Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een etmaal zwoegen en zweten met de Nationale Reserve

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een etmaal zwoegen en zweten met de Nationale Reserve

25 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />In het dagelijks leven zijn ze metselaar, slager, architect of onderwijzer. Zo nu en dan verwisselen ze vrijwillig hun burgerpak voor een militaire uitrusting en oefenen zich in lopen, schieten, granaatwerpen en overleven. Ze maken deel uit van de Nationale Reserve, een legeronderdeel dat in oorlogstijd tot taak heeft vitale punten in eigen land te beveiligen. De leeftijd van sommigen doet vermoeden dat hun conditie op bepaalde punten ^Ê waarschij nlij k wel te kort zal schieten. "Er is maar één manier om dat te ,, ontdekken: zelf meedoen. Verslaggever De Vries en fotograaf Verboom trokken het groene pak aan en zwoegden, zweetten, hijgden en hunkerden met het 350e peloton uit Rijssen mee naar het einde van de 25-uursoefening

Vrijdagavond 13 maart. Het Overijsselse stadje Rijssen ademt rust en vrede. Maar schijn bedriegt. Voor de plaatselijke gemeentewerkplaats staan militaire viertonners. Kapitein Jan Victor Dorlas, in het dagelijks leven onderwijzer aan de openbare Haarschool in Holten, heeft vanuit het Provinciaal Militair Commando in Deventer opdracht gekregen zijn peloton te alarmeren. Via het zogenaamde sneeuwbalsysteem hebben de mannen elkaar de boodschap telefonisch doorgegeven. De soldaten benen met volledige uitrusting naar de kantine, waarvanmiddag gemeentewerkers nog vreedzaam koffie zaten te drinken. Uzi's en FAL-geweren worden naast de stoel gezet of op tafel gelegd. De meeste mannen worden vergezeld door echtgenote en kroost. De jongefles kijken vol ontzag naar hun vader in uniform en de geweren op tafel. Een enkele durfal betast het wapentuig. Anderen lopen stoer rond met klappertjespistolen.

Scheiden
Om kwart voor acht is het tijdstip van scheiden aangebroken. De duistemis heeft zich beschermend over het land uitgestrekt. ,,Ikook een kusje", bedelt een meisje dat jaloers gadeslaat hoe moeder wordt bedacht. ,,Papa gaat met de soldaten mee," lacht de vrouw. Het deerntje knikt ernstig. Ze is diep onder de indruk van de militairen, die hun bullen in de wagens gooien en plaatsnemen op de harde houten banken tegen de zijwanden. De motoren slaan aan. Vrouwen en kinderen zwaaien of de mannen voor maanden naar de Oost gaan. Het 350e peloton van de Nationale Reserve rukt uit naar Schalkhaar voor een 25uursoefening. Een ijskoude wind jaagt de open wagen binnen. Het kwik is al ver beneden nul gezakt. ,,'tZal een koude nacht worden," belooft een van de mannen. ,,Voorlopig liggen we nog niet. Dat kan wel eens half twee worden. Aan het eind van zo'n avond denk ik altijd: waar ben ik in vredesnaam aan begonnen. Maar de volgende dag had ik het toch niet willen missen." Vitale punten De Nationale Reserve, meestal afgekort tot Natres, werd opgericht op 15 april 1948. De vrijwilligers zetten de traditie voort van de Nederlandse schutterij en de vrijwillige landstorm. Ze kregen tot taak in ooriogstijd vitale punten in Nederland te beveiligen. ,,Om bij oorlog of oorlogsdreiging de aanvoer van materieel, personeel en wat niet al vlekkeloos te laten verlopen, moetje in een heel vroeg stadium een aantal objecten die voor die aanvoer van belang zijn bezetten en bewaken," licht majoor A. J. B. Boerboom van het Provinciaal Militair Commando in Deventer toe.,,Belangrijke kruispunten, havens, bruggen, vliegvelden en wat dies meer zijn. Met dat doel voor ogen is de Natres in het leven geroepen." De maatschappelijke waardering voor de Nationale Reserve was tot voor kort minimaal. ,, Daar komen de schutters", was een getapte opmerking als de reservisten op pad gingen voor een oefening. Ze werden beschouwd als kwajongens, veredelde padvinders die hun oefenavonden besloten met een ferme dronk.

Officieel korps
De kritiek was slechts ten dele terecht. Over het algemeen was de motivatie onder de vrijwilligers goed, maar ze moesten roeien met de riemen die ze hadden. Ze werden opgezadeld met verouderd materieel. Niet alleen de burgers, ook de beroepsmilitairen namen de Natres met een korrel zout. ,,Toen iedereen al een FAL had schoten wij nog met karabijnen," vertelt loodgieter Jan ten Hove uitRijssen.,,De uniformen die door beroeps waren afgedragen kregen wij. En als je op bivak was mocht je blij zijn als de rits van je slaapzak niet kapot was.'' Luitenant-generaal J. G. Roos, voormalig Bevelhebber der Landstrijdkrachten (BLS), bracht verandering in de situatie. De Natres, ondergebracht bij het Nationaal Territoriaal Commando, werd in 1983 officieel als korps erkend. Een jaar later overhandigde koningin Beatrix het eertijds verguisde vrijwilligerskorps een eigen vaandel. De Nationale Reserve telt tegenwoordig mee binnen de landmacht, ook al zal het nog wel wat tijd en moeite kosten om het padvindersimage helemaal kwijt te raken.

Bivak
De viertonners stoppen bij het oefenterrein naast de Westenbergkazerne in Schalkhaar. In een stuk bos zal het bivak worden opgeslagen. Enthousiast zeulen de mannen hun hele hebben en houden naar de aange wezen plaats. Een rode lamp bij de bosrand dient als lichtbaak voor latrinebezoekers. Het privaat munt uit door soberheid. Om vier bomen is een stuk zeildoek gespannen. Binnen de omheinde ruimte is een gat gegraven. Ernaast ligt een hoop grond, waarmee de militairen hun eigen hoop kunnen bedekken. Aan de rand van het kamp staat een grote legertent voor de compagniestaf. Een benzinekachel verspreidt een aangename warmte. Achter een primitieve tafel zit compagniescommandant majoor C. Meere met enkele stafleden.,, Hier zijn de heren van de pers", meldt Natres-instructeur adjudant De Wilde. Wat hulpeloos staan fotograaf Verboom en ik achter de ouderwetse driller, beiden onbekend met rangen, termen en toestanden in het leger.,, Daar liggen jullie spullen", wijst de adjudant. ,,Twee helmen, twee overalls, twee tenthelften en twee slaapzakken." ,,Die veldbedden hier zien er ook prettig uit," probeer ik nog, maar het mag niet baten. ,, Je hebt het zelf gewild'', bast de militair en vertrekt. Gedwee volgen we hem. De eerste groene tentjes van peloton 350 zijn al tussen de kale stammen verrezen. Wat verderop heeft de rest van de 23e compagnie het bivak opgeslagen. Peloton 308 uit Twente, 342 uit Deventer, 348 uit Hengelo. De grond is gelukkig droog. Bij het licht van een zaklantaarn verwijderen we takken en opschietend hout. Naast ons is kapitein Dorlas neergestreken, van wie we de kunst afkijken. Tentdelen aan elkaar knopen, stokken plaatsen, scheerlijnen vastzetten, spannen met haringen, kieren afdekken met rotte bladeren. Tegen tienen staat het laatste tentje en is het tijdstip voor de avondwandeling aangebroken: een mars van vijf en een speedmars van drie kilometer. Uitgerust met bokketuig en pukkel begeeft het peloton zich naar de viertonners. Een kwartier later worden we bij een kruispunt gedropt en stellen de militairen zich op in rijen van drie. Na een commando van Dorias zet de troep zich in beweging. De kapitein heeft een stafkaart van het gebied in de hand. Naast het peloton loopt Piet Wanrooy, de onvermoeibare walrus, die zijn makkers bij het marcheren coacht en activeert. De eerste kilometers worden moeiteloos weggetrapt. Als iemand uit de maat dreigt te raken klinkt een krachtig één, twee, drie van Wanrooy, wat niet kan voorkomen dat Rinus Dekkers, die achter me loopt, ettelijke malen op m'n hielen trapt.

Speedmars
Voor een afgelegen boerderij staan majoor Boerboom en adjudant De Wilde. ,,Hoe is het moreel mannen," roept Boerboom. ,,Prima majoor", antwoordt het peloton als uit één mond en marcheert verder. Onverwachts wordt halt gehouden. Opnieuw staat adjudant De Wilde langs de weg. Hij is met een jeep vooruit gereden. Met luide stem geeft hij aanwijzingen voor de speedmars die nu volgt. Honderd meter marcheren, tweehonderd meter rennen. Binnen 26 minuten moet de drie kilometer worden afgelegd. ,,En denk erom, de laatste telt", waarschuwt de adjudant. De laatste voorbereidingen worden getroffen. Bokketuig recht, wapen voor de buik. Dan klinkt het startsein. In stevige pas gaat het voorwaarts tot Wanrooy het commando geeft om over te gaan in draf. Agressief tikken de soldatenkistjes op het asfalt. > Naannate de snelheidsmars vordert neemt het gehijg toe. Alleen Wanrooy lijkt nergens last van te hebben. Als een generaal loopt hij naast het peloton. ,,Nog even volhouden mannen", klinkt zijn inspirerende stem. En ter afwisseling van het afstompende één, twee, drie dicht hij; ,,Pïjn is fijn, jeuk is leuk, bloed is góéd, pijn is fijn . . ."Gespannen wacht het peloton op zijn onafwendbaar bevel om de volgende tweehonderd meter te rennen., ,Nog even wachten Piet", smeekt Rinus Dekkers, die blaast als een aangeschoten kat. Hij is niet de enige in het peloton die aan overgewicht lijdt. Wanrooy knikt begripvol. Maar een minuut later vindt hij het mooi genoeg geweest. De tweehonderd meter draf lijkt steeds langer te worden. Naast me holt kapitein Dorlas.,,Denk aan de achterblijvers Piet", brengt hij met uiterste krachtsinspanning uit.

Zoute soep
,,Niet gek heren, 22 minuten", zegt een opgewekte militair naast de jeep bij de finish. Gelukkig lachend strompelen we naar zijn collega die met een enorme gamel naast een boom staat. Zo te proeven is de groentesoep gemaakt van water uit de zoutzee, maar een kniesoor die daarop let. Het warme vocht neemt in ieder geval de bloed-smaak weg. Jan ten Hove kucht als een stoomlocomotief. ,, Neem jij nog maar een zware Van Nelle", adviseert Wanrooy.,, Doen jullie wel een bee^e zacht'', waarschuwt de militair naast de soepkuip vaderlijk.,,De anderen slapen al." Een bulderend gelach uit het bosgedeelte waar peloton 342 het bivak heeft opgeslagen bewijst het tegendeel. De ruimte in het tentje is nog geringer dan we verwacht hadden. Het ontbreken van een grondzeil proberen we goed te maken door twee extra tenthelftcn uit te spreiden. Met jaloezie denken we aan de slimmeriken die een luchtbed hebben meegenomen. Volledig gekleed duiken we in de voor het gevoel te nauwe slaapzak. Door de tentopening verschijnt het hoofd van Dorlas om ons welterusten te wensen. ,,Alsje slim bent doe je je schoenen ook in je slaapzak," tipt hij.,,Anders zijn ze morgen keihard door de kou." Dan begeeft ook de pelotonscommandant zich ter ruste. De temperatuur is gezakt tot negen graden onder nul.

Haan
Tergend langzaam verglijden de uren. Boven de slaapzak is het steenkoud, eronder spijkerhard. Iets na zessen wordt het kamp opgeschrikt door een doordringend gekraai. Het wordt geproduceerd door Co ten Voorde, volgens zijn kameraden de mascotte van het peloton. Naast de latrinelamp gaat de zon als een bloedrode bol op. Koud en stram staan we in hetbos. Uitonsbuurtentje verschijnt het gekwelde hoofd van Dorlas. ,,Niks geslapen zeker," informeert hij. We knikken. ,,Ikook niet," zegt hij. Het is een schrale troost. Met gevoelloze handen vouwen we tentdelen en slaapzakken op. Foerier en ordonnans Gerard Pas heeft de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen. Hij is in het bezit van een handwarmer, een zeepvormige stalen huls die gevuld moet worden met wasbenzine. In de kop zit een gloedspiraal, die wanneer de benzine wordt aangestoken vijftien uur blijft gloeien.

Gevechtsrantsoen
Het ontbijt bestaat uit enkele droge kaken uit het gevechtsrantsoen, een kartonnen doosje met lekkernijen. De meeste mannen nuttigen de maaltijd lopend om bevriezing van ledematen te voorkomen. Jan ten Hove heeft met primitieve middelen vuur weten te maken en uit kokend water en bruin poeder ossestaartsoep bereid. De warme beker gaat van hand tot hand. Half acht treedt de 23e compagnie aan voor het ochtendappèl. Na het bekende getrappel blijven de mannen roerloos staan, de armen strak langs het lijf, de blik op oneindig. Wanrooy isz'n helm vergeten en heeft in plaats daarvan een Fidel-Castropet op. Z'n bullen heeft hij in een groene baal voor zijn buik hangen. Erbovenop staat zijn gevechtsrantsoen. Voor de vier pelotons staan de pelotonscommandanten en de door majoor Boerboom opgeleide compagniescommandant majoor Meere, die normaal als hoofdonderwijzer door het leven gaat. Wat achteraf werpt adjudant De Wilde zijn kritische blikken over de verkleumde meute.

"Warming up"
Het appèl is afgelopen. De pelotons stellen zich op en marcheren naar de hindernisbaan op de Westenbergkazerne, waar de bepakking op een grasveld wordt geloosd. Enkele goed uitgeruste sportinstructeurs staan ons al op te wachten voor een,, warming-up''. Peloton 350 krijgt een lange, atletische figuur toegewezen. ,,Rustige looppas", commandeert hij opgewekt. Met stramme leden volgen we hem. Allengs worden de spieren wat soepeler en stijgt de lichaamstemperatuur. Nadat we de armen langs het lijf hebben laten wieken en in duo's buigoefeningen hebben verricht is de beroepsmilitair tevreden. Het volgende programmapunt wacht: granaatwerpen. Het peloton wordt in een alfa-, bravo-, charlie- en commandogroep verdeeld. Nadat elke man vier namaakgranaten heeft gekregen kan de oefening beginnen. ,, Werpen onder een hoek van 45 graden", doceert de instructeur en slingert de ijzeren bol perfect over het muurtje naar een ton. De theorie is duidelijk. Fanatiek worden de granaten over de muur geworpen. De hoek varieert van pakweg twintig tot zeventig graden, maar oefening baart kunst. Als de laatste man voor de derde keer zijn granaten in het veld heeft laten ploffen is de instructeur tevreden.

Granaten
Inmiddels heeft eerste luitenant Bilstra zich opgesteld achter de vier ringen op het grindveld achter de muur. Uit elke groep worden vier mannen aangewezen die in totaal twaalf granaten krijgen om alle ringen uit te schakelen. Als iemand een ring treft en granaten overhoudt gaat het restant naar zijn opvolger. De gezichten van de aangewezen militairen staan strak. Het is nu menens. De 46-jarige architect Piet Warnaar mag de voorste ring uitschakelen. Zijn eerste granaat vliegt bijna verticaal omhoog en komt net achter de muur terecht. De volgende twee missen hun doel door een afwijking naar rechts. Teleurgesteld druipt de Natres-man af en moet toezien hoe een kameraad met drie granaten twee ringen uitschakelt. Ook foerier Gerard Pas gooit aanvankelijk ongelukkig. De eerste granaat haalt het doel niet. De tweede belandt er ver buiten. Meer naar links, beduidt Bilstra met armbewegingen. Met succes. Feilloos koerst de stalen bol naar de verste ring en belandt precies in het midden. Een voltreffer! Bilstra steekt prijzend z' n vinger omhoog. Uitgeschakeld De korte pauze wordt ge bruikt voor het nuttigen van een kop thee uit een gamel waarop met grote blauwe letters,,pindasaus" staat geschreven. Ietwat afzijdig van de anderen zuigt Herman Wessels verdrietig aan zijn sigaartje. De mars van gisteravond is noodlottig geworden voor een van zijn kniegewrichten. Hij is volledig uitgeschakeld. Voor de hindernisbaan komt een nieuwe sportinstructeur opdagen; Bart Haggeman. Na een korte explicatie rennen en rollen we achter hem aan over struikeldraden, door een muur met gaten, over en onder ongelijke horden, door riolen, over een hoge plank met de sierlijke naam,, Ierse taf el", over een muur, een meters hoog klauterraam, een doorwaadbare plaats (betonnen paaltjes in een kuil) om te eindigen met het beklimmen van de berekuil en een sprint door enkele droge,, sloten". Afgezien van een angstaanjagende val van Mans Nijsing uit de muur met gaten vallen geen ongelukken te melden.

Hindernisbaan
Het oefenstadium is achter de rug. De alfa-, bravo-, charlie- en commandogroep stellen zich op voor het officiële gedeelte. In één run moeten nu alle hindernissen worden genomen, waarbij tot overmaat van ramp twee munitiekisten moeten worden meegesjouwd. ,,Denk erom mannen," instrueert Bart Haggeman, ,,bij elkaar blijven. Elkaar coachen. Niet steeds dezelfden de kisten laten dragen. Van de kist geen extra hinderpaal maken. En denk aan de achterblijvers. De laatste man telt." De ernst van het moment is tastbaar. Met bonzend hart draven we over de hindernisbaan. De munitiekisten lijken zwaarder dan ooit. Een koude wind zaagt door de longen en veroorzaakt een weeë bloedsmaak. Daar is het klauterraam al. Vijf man erin. Munitiekist doorgeven. Volgende kist. Verder weer.,,Kom mee jongens, niet achterblijven." Over de muur. Daar is de doorwaadbare plaats. Nauwkeurig de voeten neerzetten. Het einde nadert. Met een laatste krachtsinspanning hijsen we ons uit de berekuil en zeulen afgepeigerd naar de finish.,,Keurig mannen", prijst Bart Haggeman. ,,Vier minuten en 45 seconden." We knikken. Praten lukt niet meer.

Afremmen
Tijdens de rit naar de schietbaan van Gorssel komen we in de viertonner wat op verhaal. Naast me zit Rinus Dekkers met een groene kolsjaal om zijn hoofd. Hij heeft z' n figuur niet mee en is volledig uitgeteld. De ruwe legerkleding heeft z n bovenbenen kapot geschuurd. Gerard Pas ziet er nog aardig monter uit. Alleen zijn lippen zijn gesprongen door de kou. Werk aan de winkel voor Hendrikus Baan, die tegenover hem zit. De gewondenverzorger is herkenbaar aan een band met het bekende rode kruis om de arm. Uit een groene buil diept hij een tube vaseline op, waarmee Pas zijn lippen kan verzorgen. Sinds Hendrikus zijn EHAF(Eerste Hulp Aan het Front-) diploma heeft behaald geeft hij zijn makkers les in zelfhulp en kameradenhulp. ,,Tot voor twee jaar kwamen mensen van het infanterie-opleidingscentrum dat soort lessen geven" vertelt kapitein Dorlas. ,,Dat gebeurde dan vaak op de populaire toer natuurlijk. In onze club moest je ze altijd wat afremmen, gezien de instelling van ons peloton. Die is gewoon anders, waarschijnlijk door de godsdienstige achtergrond. Ik vind datje daar begrip voor moet hebben. Daarom nam ik die instructeurs altijd even apart om daarop te wijzen."

Telefoonnummer
Personen die zich voor de Natres aanmelden mogen niet jonger dan negentien en niet ouder dan 49 jaar zijn. Ze moeten hun dienstplicht hebben vervuld, vrij zijn van mobilisatiebestemming en voldoen aan de door de minister gestelde eisen voor betrouwbaarheid en goed gedrag. Als aan deze voorwaarden is voldaan volgt de keuring, waarbij ongeveer 35 procent van de liefhebbers afvalt. ,,Voorheen waren de eisen nog strenger," meldt majoor Boerboom. ,,Bijde keuring werken we met het ABOHZIS-systeem. DeA van algemeen, de B van boven, de O van onder, de H van horen, de Z van zien, de I van intelligentie, de S van stabiliteit. Een Natresman moest net als een infanteristABOHZISéén hebben, dat wil zeggen allemaal eentjes. Hoe lager, hoe beter in dit geval. Heb je een soort telefoonnummer, dan kun je het wel vergeten. Nu heb je bij de Natres wel infanterietaken, maar iemand met een Z-2 kan prima geschikt zijn voor kok. Als-ie niet zo goed kan zien duikt-ie maar wat verder de pot in. Daarom hebben we met z' n allen gevochten voor een iets soepeler keuring, zonder de inzetbaarheid aan te tasten.'' Reden voor de strenge keuring is het feit dat de reservisten zo nodig taken van de infanterie-beveiligingscompagniën over moeten kunnen nemen. Het streven is dat de Natres 191 pelotons gaat tellen, goed voor zo'n 7500 man. Een deel van de pelotons wordt samengevoegd tot compagnieën met een compagniestaf. De rest ressorteert rechtstreeks onder het Provinciaal Militair Commando (PMC).

Knallen
Het 350e peloton oefent gemiddeld eens per drie weken in het Rijssense bos, waar het de beschikkng heeft over het clubhuis van de padvinders. De zomer leent zich bij uitstek voor buitenavonden: het opzetten van een verkeerssluis, verkenningspatrouilles, het bezetten en verdedigen van een brug, beschietingen met losse flodders. In de wintermaanden worden vooral theorie-avonden gegeven. Dorlasenzijn groepscommandanten geven onderricht in vakken als wapenkunde, kaartlezen en radioverbindingen. Ze worden bijgestaan door een mentor, een beroepsmilitair die vrijwillig een peloton van de Nationale Reserve begeleidt. Zes van de dertien Overijsselse pelotons hebben zo'n mentor. De rest wordt uitsluitend vanuit het PMC begeleid door adjudant De Wilde met twee collega's. Toen de Natres een officieel korps werd kwam een eind aan de tijd dat elke pelotonscommandant kon doen wat goed was in zijn ogen. ,,Het Nationaal Territoriaal Commando (NTC) ging zich met de opleiding bemoeien en heeft een boekwerk opgesteld", zet De Wilde uiteen. ,,De lessen die daarin staan moeten in vier jaar behandeld worden. Dan begint het weer van voren af aan. Vroeger dokterde elke pelotonscommandant zo' n beefle zelf uit wat z'n kerels moesten doen. Nu zitten alle pelotons in het hele land op één lijn." De mannen van het veld zijn niet erg gelukkig met de bevoogding door het NTC. Het aantal theorie-avonden is daardoor toegenomen. ,,Ze willen schieten, die jongens," zegt oud-infanterist Jan ten Hove.,,Allemaal! Vorig jaar was de opkomst op de oefenavonden duidelijk minder groot. Maar heb je een patrouille-avond waarbij flink geknald kan worden, dan is iedereen present."

Bravo-groep
Lage boomtakken striemen het zeildoeken dak van de viertonner. We naderen de schietbaan. Een kilometer ervoor worden we uitgeladen. Adjudant Van Deelen legt uit wat de bedoeling is. ,,Jullie krijgen tien minuten om de kilometer af te leggen en te schieten. Wie te langzaam loopt heeft geen tijd om te schieten, wie zich buiten adem rent scoort geen enkele punt." De mannen knikken. Het is glashelder. ,,Gajij maar mee met de bravo-groep'', beveelt kapitein Dorlas. ,,Hoe is de bewapening mannen'', wil Van Deelen weten. ,,Drie FAL's, een uzi en een parker-pen adjudant." Van Deelen knikt tevreden. We kunnen vertrekken. ,,Denk erom datje achter Co blijft", waarschuwt groepscommandant Henk Bakker. ,,Als die munitie heeft is-ie niet meer te vertrouwen." Schieten In speedmars gaat het voorwaarts. Met de schietbaan in het verschiet kennen de mannen geen vermoeidheid. Zelfs de al wat oudere Warnaar draaft of zijn leven ervan afhangt. Bij een houten kraampje innen de militairen hun acht patronen en snellen naar de schietbritsen, waar adjudant Veltman hen staat op te wachten. De joviale militair geniet een grote populariteit, al was het alleen maar om het feit dat hij in Suriname nog achter de bren heeft gelegen. Bovendien laat hij zijn gewoonte om nogal eens te vloeken bij het Rijssense peloton achterwege. Languit en in opperste concentratie liggen de mannen op de schietbritsen en vuren hun patronen af. Warnaar, die bij een schietwedstrijd van het peloton de poedelprijs in ontvangst mocht nemen, heeft opnieuw pech. Om onduidelijke redenen laat zijn geweer het afweten. Sergeant-majoor Gebhart probeert het euvel nog te verhelpen, maar het mag niet baten. Onverbiddelijk geeft Veltman het sein dat de tien minuten voorbij zijn. Gedesillusioneerd klimt Warnaar van zijn brits. De andere leden van de bravoploeg staan al bij de munitiekraam de lopen van hun geweren te oliën.,,Anders koekt het kruislijm vast," doet Jan ten Hove deskundig uit de doeken.

Eenheidskoffie
We verlaten de schietbaan voor een patrouilletocht. Jan ten Hove en Piet Warnaar lopen voorop aan weerszijden van een zandpad. Groepscommandant Henk Bakker en pelotonsmascotte Co ten Voorde vormen de achterhoede. Houten tegenstanders in de bosrand worden tijdig gesignaleerd en in de gaten gehouden. Ongedeerd bereiken we het kruispunt waar de waakzaamheid van de mannen aan de hand van een vragenlijst wordt getest. Achter een jeep staat de sergeant-verzorger van de 23e compagnie, de heer Van de Gevel uit Hengelo. Door zijn functie is hij een gezien persoon. De mannen drommen samen rond zijn gamel en laten de pollepels met koffie in hun metalen bekers plonzen. Voor een mekkeraar die het vocht liever zwart zonder suiker had gehad toont de foerier geen begrip. ,,In het veld moetje een eenheidskoffie maken," argumenteert hij bondig.

Pukkel
De middag genaakt als we in de vier tonners klimmen De finale wacht nog; een mars van tien kilometer. De stemming is gedrukt. Arjan Baars vergaat van de spierpijn in zijn liezen. Jan Pongers, het evenbeeld van Arie Roos uit de befaamde Bob-Eversserie, besmeert z' n door de harde legerkleding geïrriteerde bovenbenen uit dezelfde tube vaseline waarmee Pas net zijn lippen heeft bewerkt. Voor de dijen van Dekkers is geen kruid meer gewassen. In de buurt van Heeten stoppen de legerwagens. ,,Bokketuig en pukkel mee," commandeert een beroepsmilitair. Verschillende Natressers menen dat het een misplaatste grol is en laten hun pukkel in de viertonner liggen. Tot adjudant De Wilde duidelijk maakt dat het ernst is. Onderdrukt mokkend bevestigen de reservisten hun pukkel op de rug. Alleen tent en slaapzak mogen ze achterlaten onder het toeziend oog van uitvaller Herman Wessels, die gezelschap krijgt van Arjan en Rinus.

Mijnen
Het eerste gedeelte van de mars voert langs het Zij kanaal naar Deventer. Na een kilometer worden we opgewacht door sergeant-majoor Van de Pol, die uit zal leggen hoe het brugje ter plaatse opgeblazen moet worden. Verwachtingsvol scharen de militairen zich om de expert in mijnen en bijbehorende enge verhalen. Niemand wil een woord missen van zijn technisch betoog over de klaptouwen, springleidingen, glijrailtjes, schietkamers en verbindingspluggen die op het gras liggen en met debrug in verbin ding staan „Welnu", concludeert, Van de Pol, ,,we koppelen het zootje aan elkaar en als we op de knop drukken is het de bedoeling dat het spul afgaat. Zo doen we dat ongeveer." Zijn uitleg over verschillende mijnen die volgt is even duidelijk als plastisch. De bruine ijzeren bus die op het gras ligt blijkt een anti-tankmijn te zijn. ,,Een huis-, tuin- en keukenmijn' ', vindt Van de Pol. ,,Gewoon een huls met negen kilo trotyl. Je graaft 'm in en als een tank eroverheen rijdt is het boem. Op safe mag-ie niet afgaan, maar daarop geeft het Rijk geen garantie."

Brooddoos
,,Kun je een anti-tankmijn met mitrailleurvuur uitschakelen,' ' vraagt een van de toehoorders. ,,Alsje'mop hetjuiste punt raakt gaat-ie inderdaad af," bevestigt Van de Pol, ,,maar de ellende is datje niet weet waar zo'n ding ligt. Je moet dus erg veel schieten en jullie weten misschien dat we volgens de laatste bezuinigingsmaatregel in oorlogs tijd alle missers zelf moeten betalen. Dat kan behoorlijk oplopen." Als de hilariteit wat is afgenomen haalt hij een klein mijntje tevoorschijn. ,,Anti-personeelsmijntje", verklapt hij.,, Verstop je ook in het gras en als iemand erop trapt gaat-ie af." ,, Je vliegt echt niet uit elkaar hoor," stelt de uit Sumatra afkomstige sergeant-majoor Gebhardt, mentor van het Deventers peloton, me gerust, ,,Eris hooguit een stuk van je voet af." De mortiermijn staat als een regenmeter in de grond geprikt. ,,0ok een anti-personeelsmijn", onderwijst Van de Pol. ,,We plaatsen 'm in de grond, verrichten wat enge handelingen en als iemand dan tegen het touwtje loopt gaat-ie vanzelf af. Het is een gemeen ding. Binnen tien meter is iedereen dood.",,Hebben de Russen dezelfde mijnen als wij", wil een kien pelotonslid weten.,,Ongeveer dezelfde", antwoordt de sergeant-majoor. ,,Maar met de Russen moetje altijd op je hoede zijn. Die maken overal een mijn van. Als je ooit in ooriogstijd een brooddoos op het veld zie staan, maak 'm niet open. Geheid dat-ie afgaat. Zit er een mijn in." Als de laatste vraag is beantwoord wordt de les beëindigd. Van de Pol stapt in zijn jeep en het peloton marcheert verder, duidelijk opgefleurd door het aangejiame oponthoud. De opleving is echter van korte duur. Nog negen kilometer hebben we voor de boeg. Twee uur lopen, terwijl we al volledig afgepeigerd zijn. Piet Wanrooy heeft de kaart overgenomen van kapitein Dorlas. ,, Halverwege de rit krijgen we soep," belooft hij. Zijn woorden missen de verwachte uitwerking. Kilometer na kilometer zeulen we voort over de smalle asfaltweg door het schilderachtige landschap. Naderende voertuigen worden luidkeels aangekondigd door Wanrooy, aangezien de meeste pelo- > Bij een houten kraaw oliën deschutters na hetschieten hun geweren. tonsleden slechts oog hebben voor de schoenen van hun voorganger. Sergeant Otten, die bij een vorige Natresoefening een knieblessure heeft opgelopen, raakt steeds verder achter. , ,Gaan jullie maar door Piet", stelt Dorlas voor. ,,Ik blijf wel bij Otten." Bij een kruispunt tuurt de man met de walrussnor aandachtig opzijn kaart. Hij aarzelt tussen de verharde weg rechts en het zandpad voor ons. De keuze valt op het zandpad, hoewel sommige militairen van mening zijn dat de met viltstift aangegeven route over de verharde weg loopt. Behoefte om erover te discussiëren is door de afmatting verdwenen.

Artillerist
Uitgeblust zeulen we verder. Wanrooy kijkt steeds zenuwachtiger op zijn kaart. De zijweg die naar zijn overtuiging allang bereikt had moeten zijn is in geen velden of wegen te bekennen. Het raadsel wordt aan het eind van de zandweg opgelost door sergeantmajoor Gebhardt. We hadden de verharde weg moeten nemen. Wanrooy tracht zijn fout goed te praten, maar niemand luistert naar zijn argumenten. Veel belangrijker is dat door zijn falen vierhonderd meter is afgesneden. De keerzijde van de medaille is dat we de soep zijn misgelopen. Het voorstel om toch nog naar het soeppunt te lopen wordt bijna unaniem afgewezen. ,,Ik ga direct door, anders haal ik het niet,'' zegt Dorlas die door het oponthoud het peloton heeft ingehaald. Sergeant Otten komt in de verte aangestrompeld. Even later zit hij in de auto van Gebhardt. De laatste kilometers worden bijna instinctief afgelegd. Er wordt nauwelijks gesproken.,,Hoe laat is het," vraagt iemand met gebroken stem. ,,Ikheb geen idee van tijd," mompelt Dorlas, die naast me loopt. ,,Alleen van pijn. M'n hiel is door. Elke stap doet pijn." Verontschuldigend voegt hij eraan toe: ,,Ik heb bij de artillerie gezeten. Een artillerist kan niet lopen.''

En we zingen . . .
Langzaam maar zeker be neemt de moeheid niet alleen de behoefte om te spreken, maar verdrijft ook alle samenhangende gedachten. Er is slechts ruimte voor losse flodders. De cadans van de soldatenschoenen op het asfalt wordt in m' n hoofd omgezet tot een onbenullig sinterklaasliedje. Nog ongeveer twee kilometer ... en we zingen en we springen . . . jammer van die soep . . . en we zijn zo blij. . . wat doet die boer nou op die bult kuilgras. . . want er zijn geen stoute kinderen bij. . . je zal zien dat het tomatensoep is geweest... en we zingen en we springen . . . Het is drie uur als we de kazernepoort naderen. Wanrooy probeert met enkele krachtige bevelen het uitedijk van het peloton nog wat op te vijzelen. Het lukt slechts ten dele. Voor het oog van de provinciaal militair commandant luitenantkolonel De Smidt mar cheren we de kazerne op. En we zijn zo blij . . . straks krijgen nasi. . . want er zijn geen stoute kinderen bij . . .

Illusie
Zwijgzaam werken de pelotons in de eetzaal van de Westenbergkazerne de met hete pindasaus begoten nasi naar binnen. De gezichten zijn getekend door de doorstane ontberingen. De speech waarmee overste De Smidt de maaltijd besluit en waarin hij gewaagt van doorzettingsvermogen en getoonde groepsgeest wordt geduldig aangehoord. De meeste militairen verwijlen met hun gedachten bij een warm bad en een dito bed. Voor de laatste keer hijsen we ons in de viertonners. De schokdempers lijken elke rit slechter te worden en de banken harder. Bij de gemeentewerkplaats in Rjssen staan de eerste zorgzame echtgenotes al te wachten. Op het moment dat de mannen zich uit de viertonners laten zakken klapt het peloton als een zeepbel uit elkaar. Een dag lang waren ze militairen die goed en bloed veil hadden voor vlag en vaderiand. Als de legerwapens wegrijden is die illusie verbroken. Ietwat ontgoocheld stappen ze in hun personenauto's. Ze zijn weer schoolmeester, architect, machinebank werker. . .

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 april 1987

Terdege | 64 Pagina's

Een etmaal zwoegen en zweten met de Nationale Reserve

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 april 1987

Terdege | 64 Pagina's