Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Christinnereis is voor jong en oud

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Christinnereis is voor jong en oud

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

24.

Wakker wilde met behoud van de godsdienst rijk worden in de wereld en Barmhartigheid had de wereld verloren door haar leven te verliezen, om rijk te worden in goede werken.

Bij het zitten aan de voeten van de Heere Jezus was Barmhartigheid deze les zo dierbaar geworden: „Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en de roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen; maar vergadert u schatten in de hemel, waar ze noch mot noch roest verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen; want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn”.

Duidelijk wordt het ons in de Schrift geleerd dat de grond der zaligheid is in de enige en algenoegzame offerande van Jezus Christus, maar eveneens wordt het ons door haar betuigd, dat alle boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.

Schrijf: „Zalig zijn de doden, die in de Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen”.

Toen hij niet terug kwam, zeide Voorzichtigheid: „Heb ik u niet gezegd dat Wakker, als hij u meer van nabij had leren kennen, u weldra in de steek zou laten? Hij zal nog slechte geruchten omtrent u gaan verbreiden, want al doet hij zich zeer godsdienstig voor, en al scheen hij zelfs liefde voor u te gevoelen, toch is hij zo verschillend van u wat karakter betreft, dat gij nooit bij elkander zoudt passen!”

„Ik had vroeger al meermalen een echtgenoot kunnen krijgen, ofschoon ik er niemand over sprak, maar zij konden zich geen van alien met mijn begrippen verenigen, al hadden zij op mijn persoon ook niets aan te merken. Dus konden wij het samen niet vinden!”

Voorzichtigheid zeide in verband met die edele begrippen: „Barmhartigheid is in onze dagen bij velen niet erg in trek wanneer het meer dan naam geldt. De praktijk, die gevolg is van haar begrippen, kunnen slechts weinigen verdragen”.

„Wel, als niemand mij hebben wil”, zei Barmhartigheid daarop, „dan zal ik als maagd sterven, of mijn begrippen zullen mij tot echtgenoot zijn, want ik kan mijn natuur niet veranderen. En om iemand te nemen, die in deze lijnrecht tegenover mij staat, neen, dat zou ik niet willen. Ook weet ik zeer goed, waar het bij zulke verbintenissen op uitloopt. Ik had een zuster, Liefdadig genaamd, die gehuwd was met iemand als Wakker, maar zij konden het samen niet eens worden. Mijn zuster was besloten haar beginselen niet te verloochenen en eerst werd zij door haar man op allerlei wijze gekweld en tenslotte geheel verstoten!” „En toch was hij een belijder van de waarheid?” is de vraag van Voorzichtigheid.

„Ja”, zeide Barmhartigheid, „maar op zijn manier. En van zulk soort zijn er heel wat op de wereld. Maar ik pas niet bij een van die”. Nu werd in die tijd Mattheiis, de oudste zoon van Christinne, ziek en hij moest veel lijden, soms zelfs kromp hij van pijn geheel ineen. Niet ver vandaar woonde een zekere Dr. Kennis, een alom geacht geneesheer. Christinne wenste, dat men hem zou ontbieden, en zodra dit geschied was, kwam hij dan ook. Al heel spoedig ontdekte hij, dat de knaap iets schadelijks moest gegeten hebben en toen hij Christinne daaromtrent ondervraagde, antwoordde zij, dat zij zich daarvan niets bewust was. „En toch is het zo”, hemam de geneesheer, „uw zoon moet iets gebruikt hebben, dat vergif was. Wanneer het kwaad niet verwijderd wordt, kan daardoor zijn leven in gevaar komen”.

Toen zei Samuel: „Moeder, wat heeft mijn broer toch afgeplukt en gegeten, toen wij nog pas door de enge poort waren? Gij weet wel, van die vruchten, die over de muur hingen!” „Dat is waar ook, mijn kind”, zeide Christinne, „daarvan heeft hij geplukt en gegeten. Stoute jongen, die hij was, ik beknorde hem, en toch at hij er van!”

„lk dacht wel”, zeide Dr. Kennis, „dat hij iets schadelijks had gegeten, en dit is nog wel het schadelijkste van alles. Het zijn vruchten uit Beelzebubs boomgaard. Dat niemand u daarvoor gewaarschuwd heeft, want reeds velen hebben er de dood door gevonden!”

Nu begon Christinne te wenen en zeide: „O, ondeugende jongen en o, zorgeloze moeder. Wat zal ik nu doen?”

Dr. Kennis: „Kom, laat nu de moed niet zakken, de jongen kan nog best genezen, maar hij moet afgaan en braken”.

Christinne: „Och mijnheer, doe toch uw uiterste best voor hem, wat het ook kosten moge”.

Dr. Kennis: „Neen, ik zal het schappelijk maken”. Toen bereidde hij een middel voor hem, doch dit was te zwak. Het was volgens zeggen bereid uit het bloed van een bok, de as van een var en sap van de hysop. Toen Dr. Kennis zag, dat dit middel te zwak was, maakte hij er een gereed, dat krachtiger was. Hij bereidde het „Ex caine et sanquina Christi” (dus uit het vlees en bloed van Christus), en het was in pillen met enkel belofte en evenredige hoeveelheid zout. Drie tegelijk moest hij er innemen op zijn nuchtere maag en dan op een kwart pint tranen van berouw. Toen het drankje klaar was, en het bij de jongen werd gebracht, wilde hij er niet van innemen, ofschoon de buikpijn hem'verschrikkelijk plaagde.

„Kom, kom”, zei de dokter, „dat gaat niet, gij moet het innemen”.

„Maar ik kan het haast niet”, zeide de jongen. „Ik moet het je doen innemen”, zeide zijn moeder. „Jk zal het weer overgeven”, zei de jongen. „Hoe smaakt het dokter?” vroeg Christinne aan Dr. Kennis. „O, het heeft geen slechte smaak”, zei deze en hierop proefde Christinne één der pillen met de punt van haar tong. „O Mattheüs”, zeide zij, „deze medicijn is zoeter dan honing. Indien gij van uw moeder en van uw broers en ??>n Barmhartigheid houdt, ja, zo uw leven ??>ef is, neem het dan”.

Eindelijk, na heel veel moeite, en na een kort gebed, waarin Gods zegen er over werd gevraagd, nam hij het in en het werkte zeer weldadig. Hij kreeg ontlasting, viel in slaap en genoot een heerlijkc rust. Hij werd lekker warm en begon te zweten. Zo kwam hij geheel van zijn buikpijn af.

Toen nu Mattheiis beter was, stond hij op en wandelde wat rond, van kamer tot kamer gaande, en met Voorzichtigheid, Godsvrucht en Liefde over zijn ziekte en genezing sprekende.

Christinne vroeg nu aan Dr. Kennis: „Wat ben ik schuldig voor al uw zorg en moeite aan mijn kind besteed?” Hij antwoordde: „De rekening moet betaald worden aan het Hoofd van het College van geneesheren, naar de voorschriften, die betrekking hebben op dit geval”.

Christinne: „Waarvoor kunnen deze pillen nog meer dienen?”

Dr. Kennis: „Het is een uitstekend geneesmiddel; goed tegen alle soorten kwalen, die pelgrims kunnen opdoen. Wanneer het met zorg bereid is, blijft het ook geruime tijd goed”.

„Wel dokter”, zeide Christinne, „wil er twaalf doosjes van klaar maken, want nu ik weet dat deze goed zijn, wil ik nooit andere medicijnen hebben”.

Dr. Kennis: „Deze pillen dienen niet alleen om iemand van zijn ziekte te genezen, maar kunnen ook worden gebruikt ter voorkoming van ziekte, ja, ik durf te zeggen en houd vol, dat iemand, die dit middel maar wil gebruiken, zoals het behoort, leven zal in eeuwigheid”.

Wijze lessen hebben ook wij van Dr. Kennis ontvangen. Het ging bij hem in de eerste plaats om de oorzaak van de ziekte in het lijden van Mattheüs, dat de dood ten gevolge kon hebben. Eindelijk kwam men tot de ontdekking dat nalatigheid en ongehoorzaamheid hiervan de oorzaak was. Nalatigheid door niet te vragen om een gids of leidsman aan de edele heer Welbehagen bij het verlaten van zijn gastvrije woning. Door op te gaan in het genot van dat bezoek, dacht men niet aan het gevaar van de weg. De boom, die zijn takken wierp over de muur, dus vanuit andermans hof, en wel de eigenaar van die boze hond, bood zijn vergiftige vruchten aan. En zonder vragen in gehoorzaamheid naar de wil des Heeren, werd die vrucht geplukt en gegeten. Een daad, die vanuit het paradijs door alle eeuwen heen zijn droeve gevolgen heeft. Worden de vermaarde pillen van Dr. Kennis met berouw over onze nalatigheid en ongehoorzaamheid gebruikt, in afhankelijkheid van de dierbare werkingen van de Heilige Geest, dan zijn zij tot genezing, om de reis naar Sion voort te zetten”.

Nijkerk

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's

De Christinnereis is voor jong en oud

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's