Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ziekenpastoraat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ziekenpastoraat

vraaggesprek met ds. J. Baaijens

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

door Z. Crum-Nieuwland en Mija Hasselaar

Op een zonnige julimiddag waren wij te gast bij dominee en mevrouw Baaijens. We bezochten de pastorie van Aagtekerke om een vraaggesprek te houden ove het onderwerp ziekenpastoraat.

Dominee Baaijens is sinds 1968 predikant. Voordat hij naar Aagtekerke kwam, diende hij de gemeenten Tricht-Geldermalsen en Rotterdam-Alexanderpolder. In deze jaren ging hij regelmatig op ziekenbezoek, zowel bij zieken thuis als in verschillende instellingen. Tot nu toe kwam dominee in totaal in 40 ziekenhuizen, ongeveer 20 verpleegtehuizen en 7psychiatrische inrichtingen. Uit deze getallen blijkt wel dat we met iemand praten die ondervonden heeft wa het inhoudt om ziekenpastor te zijn. Het was ook te merken aan de betrokkenheid waarmee ds. Baaijens over dit aspekt van het predikant-zijn vertelde.

Dominee, bij welke zieken gaat u op bezoek? Hoe vaak bezoekt u hen?

In principe ga ik naar alle zieken toe, die mij op de hoogte stellen van hun ziek-zijn of waar ik van hoor. Het is wel zo dat de één het vlugger doorgeeft dan de ander. Hoe vaak ik ga, hangt af van de aard van de ziekte. Gewoonlijk bezoek ik ernstig zieken thuis en ziekenhuispatiënten eenmaal per week. Is de toestand hoogst ernstig, bijvoorbeeld wanneer iemands einde nadert, soms twee of drie keer per week of elke dag. Chronisch zieken en bedlegerige ouden van dagen bezoek ik meestal één keer per maand. Hoe vaak ik iemand bezoek hangt dus van de omstandigheden af en ook wel van de beschikbare tijd.

Bezoekt u alle zieken zelf?

Ja, gewoonlijk wel. Als ik weg ben voor vergaderingen en tijdens mijn vakantie nemen de ouderlingen het over.

Hoe verloopt zo'n ziekenbezoek over het algemeen?

Eerst informeer ik naar de ziektetoestand. Het antwoord geeft vaak aanleiding om op de diepste oorzaak te wijzen: de zonde. En vandaaruit op de genade voor allen, die in hun zonden en ellenden, tot Hem zich ter genezing wenden. Dan mag ik wijzen op Gods vrijmachtige leiding, die op het ziekbed brengt om daardoor onderwijs te geven of tot inkeer te brengen en naar Hem te doen vragen.

Bij ernstige zieken thuis en bij allen in het ziekenhuis lees ik aan het eind van het bezoek een gedeelte uit de Bijbel en bid ik met hen. Met minder ernstige zieken thuis wordt alleen gebeden. Zij hebben zelf gelegenheid genoeg om uit de Bijbel te lezen.

Leest u iets speciaals?

Meestal iets, dat met lijden en ziekte te maken heeft. Ook wel iets dat verband houdt met het gevoerde gesprek.

Wat houdt uw pastorale zorg voor zieken in?

Wat ik probeer, is steun te geven in het ziek-zijn, in zorg of angst. En ik tracht de zieke in zijn beproeving naar de Heere te leiden. Het gaat uiteindelijk toch om het behoud van zielen. Daar denkt een pastor het eerst aan. Hij hoopt dat de zieken erdoor leren zullen.

Welke vermaning of troost heeft u voor hen?

Ik poog erop te wijzen dat God met alles dat Hij in het leven geeft, een heilige bedoeling heeft. Door ziekte worden wij op onze broosheid gewezen, opdat wij de Heere nodig zullen krijgen. Bij de Heere is veel ontferming en Hij is een Hoorder van het gebed.

De vermaning kan ook inhouden dat de zieke gewezen wordt op zijn eigen schuld aan de ziekte, bijvoorbeeld door drank of roekeloosheid. Maar ook dan is ziekte een bijzondere bemoeienis van de Heere. Wat doen we er echter mee? Ik heb het meegemaakt dat jonge mensen meerdere keren een ongeval overkwam en daarbij wonderlijk gespaard bleven, doch hun levenswijze bleef onveranderd.

Kort samengevat houdt de vermaning in het wijzen op de noodzaak om de Heere te zoeken. De troost is dat Hij een nooddruftige, een schuldige, helpen wil.

Gebruikt u de , , ziekentroost", die achter in ons psalmboek staat?

Nee, de „ziekentroost" is wel mooi en grondig, maar erg uitgebreid. De zaken uit de „ziekentroost" komen in het gesprek wel aan de orde.

Vindt u een ziekenbezoek in het ziekenhuis moeilijker dan een bezoek thuis?

Over het algemeen kun je thuis rustiger met een zieke praten. In een ziekenhuis is dat soms erg moeilijk. Dikwijls valt het mee, maar ik zie er wel altijd tegenop.

Vindt u dat de situatie in de ziekenhuizen de laatste tijd is veranderd, onder andere wat betreft de houding van het verplegend personeel?

Ja, het is wel veranderd, zowel bij de patiënten als bij het personeel. Vroeger was men over het algemeen welwillender.

Dit geldt vooral de medepatiënten. Men was nog meer met Gods Woord bezig dan in deze tijd. Dit is echter wel per streek verschillend. Tegenwoordig zijn ouderen dikwijls meer aanspreekbaar dan jongeren. De laatsten hebben vaak geen weet meer van Gods Woord of hebben er een antipathie tegen.

In Rotterdam was het in mijn beginperiode gemakkelijker dan zeven jaar later. Er kwam geleidelijk meer onwil en weerstand. In sommige gevallen proef je die onwil heel duidelijk.

Toch is er meestal wel medewerking en soms op een verrassende wijze. Je vindt dan aanspreekbare jongeren of krijgt van harte medewerking van jong personeel.

Hoe treedt men u tegenwoordig als predikant tegemoet bij pastoraal bezoek in het ziekenhuis?

Over het algemeen treedt men je niet tegemoet. Je moet zelf je weg door vragen vinden. Als ik op de afdeling kom, ga ik eerst naar het kantoortje om te vragen of ik bij de patiënt op bezoek kan gaan. Het is wel nodig om dat te doen, want bezoek kan minder gewenst zijn. Als men met de patiënt bezig is of de dokter zijn ronde doet, wordt er gevraagd: „Wilt u even wachten? " Dat doe ik dan of zeg dat ik later terugkom.

Veel hangt af van je eigen houding. Wil je zelf begrip krijgen voor je werk, toon dat

dan ook voor de ander. Begrip moet er wederzijds zijn. Ik probeer op goede voet te blijven met het verplegend personeel door hen niet te hinderen.

Bent u voor het bezoek aan bepaalde tijden gebonden?

Ziekenhuizen hebben daar over het algemeen geen dwingende regels voor. De vraag is dikwijls: wanneer heb je gelegenheid? Wel houd ik rekening met het werk in het ziekenhuis. Meestal ga ik tussen tien uur en half twaalf, of's middags tussen vier en vijf uur. Dan is men normaal niet op zaal bezig.

Zijn gemeenteleden in psychiatrische inrichtingen opgenomen, dan mag je er soms de eerste weken niet bij.

Heeft u van tevoren al bedacht waarover u wilt spreken?

Ziekenbezoek is iets waarop je je biddend moet voorbereiden. Gods eer en het zieleheil van de patiënt moeten op de voorgrond staan. Het gesprek komt echter meestal vanzelf en gaat soms een heel andere kant uit dan ik tevoren had gedacht. Luisteren is van groot belang. Het gaat er niet om hoe het bij mij ligt, maar het gaat om degene die ik bezoek. Daarom informeer ik eerst naar wat iemand heeft en hoe hij/zij daaronder is.

Met welke verschillende houdingen ten aanzien van ziekte krijgt u onder ons te maken? Spreekt u daar op ziekenbezoek ook over?

Sommigen zijn gelaten, anderen opstandig; er zijn er die eronder mogen buigen. Weer anderen kunnen het heel moeilijk verwerken. Zij vragen zich af waarom dit over hen gebracht wordt. Hierbij speelt ook het karakter een grote rol. De een is zwaarmoedig, de ander luchthartiger. Maar al spreekt men het niet altijd uit, je merkt meestal wel hoe de zieke eronder gesteld is. De mate waarin je een zieke kent, is bij het aanspreken van belang. Soms is het makkelijk als je iemand kent, soms ook heel moeilijk. Bij onbekenden kom je door de kennismaking wel eens tot een goed gesprek.

Het is gemakkelijk als je op ziekenbezoek niets hoeft te zeggen. Omdat de patiënt vertelt. Dan mag je als pastor zelf soms gesterkt en getroost worden.

Moeilijk is het als mensen geen werkzaamheden hebben met hun ziekzijn en hun staat voor God. Of als zij er wel mee bezig zijn, maar er zich heel moeilijk over kunnen uiten.

Hoe is de reaktie van medepatiënten op uw bezoek, uw bijbellezen en gebed?

Voor degenen die je bezoekt, speelt het kontakt met de zaal een belangrijke rol. De een voelt zich meer thuis op een zaal en past zich beter aan dan de ander.

Sommigen generen zich ervoor dat hun predikant komt, terwijl anderen juist blij zijn dat hun zaalgenoten kunnen horen wat hij zegt.

Over het algemeen is de houding van de medepatiënten welwillend, al komt er zoals eerder gezegd wel enige verandering in.

Meestal vraag ik of zij het goedvinden dat ik een gedeelte uit de Bijbel lees en bid. Ik heb nog nooit meegemaakt, dat iemand zei:

„Nee, dat vind ik niet goed". Sommigen zeggen , Ja", anderen knikken alleen maar. Er zijn ook mensen die zeggen: „Graag, dominee". In het gebed betrek ik de zaalgenoten en alle ziekenhuispatiënten. Ook het verplegend personeel met de doktoren.

Bij het komen of weggaan geef ik alle patiënten een hand en informeer hoe zij het maken. Soms ontstaan dan heel verrassende gesprekken, waarin je onverwachts iets mag horen van Gods werk.

Hebben degenen die u bezocht het achteraf wel eens moeilijk met opmerkingen van zaalgenoten?

Gelukkig is dit een uitzondering. Ik heb het eens meegemaakt dat een vrouw die de Heere vreesde op een zaal lag bij vijf vrouwen die erg vijandig waren, bijzonder na mijn bezoeken.

Hoe lang duren uw ziekenhuisbezoeken meestal?

In het ziekenhuis vijftien minuten, een half uurtje. Bij ernstig zieken soms maar vijf of tien minuten. Thuis wel iets langer, gemiddeld een half uur.

Hoe waren uw ervaringen als u gemeenteleden in psychiatrische ziekenhuizen bezocht?

Ik heb gemeenteleden bezocht in psychiatrische instellingen en op psychiatrische afdelingen van verschillende ziekenhuizen. De medewerking is er over het algemeen goed. Je kunt er rustig praten.

Psychiatrische patiënten bezoek ik op geregelde tijden, zolang de opname duurt. Deze mensen hebben het dikwijls erg moeilijk. Ik probeer hen altijd opbeurend en bemoedigend te benaderen. Luisteren is vooral hier ook erg belangrijk. Met verschillende van deze patiënten is in de loop der tijd een sterke band gegroeid. Sommigen hebben na hun ontslag nog regelmatig kontakt nodig.

Zijn zieken gemakkelijker aan te spreken op Gods Woord dan gezonde mensen? Scheelt het nog of ze oud ofjong zijn?

Over het algemeen wel. Er is, afhankelijk van de aard en de ernst van de ziekte, wel enige indruk. In onze kring is dat bij alle leeftijdsgroepen ongeveer hetzelfde. Bij buitenstaanders zijn ouderen vaak meer aanspreekbaar omdat zij er nog iets van weten van vroeger.

Bezoekt u zieken ook nog wel als zij weer beter zijn?

Iemand die thuis ziek was en mocht genezen, bezoek ik daarna meestal niet meer. Ziekenhuispatiënten bezoek ik zo mogelijk voor zij opgenomen worden in het ziekenhuis, tijdens hun verblijf daar en ook nog een keer als zij weer thuis mogen zijn.

In dat laatste gesprek spreken we over de vraag welke vrucht het ziekzijn afgeworpen heeft, of het naar de Heere uitgedreven heeft. Daar gaat het immers altijd om. Als er echter thuiskomen omdat men in het ziekenhuis niets meer voor hen kon doen, blijf ik hen uiteraard regelmatig bezoeken.

Gaat u graag op ziekenbezoek?

Ja. Het kan je sterk aangrijpen, vooral als je met ongeneeslijke ziekten en zwaar lijden te maken b-ijgt, maar toch doe ik

het graag. De Heere wil erin meekomen en geeft soms een gebed des geloofs, zodat op wonderlijke wijze genezing mag volgen. Maar ook als het anders is, wil Hij in het geloof onderwerping geven. Het geloof mag leren zeggen: „Wat de Heere doet is goed".

Op ziekenbezoek mag je altijd die éne Weg naar Boven wijzen. Je hebt dan ook het meest persoonlijke kontakt met gemeenteleden. Bij andere gelegenheden zijn er meestal anderen bij, zoals met huisbezoek of op recepties. Op ziekenbezoek ben je alleen met elkaar voor Gods aangezicht. Het schept een band en je houdt er goede kontakten aan over.

Wat zou u tot slot nog willen opmerken?

Tot slot zou ik willen zeggen dat allen die door Gods hand met ziekten of beproevingen bezocht worden, slechts één weg kan en mag gewezen worden: de weg om onder alles tot de Heere de toevlucht te nemen. Bij Hem is veel ontferming. Hij laat het over ons komen met een heilige bedoeling. En bijzonder in druk en beproeving wil Hij heiligend werken.

Ziekte is vaak als een tunnel, waarin alles donker is. Pas als je aan het einde van de tunnel komt gaat het licht van de andere kant gloren. Zo is het ook met ziekte. Vaak zien we pas na die tijd dat het toch goed was, omdat het een gezegende weg was.

Ds. Baaijens, hartelijk dank voor de gastvrije ontvangst e voor de wijze waarop u over uw arbeid als ziekenpastor hebt willen vertellen.

Geldermalsen,

Z. Crum-Nieuwland Utrecht,

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 1987

Daniel | 32 Pagina's

Ziekenpastoraat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 1987

Daniel | 32 Pagina's