Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZIELENLIJDEN VAN JEZUS

Bekijk het origineel

ZIELENLIJDEN VAN JEZUS

Nedergedaald in de hel. Uitleg van ds. J. van der Kemp [2, slot]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat de Apostolische Geloofsbelijdenis de begrafenis van de Heere Jezus tweemaal zou noemen, vindt ds. Johannes van der Kemp niet logisch. In de belijdenis ‘nedergedaald ter helle’ ziet hij dan ook een verwijzing naar Christus’ zielenlijden.

Van der Kemp (1664-1718) houdt zich aan de uitleg van vraag en antwoord 44 van de Heidelbergse Catechismus. Hij stelt dat het niet logisch is dat de Apostolische Geloofsbelijdenis de begrafenis van de Heere Jezus tweemaal noemt, de eerste keer letterlijk door te spreken over begraven en de tweede keer indirect door te spreken over de nederdaling in de hel. Hij schrijft: ‘En daarom verstaan wij erdoor, met de Onderwijzer, Christus’ zielenlijden. Zijn onuitsprekelijke benauwdheid, smarten, verschrikking, en helse kwalen, in welke Hij in Zijn ganse lijden, maar inzonderheid aan het kruis, gezonken was.’

HELSE ANGSTEN

Van der Kemp gaat hier in het voetspoor van Luther, die na de Torgauer preek een ontwikkeling meemaakt en onder de neerdaling meer het ervaren van de toorn van God gaat zien. Calvijn neemt dit van Luther over.

Ds. Van der Kemp noemt de namen van Luther en Calvijn niet, maar hun visie neemt hij over. Hij schrijft dat David met helse angsten te maken heeft gehad (Ps.116). Zo heeft Jezus de helse benauwdheid ondergaan toen Hij in de hof van Gethsémané tot de dood bedroefd werd en toen Hij op het kruis van Golgotha luid uitriep: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’

Volgens Van der Kemp bestond het zielenlijden van Jezus en de angst van de hel uit het volgende: Jezus droeg de straf van de uitverkorenen. Hij miste de gunst en de liefde van Zijn Vader. Hij werd verstoten en aan een helse duisternis overgegeven. Hij droeg de toorn van Zijn Vader. De macht van de hel werd op Hem losgelaten.

HET NUT

Van der Kemp geeft het nut van dit alles op deze wijze weer: ‘Vraagt men: Waarom heeft het toch de Heere behaagd Hem zo te verbrijzelen? Het was voorzegd in Psalm 22:2. Hij moest voor zielen voldoen, en daarom Zijn ziel tot een schuldoffer stellen en de uitverkorenen van de helse benauwdheid en pijn verlossen. En alzo heeft Jezus hen verlost van de toekomende toorn.’

Dit alles is tot troost voor de gelovige en tot waarschuwing voor de ongelovige. De troost voor de gelovige is dat Christus is nedergedaald in de hel in de plaats van hem en ten behoeve van hem.

Van der Kemp zegt: ‘Och, dat een ieder zich er eens toe zette om dit in te zien, opdat de gelovigen merken waarvan Gods Zoon hen verlost heeft.’

Zij die zonder Jezus leven, moeten weten dat ze voor eigen rekening leven. Als dat zo blijft, is dat levensgevaarlijk. Van der Kemp zegt: ‘En de ander, wat hem nog te wachten is. Want hij zal dat ook moeten lijden wat Christus heeft geleden, als hij zich met God in Christus niet verzoent.’

VROEGE KERK

De uitleg van Van der Kemp is voor de tijd waarin hij leefde, actueel te noemen. Het is juist dat de nederdaling in de hel niet genoemd wordt in de belijdenis van Nicea-Constantinopel uit 381.

Het wordt wel in de geloofsbelijdenis van Athanasius (ontstaan in vijfde of zesde eeuw) genoemd, maar dan is het een andere uitdrukking voor het begraven worden van het lichaam van Jezus. J.N.D. Keller stelt in zijn Early Christian Creeds dat de nederdaling in de hel laat in het Romeinse symbool (de voorganger van het Apostolicum) is opgenomen, namelijk in de zogenoemde vierde formule van de synode van Sirmium in 359. Het is erin geplaatst op aandringen van Markus van Arethusa, een Syriër voor wie dit artikel een onderstreping was van het feit dat Jezus echt geleden heeft en echt gestorven is. Omdat dat in die tijd allerminst vanzelfsprekend was om te geloven, was het noodzakelijk dat het duidelijk onder woorden werd gebracht.

TRIOMFTOCHT

Dat Van der Kemp 1 Petrus 3:19,20 betrekt in zijn uitleg, is waarschijnlijk omdat hij die tekst tegenkwam bij anderen. Hoe werd dit gezien in de Vroege Kerk? In de eerste eeuwen van de christelijke kerk heeft geen kerkvader zich op 1 Petrus 3:19,20 beroepen als bewijs voor de nederdaling in de hel. Het opnemen van de nederdaling in de hel in de Apostolische Geloofsbelijdenis heeft dan ook niets te maken met deze bijbeltekst.

Op een bepaald moment ontstond de gedachte dat Christus een triomftocht had gehouden door het dodenrijk, waar Hij kwam als Verlosser van de gelovigen uit het Oude Verbond. Men sprak toen ook liever van de nederdaling in het dodenrijk en men verwees naar 1 Petrus 3:19,20. Clemens van Alexandrië, een theoloog uit de Vroege Kerk, zag de Hades (dodenrijk) als een reinigingsoord voor onverloste zielen. Dit is het begin te noemen van de roomse leer van het vagevuur. Origenes, een andere theoloog uit Alexandrië uit de Vroege Kerk, veronderstelde dat de goddelozen en zelfs de duivelen trapsgewijze worden gezuiverd. Hij leerde de ‘wederherstelling van alle dingen’ of ook wel de alverzoening.

Volgens aanhangers van de moderne theologie is er met een beroep op 1 Petrus 3:19,20 een heilskans na de dood. Er vindt op deze wijze een terugkeer plaats naar Origenes. Het is echter met het onderwijs van Petrus (zie bijv. 1 Petr.2:8), van Jezus (Matt.7:13,14; Matt.25:46) en met het geheel van de Schrift in strijd.

Het is de vraag of in 1 Petrus 3:19,20 bedoeld wordt dat Jezus na Zijn sterven naar het dodenrijk is gegaan. Volgens ds. C. den Boer ziet de tekst vooral op Christus’ hemelvaart, waardoor Hij Zijn victorie op de hel en haar gevangenen heeft geproclameerd. Een nadere doordenking van 1 Petrus 3:19,20 is nodig. In een eigentijdse uitleg van de Heidelbergse Catechismus dient dit te worden verwerkt en dient er meer te worden gezegd dan Van der Kemp in zijn tijd heeft gedaan.

TERUGBLIK

Hoe is de uitleg van vraag en antwoord 44 uit de Heidelbergse Catechismus van Van der Kemp te waarderen? Er is veel voor te zeggen om de volgorde niet tijdrekenkundig te nemen, maar naar de zwaarte van het lijden. Het zwaarste van het lijden wordt het laatste genoemd. Hoogleraar dr. J. van Oort, kenner van de Vroege Kerk, bevestigt dit in een interview: ‘Als je kijkt naar de geest van het Apostolicum, denk ik dat hier de uitleg van de Heidelbergse Catechismus niet alleen een heel mooie is, maar ook de historisch juiste. Met de nederdaling ter helle wordt allereerst de diepte van Jezus’ lijden aangegeven. En tegelijk de vertroostende belijdenis dat Hij van het diepste lijden verlost. Deze uitleg is opgekomen uit het belijdende geloof van de Vroege Kerk.’ Het zou de moeite waard zijn om belijdenisgeschriften en catechismi uit allerlei tradities uit het verleden en in het heden met elkaar te vergelijken om te onderzoeken hoe veranderingen in de oorspronkelijke uitleg zijn ontstaan en uitgewerkt. Duidelijk is dat het met de kern van het christelijk geloof te maken heeft.

PERSOONLIJK KARAKTER

Opvallend punt is verder dat Van der Kemp steeds spreekt over ‘uitverkorenen’. Het risico van deze benadering is dat we op een afstand zien hoe de uitleg is, zonder dat we er zelf in betrokken zijn. De Heidelbergse Catechismus heeft een persoonlijk karakter door te spreken over ‘wij’ en ‘ons’. Hoe de nederdaling in de hel ook wordt uitgelegd, we worden in ieder geval uitgenodigd om niet op afstand te blijven, maar ons aan de Heere Jezus toe te vertrouwen.

Ds. J.H. Lammers is predikant van de hervormde gemeente te Ridderkerk.


1 PETRUS 3:18,19,20

Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen. Hij is wel ter dood gebracht in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest, door Wie Hijdoor Wie Hij (Christus) ook, toen Hij heenging, aan de geesten in de gevangenis gepreekt heeft, namelijk aan hen die voorheen ongehoorzaam waren, toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach, terwijl de ark gebouwd werd, waarin weinige – dat is acht – mensen behouden werden door het water heen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

ZIELENLIJDEN VAN JEZUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's