Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DOVENPASTORAAT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DOVENPASTORAAT

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

OP BEZOEK BIJ EEN NIEUW ADRES

U heeft van de scriba bericht gekregen dat er een nieuw gezin in uw wijk is komen wonen. U gaat op bezoek. Als u aanbelt hoort u niets, maar u ziet door de gordijnen heen iets flitsen. Vreemd. Dan gaat de deur open en er staat een man voor u, die op zichzelf wijst en een beetje onduidelijk zegt: ‘Ik ben doof.’ Wat doet u? U voelt misschien de neiging om hard weg te hollen. Maar nee, dat kan toch ook niet. U probeert uit te leggen dat u ouderling bent van de kerk en kennis wil maken. Maar begrijpt die man dat? Hoe kunnen deze mensen u begrijpen als ze niet kunnen horen? Er wordt — misschien met behulp van een briefje — een afspraak gemaakt, dat u een andere keer echt op bezoek komt. Maar hoe moet dat? Kunnen doven meedoen in de kerk?

DOOFHEID

Voordat we daarover verder gaan eerst iets over doofheid. Doofheid is een diep ingrijpende handicap. Zeker in een maatschappij als de onze, waarin ontzettend veel afhangt van een goede communicatie. Dove mensen leren zo goed mogelijk met horende mensen te communiceren, maar het blijft moeilijk, naar twee kanten toe.

Met elkaar praten doven in gebarentaal. Woorden en soms hele zinnen worden gemaakt in zichtbare bewegingen van de handen. Het is een eigen taal met een aparte grammatica. Daarin kan alles gezegd worden, wat horende mensen in gesproken taal zeggen. Alleen: de meeste horende mensen kennen deze taal niet. Om in de horende maatschappij te kunnen communiceren, moeten dove mensen leren ‘spraakafzien’ (vroeger werd het ‘liplezen’ genoemd, maar het gaat om meer dan aflezen van lippen. Het gaat om de hele houding, mimiek, beweging). Spraakafzien is niet gemakkelijk.

Anderzijds is het voor doven moeilijk zich verstaanbaar te maken in duidelijk Nederlands. Op de dovenschool is één van de moeilijkste taken: de kinderen duidelijk leren spreken. Want dove kinderen kunnen niets horen. Zij kunnen dus ook niet een klank nazeggen. Zij moeten het helemaal leren door horende logopedisten. Daarbij kunnen doven zichzelf niet corrigeren als er een beetje verkeerde klank ontstaat. Dat betekent dat veel woorden en klanken niet zuiver uitgesproken worden. Daarom zijn dove mensen vaak moeilijker verstaanbaar.

DOOFHEID IN SOORTEN

Hierboven bedoelde ik speciaal mensen die doof geboren zijn. Je kunt ook op latere leeftijd doof worden. Wie als kind heeft kunnen horen, heeft leren praten in gewoon Nederlands. Als zo iemand later doof wordt, heeft hij of zij begrip van het Nederlands en kan ook gewoon spreken, zonder accent. Natuurlijk kan ook zo iemand niet zijn eigen stem horen en daardoor te hard of te zacht spreken.

Wie in de eerste levensjaren doof geworden is, heeft nooit goed leren horen en kan daarom ook niet gewoon spreken. Spreken moet dan, zoals boven omschreven, op de dovenschool geleerd worden. Deze doven leren allereerst spreken in gebaren. De Nederlandse Gebarentaal (NGT) is hun moedertaal. Vanuit NGT leren zij later het Nederlands. Het Nederlands is voor hen een vreemde taal.

Wie op wat latere leeftijd doof geworden is, heeft het Nederlands als moedertaal Spreken gaat beter, maar gebaren leren en spraakafzien is dan heel zwaar. Mensen die op latere leeftijd doof geworden zijn hebben moeite met NGT, want dat is voor hen een vreemde taal.

Helemaal moeilijk wordt het als mensen op oudere leeftijd doof worden. Met hen is vaak nog het beste te communiceren op schriftelijke manier. Soms met behulp van een computer.

Daarnaast hebben we ook nog te maken met mensen die een dubbele handicap hebben: doof en spastisch, doof en verstandelijk gehandicapt, doof en slecht ziend, of zelfs doof en blind. Al deze mensen kunnen zomaar aan onze zorgen toevertrouwd worden in de kerk.

DOOFHEID IN DE KERK

In bijna alle kerkelijke activiteiten speelt spreken en luisteren een hoofdrol Daarom is het juist in de kerk voor doven vaak zo moeilijk. Doven worden vaak overgeslagen in het bezoek. Want je kunt niet met ze praten. In de gewone kerkdiensten kunnen ze niet mee doen. Want horen kunnen ze niet. Ook een ringleiding helpt niet. Bijbelkringen en gespreksgroepen kunnen ze moeilijk volgen.

INTERKERKELIJK DOVENPASTORAAT (IDP)

Om dove mensen toch in de kerken te kunnen opvangen, is er dovenpastoraat ontstaan. Omdat er vaak maar weinig doven in één kerkelijke gemeente zijn is dit dovenpastoraat interkerkelijk en regionaal georganiseerd. Er is sinds 1975 een hecht samenwerkingsverband tussen de Ned. Herv. kerk, de Geref. kerken (synodaal) en de Chr. Geref. kerken, het IDP. De basis van deze samenwerking is de Schrift en de gereformeerde belijdenis. Nu de twee eerstgenoemde kerken opgegaan zijn in de Protestantse kerk in Nederland (PKN) is deze samenwerking op dezelfde basis voortgezet tussen de CGK en PKN. De PKN hebben 2 predikanten en de CGK één predikant vrijgesteld voor het werk onder doven. Deze dovenpredikanten worden benoemd na instemming van de deputaten van de andere kerk. Zij hebben de bevoegdheid om in alle drie de kerken met het oog op doven ambtelijke handelingen te verrichten. Nederland is verdeeld onder de 3 dovenpredikanten. Zie de indeling op het kaartje. U ziet, het betreft grote gebieden. Voor de dovenpredikanten betekent hun werk bijna dagelijks vele kilometers autorijden.

Het werk van een dovenpredikant is nagenoeg hetzelfde als het werk van een gemeentepredikant, maar dan onder dove leden van de samenwerkende kerken. Plus voorlichting aan de kerken die dove leden hebben.

REGIONALE ORGANISATIE

In het gebied van de dovenpredikanten zijn er verschillende Interkerkelijke Commissies (IC’s). Soms ter grootte van een provincie, soms een kleiner gebied. Zo’n IC is een vertegenwoordiging van alle plaatselijke gemeenten van de kerken die meedoen in het Interkerkelijk Dovenpastoraat in het betreffende gebied. Deze IC’s moeten dan ook gestuurd worden en van middelen voorzien door de plaatselijke kerken. Meestal door collecten en bijdragen.

Deze IC’s organiseren aangepaste kerkdiensten voor doven, catechese, bijbelkringen en gespreksgroepen voor doven. Ook proberen de IC’s alle kerkelijke doven regelmatig te bezoeken. De dovenpredikant is altijd betrokken bij dit werk en geeft er mee uitvoering aan.

TERUG NAAR DE VRAAG:

HOE KUNNEN DOVEN MEEDOEN IN DE KERK?

Belangrijk is dat dove leden gewoon lid zijn en blijven van hun eigen gemeente. Er is niet een aparte dovenkerk of zo. Mensen met een handicap zijn lid van hun eigen gemeente. We zijn samen gemeente van de Here Jezus Christus. Ten dienste van elkaar. Aan elkaar gegeven door onze Here Jezus Christus. Om elkaar op te bouwen en te ondersteunen, levend uit hetzelfde evangelie. Vanuit het dovenpastoraat zeggen we: DOVEN HOREN ERBIJ!! De meeste doven vinden het ook fijn om contacten te hebben met mensen in hun eigen kerk. Alleen heel vaak gaat het mis. Doven hebben vaak veel teleurstellingen moeten verwerken. Als ze altijd overgeslagen worden bij huisbezoek. Als ze niets horen van de kerk, behalve de smeekbrieven op financieel gebied.

Soms hoort men: ‘Maar die communicatie is zo moeilijk!’ Daarin wil het dovenpastoraat helpen. Door uitleg te geven hoe u toch kunt communiceren met dove mensen. Daarvoor hoeft u meestal geen gebarentaal te kennen. De meeste doven kunnen goed ‘spraakafzien’. Alleen u moet leren om rustig en met duidelijke articulatie te spreken. En bereid zijn af en toe een woord op te schrijven.

Iemand van de IC kan meegaan op bezoek. Er kan een tolk aangevraagd worden, zo dat een dove ook een gemeentevergadering kan meemaken. En het is natuurlijk helemaal mooi als er in de gemeente enthousiaste mensen zijn die het leuk vinden om gebaren te leren. Zij kunnen een groepje vormen rond de dove leden. Zo voelen dove broeders en zusters dat ze er ook bij horen in de gemeente van de Here Jezus Christus. Zij mogen ook de prediking ontvangen en meedoen met het avondmaal, hun kinderen laten dopen en in de gemeenschap betrokken worden.

AANGEPASTE KERKDIENSTEN

Een kerkdienst meemaken gaat niet zomaar. Daarom worden er voor doven aangepaste kerkdiensten georganiseerd, waarin gebaren gemaakt worden. Daarin gaat een dovenpredikant voor of een predikant die ook gebaren geleerd heeft. Ook gebeurt het wel dat de eigen predikant voorgaat met een tolk NGT. In zulke diensten worden de liederen zichtbaar gemaakt met behulp van een overheadprojector of een beamer. De liederen worden lettergreep voor lettergreep aangewezen. Zo kunnen doven de liederen mee opzeggen en meedoen in gebaren.

Op deze wijze probeert het Interkerkelijk Dovenpastoraat kerkdiensten voor doven toegankelijk te maken. Deze diensten zijn vaak per provincie georganiseerd, meestal 1 × per maand, met daarnaast 1 × per maand een aparte dovendienst. Als je doof bent heb je dus vaak maar 2x per maand een kerkdienst. Horende mensen minstens 8 x!

Het betekent ook dat doven geen vaste plek hebben. Ze moeten vaak naar een andere kerk toe. Ze moeten altijd rijden, of het moet toevallig dienst in de eigen kerk zijn. Als ze zelf geen auto hebben, moet er vervoer geregeld worden. Laten de diaconieën er ook op letten of daar problemen liggen voor de dove broeders en zusters. Want zelf gaan vragen vinden ook doven vaak moeilijk.

TEN SLOTTE

In de maatschappij zijn doven door hun handicap vaak geïsoleerd. In de gemeente van de Here Jezus Christus gaat het anders toe. Daar is aandacht voor iedereen. Zeker voor leden die in een moeilijke positie verkeren. Ik vraag niet om medelijden. Doven zijn gewone mensen. Alleen ze hebben door hun handicap beperkingen. En voor gemeenschap in de kerk hebben zij — meer nog dan horende mensen — de ander zo nodig. Want ze zijn en blijven afhankelijk van de bereidheid van horende mensen om met hen te communiceren.

Nadere informatie is te krijgen bij de Stuurgroep van het Interkerkelijk Dovenpastoraat: secr. dhr G. Rijkse Dennenoordlaan 10, 6721 HT Bennekom, tel. 0318-638485. U kunt ook terecht bij ondergetekende (tel. 038-4526426, email: a.dingemanse@hccnet.nl) of op internet: http://www.dovenpastoraat.nl.

ds. Dingemanse (1950) is chr. geref. dovenpredikant

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 2005

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

DOVENPASTORAAT

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 2005

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's