Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Troost

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Troost

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

In het paradijs bestond nog geen behoefte aan troost. Daar waren geen tranen die God van de ogen moest afwissen. De mens leefde vol vreugde onder de goedheid Gods. Maar met het kwaad van de zondeval kwamen allerhande ellendigheden de wereld in. Zelfs onze beste dagen geven nog dikwijls stof tot klagen. Zorg, verdriet, jammerlijke plagen treffen nu de één, dan weer de ander. Ontvangen we in moeitevolle omstandigheden ook troost? Weet u wat troost is? Troost is de kennis van een zeker goed, dat gesteld wordt tegenover een zeker kwaad. Kent u deze definitie van de catechisatie ook in de praktijk van het dagelijks leven?

Gronden

Laten we eerst eens bezien hoe u in moeitevolle omstandigheden een ander troost kunt bieden. Let er dan eens op wat tegenover dat grote kwaad wordt gesteld. Een patiënt krijgt van zijn dokter te horen, dat er geen kruid is gewassen tegen zijn kwaal. Het lijkt wel of op dat moment alle grond onder de voeten wordt weggenomen. Waarmee wordt dan iemand vaak getroost? Men wordt gewezen op het vele goede dat men nog over heeft.
Zoek daarin wat afleiding.
Denk niet meer aan dat grote kwaad. Lees ontspannende lectuur zodat de gedachten wat verzet worden.
Na een sterfgeval wordt er vaak op gewezen dat het leven toch weer verder moet gaan. Er is toch voor de achterblijvers nog een taak op aarde. Het werk wacht weer. Zo zoekt men op allerlei manieren een plaatsje te krijgen waar men het leed kan vergeten. Men vlucht weg van het kwaad. Men kan eigenlijk geen kant meer heen. Maar elke grond die enige houvast schijnt te bieden wordt beproefd. Er is vast wel iemand die van een dokter gehoord heeft die mogelijk kan helpen. Men zoekt troost in verdoving van leed. De pijn wil men niet voelen. De sprake wil men niet horen. Er is heel wat goed bedoelde troost, die in de grond van de zaak verkeerde troost zal blijken te zijn. Men zoekt alledei gronden van troost buiten God.
Wij kunnen dat ook op een heel geraffineerde manier doen. We kunnen onze troost zoeken bij iets van God. We verwachten mogelijk van een kind of een knecht van God troost te ontvangen. We zoeken het in geestelijke liederen of boeken. We zoeken een tekst of geschiedenis die op onze levensomstandigheden past. Maar het zullen geen echte troostgronden zijn als het niet met het waarachtige geloof gepaard gaat. De enige troost beide in het leven en sterven ligt alleen in God Drieënig. Hoe wordt er dan troost geboden?

Bemoediging

Als iemand die door zijn moeder getroost wordt, alzo zal Ik u troosten, zegt de HEERE. Denkt u zich dat eens in. Zolang een kind rustig en onbezorgd speelt, heeft het geen behoefte aan troost. Het schijnt misschien wel of die moeder zich niet om het kind bekommert.
Maar nu doet het iets ondeugends. Het klimt ergens op en valt naar beneden. Het bezeert zich. Wat doet dan een moeder als ze haar kind hoort huilen? Ze loopt niet weg, maar gaat op het gerucht af. Ze roept het kind bij zich. Kom eens hier! En hoe dichter het kind bij zijn moeder komt, hoe hartstochtelijker het begint te huilen. Dan wordt het even apart op schoot genomen.
Dan wordt gevraagd waar de pijn is. En met een kus wordt het leed verzacht. De pijn is niet weg. Maar de tranen worden weggewist. En het kind wordt bemoedigend toegesproken. Wees nu maar stil. Het valt gelukkig allemaal nog mee. Maar hoor nu eens. Het is je eigen schuld. Nu moetje voortaan niet meer daar bovenop klimmen. Dat is veel te gevaadijkvoorje.

Vermanen

Dat is de Bijbelse bedoeling van troosten. Het grondwoord zouden we n.l. ook kunnen vertalen als iemand tot zich roepen en vermanend toespreken. Ook wordt het wel vertaald met wees of heb goede moed.
Ware troost kan niet luchthartig over de ernst van het verdriet heenstappen. Men zal niet voorbarig goedkope woorden van troost proberen te zoeken. Waarachtige troost ontvlucht de werkelijkheid niet. Integendeel. Men ziet met waarachtig medelijden de ongetrooste in het aangezicht.
Met medeleven laat men het leed uitspreken. Men luistert mee of men ook daarin de boodschap van God hoort uitzeggen. Dan blijft men niet bij de uiteriijke omstandigheden staan.
Maar dan wordt op de oorzaak van al het leed gewezen. Op de bodem aller vragen ligt immers der wereld zondeschuld. Troost vergoelijkt de zonde niet. Ook wordt het leed over de gevolgen van de zonde en de droefheid over de zonden niet weggenomen. Maar er wordt wat tegenovergesteld.
Een troostrijke vermaning. Dat kan op vriendelijke en bemoedigende manier gebeuren. Maar de vermaning is er niet minder om. Men wordt vermaand alle eigen gronden te laten varen. Lees het maar na in de psalmen waar de geestelijke werkelijkheid van de troost beleefd wordt. Het begint altijd met de nood en de zondekennis. De vragen en de vrees vermenigvuldigen zich. Men voelt dat men de ware troost mist. Hier treurt de één om het Godsgemis. Een ander is bedroefd over het gemis aan zekerheid over de geborgenheid in Christus. Een derde is ongetroost vanwege de onheiligheid van het leven. Hoe verschillend de aanleidingen ook zijn van de troosteloosheid, toch zijn zij zalig die treuren. Daar komt het Woord des Heeren. En de Heilige Geest brengt een wending in het verdriet. Soms rechtstreeks door als Trooster met Zijn genade de neerslachtige ziel te verkwikken. Maar gewoonlijk gebeurt het door medereizigers die zelf door de diepe dalen zijn heen getrokken en daar de vermanende stok en staf van Gods troost hebben gevoeld.

Trek mij

Het wordt bij een groot leed nog wel eens in opstandigheid opgemerkt: dat moetje eerst zelf hebben meegemaakt, anders kan je er niet over praten. Als dat de enige troost zou zijn om met een ander in dezelfde put te zitten dan kwam men er ook niet getroost uit. Er zij n zoveel verschillende putten waarin men kan zitten. Het gaat erom dat men vanuit die diepten roept tot God: trek mij. Opdat Hij ons uit de kuil van modderig slijk zou trekken. Dan is de nood verschillend. Maar de Trooster is Dezelfde. De Heere wordt daarom de God aller vertroosting genoemd. Die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen vertroosten hen, die in alleriei verdrukking zijn, door de vertroosting, waarmee wijzelf door God vertroost worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1984

Terdege | 64 Pagina's

Troost

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1984

Terdege | 64 Pagina's