meestal aangeduid als 'tale Kanaans'. Hoe komen we aan deze 'taal? Zijn zulke woorden niet nodeloos moeilijk? Of is de tale Kanaans veel te waardevol om erbuiten te kunnen?

Over deze vragen had 'Daniël' een gesprek met de predikant van Ridderkerk-Slikkerveer, dominee M. Golverdingen. Een half jaar is de dominee nu aktief in deze gemeente; daarvóór diende hij achtereenvolgens 's-Gravenzande en Utrecht. De tuinders van het Westland, de 'stadse' Utrechtenaren en de meer op de industrie georiënteerde mensen uit Slikken'eer zijn zo verschillend, dat dominee Golverdingen ondertussen heel wat ervaring moet hebben opgedaan. We veronderstellen, dat dat het onderwerp van het gesprek ten goede komt.

Moeilijk

Dominee, we vallen maar direkt met de deur in huis: er zijn jongeren die het taalgebruik vanaf de kansel of op de catechisatie moeilijk vinden. Herkent u deze klacht? Ten dele: dat is van gemeente tot gemeente verschillend.

Toen ik in 's-Gravenzande stond, heb ik deze klacht niet één keer gehoord, terwijl dit in dc stadsgemeente Utrecht door sommigen wel als een probleem werd gevoeld.

Z.ou dat kunnen komen, doordat men het in die eerste gemeente onbehoorlijk vond om met zo 'n klacht naar de dominee te gaan?

Nee hoor: de bewoners van het Westland zijn juist heel spontaan en nemen geen blad voor de mond!

Jongeren die het kerkelijk taalgebruik te moeilijk vinden, zijn nogal eens kinderen uit gezinnen waar zelfs de uiterlijke belangstelling voor de dienst des Heeren ontbreekt. Dit gebrek aan belangstelling wordt dan verhuld met dc dooddoener: 'Ik begrijp het niet’.

Een enkele keer heeft zo'n klacht wél een serieuze achtergrond. Dan kan het een gevolg zijn van het feit dat zo'n jongere het werk van Gods genade in zijn direkte omgeving niet ziet of erover hoort. Daardoor kun je vervreemden van het taalgebruik, zodat je niet meer begrijpt waarover het gaat.

Vandaag

De verschillende woordenboeken verslaan niet allemaal hetzelfde onder de term 'tale Kanaans'. (Zie de grijze kolom hiernaast). Welke omschrijving vindt u helemaal onjuist en waarom?

Het minst eens ben ik het met de definitie van Huizinga. De hele vooronderstelling van die omschrijving is, dat mensen die de tale Kanaans spreken, zich schuldig maken aan godsdienstige aanstellerij. Dc tale Kanaans is echter wel degelijk echt gemeend taalgebruik. Bij die omschrijving van Huizinga moet ik denken aan de rol die de tale Kanaans speelt in het boek 'Sara Burgerhart' van Betje Wol ff cn Aagje Deken uit de Nederlandse literatuur. In dat bock wordt heel negatief tegen zulk taalgebruik aangekeken. Als je zo'n beeld hebt van de tale Kanaans, kom je ook eerder met een wat geringschattende omschrijving.

En met welke omschrijving u we1 instemmen? kunt

De enige waarin ik me een kleine beetje kan vinden, is die van Kramer: Bijbels getinte kerktaal of taal van vrome mensen (maar dan vroom in de zin van: dc Heere vrezend). Wel heb ik bezwaar tegen de typering 'zeer ouderwets'. Daarmee wordt dc tale Kanaans afgedaan als een overblijfsel uit vroeger tijd, cn dat terwij 1 , deze taal vandaag nog steeds wordt gesproken!

Jesaja

Hoe komen we eigenlijk aan de term 'tale Kanaans’?

Het is een bijbelse uitdrukking. maar ze kom! niet letterlijk zó in de Bijbel voor. Je vindt de tekst waaraan dc uitdrukking is ontleend in Jesaja 19 vers 18a: 'Tc dien dage zullen er vijf steden in Egypteland zijn, sprekende de sprake Kanaans. en zwerende de Heere der heirscharen'. Letterlijk staal er: die met de lip Kanaans spreken zullen.

Het is heel duidelijk in die tekst, dat het gaat over een werk der bekering. Vijf heidense Egyptische steden zullen de taal van Kanaan spreken: ze zullen het werk des heils vertellen.

De nieuwtestamentische tegenhanger van deze teksl uit Jesaja is Romeinen 15 vers 5 en 6. Daar vind je niet de uitdrukking maar wel dezelfde gedachte. Er staat:

‘Doch de God der lijdzaamheid en der vertroosting geve u. dat gij eensgezind zijt onder elkander naar Christus Jezus, opdat gij eendrachtiglijk met één mond moogt verheerlijken dc God cn Vader van onze Heere Jezus Christus'. Al Gods kinderen spreken met één tong, met eenzelfde woordgebruik. Tot zover de bijbelse herkomst. In het godsdienstige taalgebruik moet de uitdrukking al heel oud zijn.

(De dominee pakt een hoek van de tafel).

Kennen jullie dit boekje van Kohlbrugge over de tale Kanaans? Kohlbrugge heeft overigens al voordat dit boek verscheen, een heel bijzondere en mooie preek gehouden over die tekst uit Jesaja. Het opmerkelijke is, dat hij deze preek uitsprak op tweede pinksterdag. Kohlbrugge zag Jesaja 19 vers 18 als pinksterstof en daarmee gaf hij aan, dat er verband is tussen de tale Kanaans en het werk van de Heilige Geest in de gelovigen.

(De laatste opmerking spreekt de dominee met enige stemverheffing uit).

Die preek van Kohlbrugge dateert van 1854. Als je dan nog verder teruggaat, kom je - tenminste in mijn bibliotheek - uit bij Hellenbroek. In zijn 'Evangelische Jesaja' vind je bij dc verklaring van Jesaja 19 ook de uitdrukking 'tale Kanaans' naast 'sprake Kanaans'. Dat boek is voor het eerst gedrukt in 1701; de term 'tale Kanaans' is dus al in 1701 in het godsdienstige taalgebruik aanwezig.

Door de Geest

Wilt u nu zelf een korte en duidelijke omschrijving geven van wat we dus eigenlijk onder de tale Kanaans moeten verstaan, volgens u?

De tale Kanaans zou ik willen omschrijven als het woordgebruik dat dient om uitdrukking te geven aan de waarheid van de Schriften in de persoonlijke geloofservaring, gewerkt door de Heilige Geest.

Kohlbrugge zegt: de eigenlijke onderwijzer in de tale Kanaans is de Heilige Geest. Hij bedoelt daarmee wat je ook in Johannes 14 vers 28 kunt lezen, namelijk dat dc Heilige Geest een zondaar indachtig maakt wat God in Christus heeft gesproken.

Van de Ketterij noemde zijn boek over de tale Kanaans 'De weg in woorden’....

Ja zo zou je het ook kunnen o> '.schrijven. Maar de tale Kanaans heeft niet alléén betrekking op de weg die God met Zijn kinderen houdt. Ik heb gezegd: 'om uitdrukking te geven aan de waarheid van de Schriften in de persoonlijke geloofservaring'. Dat is hetgene dat je in het zeer bevindelijke begin van de Nederlandse Geloofsbelijdenis leest: dat de Heilige Geest getuigenis geeft in de harten dat Gods Woord de waarheid is. En dat getuigenis van de Heilige Geest leidt tot tale Kanaans.

Misschien kan ik beter een iets andere omschrijving geven van de tale Kanaans: woordgebruik dat dient om de persoonlijke geloofservaring tot uitdrukking te brengen ten aanzien van de waarheid van de Schrift voor het persoonlijk leven én ten aanzien van de weg die de Heere met ons houdt. Daar

heb je beide elementen. En in beide gevallen is het een werk van de Heilige Geest.

Inpakker

Wilt u enkele voorbeelden noemen van zegswijzen die tot de tale Kanaans behoren? (Op deze vraag lijkt de dominee gewacht te hebben. Hij noemt een hele waslijst van uitdrukkingen: )

'Zondaar voor God worden', 'het openen van de weg der mogelijkheid in Christus', 'onze voornaam is zondaar, onze achternaam blijft albederver', 'een kus van Jezus' mond', 'leven van gestolen goed', 'doorvloeien in de beschouwing', een heel populaire: 'er zijn inpakkers en uitpakkers' en een al heel oude: 'uurtjes van korte duur(tjes)’.

Zijn dit nu allemaal uitdrukkingen? bijbelse

Wel. er zijn twee soorten zegswijzen in de tale Kanaans. Er zijn woorden die rechtstreeks uit dc Schrift komen, en er zijn woorden die ontstaan zijn in de weg van zelfstandige woordvorming door kinderen Gods in gezelschapskringen cn dergelijke.

De kern van de tale Kanaans is direkt af te leiden van de Schrift. Daaromheen is er een rand van andere uitdrukkingen. Kijk. zo'n uitdrukking als 'doorvloeien in de beschouwing' is natuurlijk niet zomaar terug te voeren op de Bijbel, maar het is wel duidelijk tale Kanaans.

Maar wie zal op een gegeven moment bepalen of een zegswijze nog bij de rand hoort óf zo duidelijk mystiek geladen is, dat dat niet meer verantwoord is?

Niet de tale Kanaans is de hoogste norm. maar de Schrift. Er komen wel eens ontsporingen voor in bepaalde woorden. Het kan zijn dal een bepaalde uitdrukking verkeerd gebruikt wordt. Daar moet dan vanuit dc Schrift op gewezen worden in de prediking en ook in het gesprek op de catechisatie.

Maar daarnaast heb je die spontane woordvormingen die op zichzelf vaak heel treffend zijn. Een 'inpakker' is iemand die heel weinig zegt over hetgeen hij beleefd heeft en een 'uitpakker' legt z'n zaken op tafel. Niet rechtstreeks uit de Bijbel af te leiden, maar wel heel tekenend!

Een vaststaande zegswijze is: 'Och. mocht het nog eens komen te gebeuren'. Behoort die bij de rand?

Die heeft wél tot de rand behoord. De uitdrukking is kennelijk ontleend aan het gezelschapsleven. Toen dat taalgebruik uitdrukking was van een belééfde zaak. klopte er een heilbegerig hart achter.

Nu is het een sterk uitgesleten zegswijze geworden en kun jc het eigenlijk geen tale Kanaans meer noemen. Een levend gemis kan ook anders cn beter worden verwoord. Uitdrukkingen en woorden ontlenen hun waarde aan het gebruik dat er van gemaakt wordt.

Wat vindt u in dit verband van de onderscheiding van allerlei 'huizen " Het werkhuis, het genadehuis....

Het is vooral in gebruik geraakt onder invloed van het mooie boekje van Pleun Klein: 'De onderscheidene gangen des geestelijken levens van des Heeren volk, voorgesteld in de vijf zalen

van Bethesda'. In dat werkje staan overigens uitdrukkingen die vandaag al niet meer overkomen.

Die vandaag de dag niet meer overkomen? Hoe moeten we ons dat voorstellen?

Dat komt. doordat de tale Kanaans net als de gewone Nederlandse taal een levende taal is. Daar komen woorden bij en er vallen er af. Ik denk echter dat er in onze tijd meer uitdrukkingen afgaan dan erbij komen.

U zei, dal de kern van de tale Kanaans gevormd wordt door uitdrukkingen die rechtstreeks uit de Bijbel afkomstig zijn. Dat is ook zo met veel spreekwoorden in de gewone taal.

Daar wordt zo 'n bijbelse zegswijze nogal eens uit zijn verband gerukt. Is dar gevaar ook niet aanwezig bij de tale Kanaans?

Toch valt dat mee. Ik moet zeggen dat ik bij het bijbellezen menig keer verrast ben. doordat ik weer een typische tale-Kanaans-uitdrukking tegenkom, waarvan ik helemaal niet het vermoeden had dat die in de Bijbel voorkwam.

Zo trof ik pas in Jeremia verschillende teksten aan, waaraan de uitdrukking is ontleend: 'De Heere heeft nog geen voleinding gemaakt’.

Deze zegswijze betekent, dat de Heere het oordeel nog uitstelt en dc genadetijd laat voortduren. Ook in het verband waarin deze teksten in Jeremia staan, is dat juist!

Bernardus

De tale Kanaans komt rechtstreeks uit de Heilige Schrift, zegt u. Maar heeft men altijd zo gesproken? Ja. en zo zal er ook altijd gesproken worden over het werk van Gods Geest in mensenharten. Dc tale Kanaans ontstaat door nauwe omgang met de Schrift cn dc verlichting van de Heilige Geest.

Daarnet zijn we bij Hellenbroek gestopt. Maar die uitdrukking 'uurtjes van korte duur' komt ook al voor bij de twaalfdc-eeuwse Bernardus van Clairveaux. Deze riep uit: 'O zeldzaam uur, kort van duur'. Al in de Middeleeuwen werd de tale Kanaans gesproken cn zelfs bij de oude kerkvaders kun jc dit taalgebruik aanwijzen. Dat kan ook niet anders, want tale Kanaans is taalgebruik naar de Schrift.

Bestaat de tale Kanaans alleen uit letterlijke woorden of wordt er ook geestelijke taal mee bedoeld?

Als de tale Kanaans goed gesproken wordt, is het een uitdrukking van een innerlijke ervaring cn daarmee is het geestelijk taalgebruik. Als men het heeft over iemand 'die de tale Kanaans spreekt', bedoelt men iemand die behoort tot Gods volk. Dat wil nog niet zeggen, dat ieder die dil taalgebruik beheerst, een kind van God is. Het kan ook zijn, dat iemand - zogezegd - wel de woorden, maar niet dc zaken heeft.

Waarde

Wat is voor u precies de van de tale Kanaans? waarde

Ze biedt de mogelijkheid om het werk van de Heilige Geest in zondaren tol uitdrukking te brengen en als zodanig is het ccn bijbels getinte taal.

Is de tale Kanaans onmisbaar? Kan men dezelfde dingen ook in gewoon taalgebruik ter sprake brengen?

Elk levensterrein heeft zijn eigen taal. Een timmerman sprcekl een bijzondere taal. een visser weer een heel andere en een computerhobbyist heeft ook z'n kenmerkende woorden. Zelfs de voetbalwereld kent z'n eigen aparte termen. Waarom zou dan een christen niet zijn eigen taal mogen spreken, als het over de verborgen omgang met de Heere gaat? Tale Kanaans hóórt bij het godsdienstig leven!

F.igen taalgebruik is dus wettig. Maar is het ook persé nodig? Er zijn toch ook gewone woorden? Dat gaat vanzelf. Goede tale Kanaans is Schriftgebonden taalgebruik. Wie intensief met de Heilige Schrift omgaat en wie leest door de verlichting van de Heilige Geest, gaat zonder meer de tale Kanaans spreken.

Als een predikant niet de vaststaande uitdrukkingen gebruikt, wordt er nogal gauw gezegd: 'Dat is een zondagschoolverhaaltjesman. Hij spreekt niet de tale Kanaans'. Kijk, dc tale Kanaans dient om het werk van de Heilige Geest in de harten onder woorden te brengen. Dit betekent, dat de prediking altijd wordt gehouden in een bijbels getinte taal, die ook uitdrukking geeft aan het werk van de Geest van Christus in het hart. Zodra je het werk van de Heilige Geest probeerl te vertolken, grijp je naar typisch bijbelse gebruiken, waarvan je weet. dat het een geëigend voertuig is om bepaalde geestelijke ervaringen van Gods kinderen te verwoorden. Zoals een dichter woorden smeedt om zijn gevoelens te verwoorden, zo zijn er in de tale KanaSns ook woorden gesmeed om Gods werk te tekenen.

Dat werk van God wordt herkend door allen die de Heere vrezen. Anders gezegd: waar hel léven is. daar luistert men naar het léven, zoals dat verklaard wordt vanuit de Schrift. Arme zondaren ontvangen door de vertroosting der Schriften hoop, zegt Paulus. Dan gaat het er niet in de eerste plaats om of dc

prediker bepaalde vaststaande uitdrukkingen gebruikt. Kern van de zaak is: wordt de beleving van het hart vanuit de Schrift verklaard of als onbijbels afgewezen.

Als alle geestelijk leven ontbreekt, zie je vaak. dat sommige mensen afgaan op het gebruik van bepaalde woorden alleen. Voor de zaken zelf heeft men geen geestelijk oor. Dat is arm! We moeten ook bij het taalgebruik van Gods knechten niet uit het oog verliezen, dat de één een grotere woordenschat heeft dan de ander. Dat hangt ondermeer samen met kennis van de Schrift, van oude schrijvers, van het geestelijke leven en van de samenleving van alle dag. Als dc tale Kanaans echter geheel ontbreekt in de prediking, houd je een voorwerpelijk verhaal over. waarin het werk van de Heilige Geest niet meer wordt verkondigd.

Vaste spijze

Li sprak daarnet over een 'voorwerpelijk verhaal'. Wat is dat?

Het woord 'voorwerpelijk' komt uit de geloofsleer. De tale Kanaans is natuurlijk ook gevoed door de geloofsleer. Overigens heb ik sterk de indruk, dat het gebruik van de woorden voorwerpelijk en onderwerpelijk afneemt....

Als je zo'n term gebruikt in de prediking, moet je hem uitleggen. Ik probeer er altijd een omschrijvende zin aan toe te voegen. Bovendien kun je het ook met heel andere, duidelijke woorden zeggen. Voorwerpelijk. dat is verstandelijke beschouwing en onderwerpelijk houdt in: hartelijke beleving. In zo'n geval hecht ik helemaal niet aan die woorden.

In de kerk zitten mensen van heel verschillende leeftijden. Welke aanwijzingen geeft de Bijbel om daarmee rekening te houden bij het hanteren van de tale Kanaans?

De Bijbel zegt dat er onderwijs aan jongeren gegeven moet worden over Gods werk: 'Leer de jongeling de eerste beginselen naar de eis van zijn weg". In de prediking moet oud én jong aangesproken worden.

Dat houdt ook in. dat men de jongeren in hun eigen taal aanspreekt. Wat dat betreft is mijn vrouw de beste ouderling en zijn mijn kinderen de beste hoorders! Ik gebruikte nogal eens het woordje "thans" (We zingen thans....), totdat mijn kinderen vroegen: 'Pa, waarom zegt u niet gewoon: we zingen nü? ”

In gehandicaptendiensten blijft de tale Kanaans veelal achterwege in verband met het begrip van de hoorders. Wordt de 'gewone' kerkganger wat dil betreft n iet overschat?

Nee hoor. vanaf het dertiende of veertiende jaar is iedere jongere in staat om in abstrakte begrippen - denk aan woorden als genade en gerechtigheid - te denken. Gehandicapten en jonge kinderen kunnen dat niet.

Die kunnen zich bijna alleen tastbare dingen voorstellen.

Daarom moet een gehandicaptendienst eenvoudig zijn wat het taalgebruik betreft. Tegelijkertijd moet het taalgebruik beeldend zijn om de bijbelse begrippen te verduidelijken. Maar de tale Kanaans ontbreekt in dergelijke diensten niet geheel. Dc beleving van Gods volk klinkt op kinderlijke wijze door.

Uiteraard moet in de zondagse prediking ook aan de jonge kinderen gedacht worden. Maar de predikant mag zijn hoorders niet alleen met melk voeden. Ook mag hij niet toegeven aan de denkluiheid van sommigen.

Hij moet het volle Woord van God verkondigen en ook vaste spijze uitdelen. Elke gewone kerkganger kan begripsmatig denken en dus ook een gewone preek volgen.

Honger

Nog een andere vraag. Stel, een jongere wordt door God bekeerd, maar hij kent door omstandigheden de tale Kanaans niet goed. Hij kan dus ook hetgene dat hij beleefd heeft, niet zo onder woorden brengen. Kan het zijn, dat zo iemand daardoor aan het twijfelen gebracht wordt? En is dat terecht?

De praktijk is anders, denk ik. Als iemand tot de Heere wordt bekeerd, dan komt er een levende belangstelling voor de dienst des Heeren en het woord des Heeren. Jc zou kunnen zeggen, dat waarachtig Godswerk begint met belangstelling. Waar belangstelling is, wordt de kennis in korte tijd vermeerderd. Zo iemand zal uit de Schrift de kenmerken van genade horen en zichzelf daarin gaan herkennen, ook al beheerst hij zelfde tale Kanaans nog niet goed.

Maar als er nu zo maar eens iemand de kerk binnen komt lopen.... Die begrijpt er toch niets van?

Ik betwijfel het in hoge mate. Mijn ervaring is, dat mensen die uit de wereld in de kerk komen, juist vaak een grote belangstelling hebben voor alles wat met de dienst des Heeren te maken heeft. Er kan dan zo'n honger zijn naar het Woord van God, dat dc taal helemaal geen probleem meer is.

Termen

Ds. Koelman uil de tijd van de Nadere Reformatie is onder andere bekend geworden door zijn standpunt om geen formulieren te lezen ofte bidden in de gemeente. Hij was bang

voor 'sleur-en slenterdienst' en zag hierin het gevaar van 'stilstaand water dat gaat stinken'. Is dat gevaar hij de tale Kanaans ook aanwezig? Er zouden dan uitdrukkingen gebruikt kunnen worden die niet innerlijk doorworsteld zijn en daardoor óf verkeerd gebruikt öf niet meer zijn dan loze kreten.

Daar heb ik een heel kort antwoord op. Jullie weten, dat er een dichter is, die geroemd wordt om zijn bezielde retoriek: Gecrten Gossaert; die wist de oude woorden nieuw leven in te blazen. En met de tale Kanaans is het precies hetzelfde.

Als een predikant alleen termen zou gebruiken, zonder dat hij de inhoud ervan bevindelijk kent. valt hij dooide mand. Gods kinderen prikken daar doorheen.

En verder is het zo. dat alle uitdrukkingen getoetst moeten worden aan hun bijbelse gehalte. Als een woord misverstanden op kan roepen, moet je het niet op de kansel gebruiken.

Zelf doen

Wat kunnen jongeren zelf doen om zich de tale Kanaans eigen te maken?

Lees de Schrift. Neem ook de Pelgrimsreis van Bunyan eens ter hand. Luister naar gesprekken met Gods kinderen en zoek zelf 's iemand op die de Heere vreest. Ik kan het ook heel kort zo zeggen: toon belangstelling. Vraag om | bekering!

En doe als de Bereërs uit Handelingen 17: onderzoek de Schriften of deze dingen alzo zijn.

(Op onze vraag naar een slotopmerking, pakt de dominee er voor de laatste keer tijdens dit gesprek een boek bij. Ditmaal is het een klein bundeltje dat duidelijk de sporen van de tijd al draagt). Ik wilde afsluiten met een lied van Groenewegen. In zijn gedichten is veel tale Kanaans te vinden. Soms spreekt hij bovendien letterlijk over de taal van Gods volk. zoals in dit lied....

(De dominee leest een gedicht voor. maar onderbreekt zichzelf en gaat achter z'n komputer zitten, met de toelichting: ) Voor onze jongelui zal ik het even overzetten in hedendaags Nederlands.

(Nadat de printer zijn werk gedaan heeft, krijgen we ten afscheid het volgende lied mee).

Zoete banden die mij binden Aan des Heeren lieve volk. Wis', zij zijn mijn hartevrinden.

Hare taal mijn hartctolk. 't Zijn de kinderen van mijn Vader

En van 't zelfde huisgezin. Wij bestaan elkander nader Dan de band van aardse min 2 .

1. gewis, zeker 2. liefde

Capelle a/d IJssel, A. Kareis

Utrecht. Gerda Dekker-van de Haar

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 1989

Daniel | 40 Pagina's

„Goede tale Kanaäns is schriftgebonden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 1989

Daniel | 40 Pagina's