DE LIEFDE DE MEESTE

(SLOT.)

De liefde verbreekt alle tegenstand. Paulus zegt daarvan: „Wie zal ons scheiden van de liefde Gods in Christus? "

En zie wat hjj verder opsomt in de laatste verzen van Romeinen 8. Tegen de liefde Gods is niets bestand. Paulus noemt ons verschillende eigenschappen van de liefde. Zo is zij lankmoedig. Zij kan het kwade en het onrecht geduldig dragen. Zij kent geen wrok of wraakzucht en is één met de verdraagzaamheid. Heel duidelijk komt dit uit in Job, waarvan wij lezen in Jacobus 5 vers 11.

De liefde is ook goedertieren, goeddadig en vergevensgezind, van afgunst is bij haar geen sprake, zij kent geen nijd en wangunst en kan zeer goed haar naaste verdragen.

De liefde verblijdt zich in de voorspoed van anderen en het is het beste bewijs .dat JPulks alles vloeit uit Christus en door de Geest des geloofs en in de oefeningen van dat geloof.

De liefde handelt niet lichtvaardig. Zij overwint eigen eer en is een vriendin van de nederigheid. Ook dit is weder een vrucht des geestes, voortvloeiende uit Christus tot ontdekking van en sterven aan onszelf.

De liefde is niet opgeblazen, van zelfverheffing valt niets waar te nemen, evenmin is de liefde aanmatigend of er op uit eigen kracht te zoeken.

Ook openbaart zij zich in broederlijke liefde jegens allen, doch in heilige vijandschap jegens de wereld. Zij doet alles zonder twisting, handelt niet op ongeschikte wijze, heeft een afkeer van een valse of verraderlijke omgang en betoont zich in alles handelbaar.

De apostel blijft aan het opsommen, want de liefde is rijk in eigenschappen zowel in wat zij niet is, als in wat zij wel is. Zij is oprecht, ongeveinsd en verfoeit alle bedrog, stugheid en hardheid en heeft door haar bedachtzaam optreden een kalmerende invloed op alle nijdige hartstochten. Zij blijft binnen de perken van de vriendelijkheid, omdat ze binnen de palen van Gods Woord blijft.

Hoe meer 's Heeren gunstgenoten mogen leven uit Christus in de oefeningen des geloofs, hoe meer zij in ondergeschiktheid en gehoorzaamheid openbaren, dat de liefde in hen woont. De liefde is naarstig, voorzichtig en kalm. Zij is wars van zelfzucht, zij vloekt zichzelve niet en heeft er geen behoefte aan, dat voor haar de loftrompet aan de mond wordt gezet, om alzo eer te genieten en een hoogste plaats in te nemen.

Doch alleen dan, als de wet der liefde en des geloofs in onze harten wordt ingedrukt door de alles bewerkende en verlossende liefde van Christus, draagt deze liefde edele vruchten.

liefde edele vruchten. De liefde wordt niet verbitterd en in het hart van wie zij woont blust door haar vuur het eigen vuur der kwaadheid. Zij strijdt tegen de toorn des mans. Zij lastert niet, is niet achterdochtig en denkt mitsdien geen kwaad, en veracht ook alle achterklap.

Omdat de liefde de ander boven zichzelf acht, is zij dus niet jaloers. De liefde spreekt met eerbied en achting over Gods knechten en ambtsdragers en ook over Zijn volk en 's Heeren gehele dienst. Zij laadt geen schuld op een ander. Ook zetelt de liefde niet op de tong zonder een oprecht, ongeveinsd gemoed.

De liefde heeft geen behagen in de ongerechtigheid, integendeel, zij bemint de waarheid en .gerechtigheid, en heeft een begeerte om in leer en leven zuiver en rein te zijn. Deze liefde is niet algemeen ethisch of remonstrants, waardoor Gods deugden zouden verzaakt en ontluisterd worden en anderen bedrogen zouden worden.

Neen, de liefde bemint vrije genade en omhelst al de deugden Gods als één volmaaktheid in Hem.

de deugden Gods als één volmaaktheid in Hem. Zij haat de zonde en alle vleselijke godsdienst, is zuiver in de godsvrucht en verblijdt zich in de waarheid, dus in de overwinning van het Evangelie. Zij heeft een innerlijk vermaak in de ondergang van het rijk der duisternis en de uitbreiding van Gods koninkrijk.

De liefde denkt er niet aan de fouten en gebreken van anderen op de straten van Askelon te openbaren, doch zal een menigte van overtredingen liever bedekken, niet ten kwade, maar biddende ten goede.

De liefde gelooft en hoopt alle dingen, er is geen einde aan. Wij besluiten met wat Christus bij monde van Johannes zegt: „Een nieuw gebod geef ik U, dat gij elkander lief hebt, gelijk Ik U liefgehad heb." Hieraan zult gij allen bekennen, dat gij Mijne discipelen zijt. Dit alles is alleen vrucht van wederbarende genade en algehele vernieuwing des harten.

Lezer, leg nu dé gehele wereld en wat daarin is, Uw huis en hart eens tegen die liefde, die God werkt en wij hebben tot onze dood wel werk om met al Gods kinde-

ren te wenen en ons als dood te treuren van droefheid en smart over al onze liefdeloosheid.

Door alles heen zal het zijn en blijven: „En nu blijft dan geloof, hoop en liefde, deze drie, doch de meeste van deze is de liefde."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen