Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOLDOENDE TOEGERUST?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOLDOENDE TOEGERUST?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Broeders en zusters,

We zijn vandaag bezig geweest met moeilijke vragen. Ik hoop dat het u een beetje verder geholpen heeft. Het kan ook zijn dat er juist veel vragen zijn opgeroepen. Het zou niet verwonderlijk zijn als u vandaag tot de overtuiging bent gekomen dat u onvoldoende bent toegerust. De voorzitter heeft mij gevraagd om ten slotte nog een woord ter stimulering en bemoediging u te spreken; een woord ter toerusting. Ik ben nagegaan of het woord en de zaak in de bijbel voorkomen. Er zijn twee belangrijke teksten in het NT die over toerusten spreken, Ef. 4: 11-16 en 2 Tim. 3: 15-17. De eerste gaat echter over de toerusting die ambtsdragers aan de gemeente moeten geven. Zij worden geroepen om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon. De tweede eindigt met de woorden: volmaakt toegerust. Dat gaat nog veel verder dan voldoende toegerust. Paulus spreekt over die toerusting in verband met en vanuit de Heilige Schrift. Hij zegt dat al de Schrift van God is ingegeven… opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaakt toegerust.

Bij alle vragen moet dat woord uitgangspunt zijn en blijven. Al de Schrift is van God ingegeven. God wil dat wij in dat geloof met zijn Woord bezig zijn. Ook met de vragen rondom de Heilige Schrift. Hij heeft daarbij als doel voor ogen: toerusting tot alle goed werk. Dat is een heel praktisch en geestelijk doel. In dat goede werk gaat het om die druppel van liefde waarover de voorzitter sprak. Dat is meer dan alle kennis en inzicht. Die toerusting geschiedt door de gemeenschap met de Here Jezus Christus, als wij putten uit de oceaan van zijn liefde. Dan kunnen wij ook met de vragen omgaan, al weten we lang niet altijd op alle vragen een antwoord.

Ik denk daarbij aan Stanley Jones, die jarenlang in India gewerkt heeft. Ook hij kreeg veel vragen over het christelijk geloof. Een keer steide iemand moeilijke, dogmatische vragen. Maar tijdens het gesprek bleek dat dat niet zijn eigenlijke, diepste vragen waren; die lagen veel dieper en persoonlijker. Toen die vragen beantwoord werden, waren de andere vragen nauwelijks vragen meer. In elk geval geen vragen die echt een probleem vormden. Uit dit voorbeeld is duidelijk dat het (voor ambtsdragers) het belangrijkste is dat wij door de Schriften wijs gemaakt zijn en worden tot zaligheid. Dan zijn we toegerust, niet alleen om met vragen, maar vooral om met mensen om te gaan. We zijn toegerust om toe te rusten tot dienstbetoon. Dat zegt Paulus in Ef. 4. Dienst is het werk waartoe we als gemeente geroepen worden. Als vrucht van hemelvaart heeft Christus aan zijn gemeente ambtsdragers gegeven om de gemeente dienstwerk te leren. Dat kunnen zij alleen als zij zelf als dienaren bezig zijn. In dat bezig zijn gaat het om de opbouw van de gemeente; om groei naar geestelijke volwassenheid. Het gaat om groei naar Christus toe. Dat noemt Paulus dé remedie tegen elke dwaalleer. Zonder een leven uit de waarheid en de liefde, een leven met Christus, is er geen opbouw. Zonder echte gemeenschap is er geen opbouw, maar verwoesting. Toerusting kan er alleen maar zijn met het oog op de gemeente. Er is alleen nuttige groei als die het hele lichaam dient. Het is hinderlijk voor het lichaam als slechts één of een enkel lid groeit. Wie alleen zelf wil groeien, dwaalt. Als ieder zichzelf zoekt, is het gebruik der gaven bedorven. Het is Calvijn die deze dingen bij Ef. 4 zegt. Maar wie is nog calvinistisch op dit punt? Het gaat hem en Paulus om de gemeente als geheel; om Christus’ werk voor en in die gemeente. In die gemeente worden we als ambtsdragers geroepen om dienstwerk te verrichten. Om dat niet alleen samen met de andere ambtsdragers te doen, maar vooral samen met de hele gemeente. We hebben slechts een bescheiden taak. Ik hoop dat dat u bemoedigt, zeker na vandaag. De Here vraagt geen grote en moeilijke dingen van u. Hij heeft u aan de gemeente gegeven. Hij wil dat u met de gaven die Hij u heeft gegeven dienend zult bezig zijn. Hij wil u toerusten om in uw klein hoekje zijn plaats in te nemen. Dat is dan wel in zijn gemeente.

In die gemeente mag u knecht des Heren zijn. In Jes. 50: 4 lezen we over de Knecht des Heren. Jezus Christus is toegerust met de Heilige Geest. Hij is gekomen om de moede te ondersteunen. Om het verlorene te zoeken en te redden. In dat werk schakelt Hij zijn knechten in. Om in zijn Naam de moede te ondersteunen. Hij vraagt van ons om dat te doen met het Woord. Helpt dat? Het lijkt van niet. Er is onverschilligheid en verzet.

Nochtans is en blijft het Woord het zaad der wedergeboorte. Het is levend en krachtig. In dat vertrouwen mogen we het blijven spreken. We zullen alleen kunnen spreken als we zelf willen en kunnen luisteren naar dat Woord. Als we daarin leren luisteren naar de Here zelf. De knecht des Heren blijft leerling. Elke dag moet hij het zelf van de Here ontvangen. Jesaja brengt dat op een bijzondere wijze tot uitdrukking. Hij wekt elke morgen. Hij wekt mij het oor, opdat ik hore zoals leerlingen doen.

Dat is de beste toerusting voor ambtsdragers en andere gemeenteleden. Bent u zo toegerust? Bent u zo voldoende toegerust? Bent u elke dag met deze toerusting bezig? Wijlen br. A. Benschop uit Nieuwpoort zei eens het volgende tegen me dat ik nooit ben vergeten. Tegenwoordig hebben de ambtsdragers meer eelt op hun achterste dan op hun knieën. Hij bedoelde: Ze zitten meer op de fiets om bezoeken af te leggen dan dat ze contact hebben met God. We kunnen inderdaad heel druk zijn met alles wat er moet gebeuren. Ook met toerusting, met het bezoeken van conferenties en het lezen van boeken. Ik zeg daar geen kwaad van. Ik doe het zelf ook. Het is nodig. Toch begint de toerusting in de ontmoeting met God. Daarin blijft het hart van de toerusting liggen. We hebben het nodig om door de Here zelf te worden toegerust. Dan komt Hij in ons werk Zelf mee. Dan gaat er iets van ons uit. Ik doe een dringend appel op u voor deze toerusting. Laten wij samen de Here zoeken in het gebed.

Ds. D. Visser is predikant van Broeksterwoude (Petrus-gemeente)

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 1998

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

VOLDOENDE TOEGERUST?

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 1998

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's