Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tolerantie en het publieke domein

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tolerantie en het publieke domein

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

door dr. K. van der Zwaag redactielid van Zicht V B

De plaats van religie in cultuur en samenleving is al lang niet meer vanzelfsprekend en onbetwist. Secularisering en levensbeschouwelijk pluralisme leiden tot een geheel andere relatie tussen overheid en religie dan de oude verbanden tussen kerk en staat. Dat stellen de redacteuren Henk Vroom en Henk Woldring in hun boek Religies in het publiel(e domein.

Het boek is een bundel van bijdragen van een studiedag aan de Vrije Universiteit eerder dit jaar over de plaats van religie in de maatschappij. Tijdens de studiedag stond de inbreng van de verschillende religieuze groeperingen in de samenleving centraal, te weten de stromingen van christendom, islam, jodendom, boeddhisme en hindoeïsme. Mr. Jos van Gennip, voorzitter van Socires, een denktank voor bezinning op Europese cultuur en samenleving, constateerde dat na 11 september 2001 religie niet meer weggedacht kan worden uit de samenleving. Dat werkt alleen maar frustrerend in het integratiedebat. Hij ziet twee tegenstrijdige bewegingen: enerzijds de houding van het Europees Parlement die in maart van dit jaar een rapport overnam waarin nadrukkelijk afstand werd genomen van interventies van kerken en religieuze gemeenschappen in het openbare leven, anderzijds de tendens dat er steeds meer erkerming is voor het feit dat voor het bereiken van echte doorbraken in de menselijke geschiedenis, juist religie en godsdienstige overtuigingen een onmisbare impuls geven. In Nederland wordt volgens hem het debat over religie in het publieke domein bepaald door de nadruk op de tekortkomingen in het verleden en heden van religies en religieuze instituten. Woorden als hypocrisie en machtsmisbruik vallen dan doorgaans. De aversie tegen morele autoriteiten hebben het spreken van de kerken en levensbeschouwelijke instellingen onder grote druk gezet.

Volgens prof. dr. Henk Vroom, godsdienstfilosoof aan de VU, moeten de grotere kerken nog wennen aan het feit dat hun rol in de plurale samenleving weinig meer voorstelt. In de nieuwe religieus plurale samenleving moet de scheiding kerk en staat naar zijn mening worden omgezet in een scheiding tussen overheid en religies. Voor de kerken is daarmee een nieuwe situatie aangebroken. De overheid is voor de waardenoverdracht grotendeels aangewezen op levensbeschouwelijk geïnspireerde organisaties. Prof. dr. Henk Woldring, hoogleraar politieke filosofie aan de VU en CDA-senator, analyseert de argumenten van de christelijke politieke partijen in de Eerste Kamer. Uit het euthanasiedebat blijkt volgens hem dat slechts een enkele keer een expliciet religieus argument genoemd wordt, zoals God, Bijbel en de overheid als dienares van God. Veelal worden algemeen aanvaardbare argumenten gebruikt, die echter terug te voeren zijn op levensbeschouwelijke overtuigingen. Woldring vindt dat senator E. Schuurman haast fundamentalistisch omgaat met de tekst: "Gij zult niet doden".

De SGP krijgt er flink van langs. De SGP heeft de democratie niet principieel aanvaard, hoogstens feitelijk erkend, zo meent Woldring. De SGP streeft immers een theocratisch ideaal na: God is soeverein en Zijn waarheid, geopenbaard in het Evangelie, moet door de overheid omgezet worden in wetten en beleid. Op grond van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis vraagt zij ruimte voor de kerkelijke voorrang van het Evangelie. Vrijheid van godsdienst kan niet bestaan als een recht, hoogstens gewetensvrijheid. Iemand als SGP-senator Holdijk neemt volgens Woldring afstand van waarden die in de democratie gezamenlijk worden gedeeld.

In de bundel komen we verder vertegenwoordigers van verschillende godsdiensten tegen. Rabbijn J.S, Jacobs, werkzaam bij het Joods psychiatrisch ziekenhuis Het Sinai Centrum te Amersfoort, stelde dat het Jodendom pluriform is. De traditionele stromingen in het Jodendom leggen verschillende accenten, maar gaan uit van dezelfde dogmatiek: de Joodse wet. Iedereen mag zijn eigen identiteit behouden en koesteren. De meeste geboden van de thora gelden voor Joden, de andere gemeenschappen leven vanuit het Joodse perspectief goed. Daarom doet het Jodendom niet aan zending en missie. De noachitische wetten, zoals het verbod op afgoderij, doodslag en ontucht, zijn voor iedereen goed, zo stelt de rabbijn. Dr. S.C. van Bijsterveld, rechtendocent aan de Katholieke Universiteit Brabant en algemeen secretaris van de Commissie Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO), constateert dat de kerken de laat-

ste tijd meer aanwezig zijn in het publieke domein, vanaf 'het broodje van Muskes' tot aan de discussie over het geweld op straat. Er lijkt volgens haar een draagvlak te zijn voor het kerkelijke spreken in de samenleving. Kerken hoeven geen concrete oplossing aan dragen, maar dienen het geweten van het publieke domein te vormen en samenhangende visies te geven, zo typeert ze de rol van de kerk. Van Bijsterveid wil geen pleidooi voeren voor "meer godsdienst in de politiek", maar de kerken mogen zich volgens haar niet afzijdig houden van de samenleving omdat gelovigen en niet-gelovigen zich met dezelfde wereld bezighouden.

H. Karacaer, directeur van Milli Görüs Nederland, beschouwt het publieke domein als vrucht van de moderne tijd en de Franse Revolutie. Het bestaat uit de scheiding tussen kerk en staat en het pleidooi voor de rechten van de mens. De islam was oorspronkelijk een tolerante, vrouwvriendelijke religie, maar is nu helaas hier en daar verworden tot ideologische macht waarin koranteksten misbruikt worden voor geweld. De emancipatie van moslims als gelovigen is niet mogelijk zonder de emancipatie van moslims als burgers. Karacaer is een voorstander van scheiding tussen kerk en staat. Zonder de eigen dynamieken van het publieke en spirituele domein blijft een moslim een gevangene van zijn maatschappelijke rechteloosheid en zijn "religieuze verdorring".

Moderne papoea’s

Een radicaal antwoord op het vraagstuk van de multiculturele samenleving geeft prof. dr. Paul Cliteur, (rechts)filosoof in Leiden. Hij behandelt de vraag of wij weer moderne papoea's kunnen worden. De "papoea" staat voor het idee van een afgesloten cul­ tuur, een cultuur die uit één blok gehouwen is. Deze monoculturele samenleving is voorgoed voorbij. Cliteur geeft een goed overzicht van de discussie over het wel en wee van de multireligieuze en multiculturele samenleving. Cliteur rekent af met allerlei romantisch gepraat over deze als 'verrijkend' betitelde samenleving. Hij houdt ook schokkend het gewelddadige en ondemocratische karakter van de islam voor, de onmiskenbare relatie tussen godsdienst en terreur in deze godsdienst.

Zijn oplossing is echter zeker niet de onze: Cliteur is een voorstander van om alle religies uit het publieke domein te weren. Hij kiest voor het kosmopolitisch multiculturalisme, een pleidooi voor de klassiek-liberale waarden van individualisme, secularisatie, het vrije woord, 'de vrije gedachte als zin der geschiedenis', de mensenrechten, de superioriteit van het westerse denken. De universalist heeft voor hem de beste papieren, niet de degene die uitgaat van de gelijkwaardigheid van alle culturen.

Moraal en godsdienst (God) moeten volgens hem ook van elkaar gescheiden worden. "Vroeger placht religie moraal te bepalen. Tegenwoordig bepaalt moraal steeds meer religie. Godsdienst is geen noodzakelijk fundament voor moraal, moraal is een noodzakelijk fundament voor godsdienst geworden" (p. 87). Zolang mensen hier met een heilig boek onder de armen binnen komen zullen er altijd wrijvingspunten rond immigranten blijven. Dat blijkt onder meer uit de kwestie van de hoofddoekjes, die door Cliteur niet kan worden toegestaan binnen de neutrale rechterlijke macht (de godsdienstvrijheid heeft hier een grens) (p. 105). Cliteur zegt openlijk dat de Nederlandse samenleving en overheid een missie hebben op het terrein van de secularisering van de moraal.

Cliteur gaat ook uitgebreid in op het vraagstuk van de tolerantie. Tolerantie is geen relativisme, maar staat wel op gespannen voet met de overtuiging dat men onfeilbaar is en absolute waarheden erop na houdt. Tolerantie heeft zich ontwikkeld van religieus correct naar politiek correct. Al is de intolerantie niet meer religieus geïnspireerd, zij is er nog wel rond allerlei politiek-morele dogmata. De vooruitgang ten aanzien van de verwerkelijking van de (door Cliteur hooggeroemde) verlichtingsidealen gaat langzaam, "tergend langzaam" zelfs. "De strijd voor echte tolerantie, klassiek tolerantie, zal telkens weer gestreden moeten worden." (p. 147, 148).

We resumeren. Beide boeken hebben met veel verve de problematiek van de tolerantie in de moderne samenleving ons voor ogen gehouden. Er is daarbij veel waardevolle informatie gegeven. Vooral het boek van Cliteur geeft veel wetenswaardigheden over wat er in de pers van de afgelopen jaren verschenen is over de multiculturele samenleving. De oplossing van beide boeken brengt ons echter in relativistisch vaarwater. Of er is een verzwakt en pluralistisch getuigenis (de bundel van Vroom/Woldring) of - in het geval van Cliteur-is er de oproep om alle religies maar uit het publieke domein te weren. Een bijdrage waarin het bijbels getuigenis in het publieke domein onverzwakt doorklinkt ontbreekt helaas. Des te meer wijst het op onze roeping om de bezinning op deze materie in deze niet uit de weg te gaan.

N.a.v. Religies m hel fubUeke domein, onder red. van prof. Henk Vroom en prof. Henk Woldring; uitg. Meinema, Zoetermeer, 2002; 192 blz.; prijs € 18, 50.

Moderne Papoea's. Dilemma's van een multi culturele samenleving, door prof. Paul Cliteur, uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 2002; 223 blz.; prijs € 16, 50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2002

Zicht | 42 Pagina's

De tolerantie en het publieke domein

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2002

Zicht | 42 Pagina's