Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Goede Vrijdag—Pasen: Der Zonde Dood, Gode Levende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Goede Vrijdag—Pasen: Der Zonde Dood, Gode Levende

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Want dat Hij gestorven is, dat is Hij der zonde eenmaal gestorven; en dat Hij leen, dat leen Hij Gode.” Romeinen 6:10

Goede vrijdag predikt ons het sterven van Christus. Pasen predikt ons de opstanding van Christus uit de doden, als Borg en Middelaar voor de Zijnen. Voor hen geldt: U heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de zonden en misdaden.

Nog komt deze prediking tot ons, die door onze val en zonden het geestelijke leven missen. Wij hebben onszelf van de levensoorsprong afgesneden. Daarom missen wij het geestelijk leven en liggen wij in de geestelijke dood. Door Gods lankmoedigheid hebben we nog het tijdelijke leven en wordt ons nog toegeroepen: Ontwaakt gij die slaapt en staat op uit de doden!

Hier in deze tekst wordt ons getekend het sterven en leven van de Levensvoorst, van Hem, Die de Dood heeft overwonnen. Dit is voor ons mensen onmogelijk is, wat ook wordt ondernomen om de dood, het sterven te ontgaan. Gods Woord zegt en de praktijk vanaf Adam tot heden bevestigt het: En hij stierf. Hier horen we,” De bezoldiging der zonde is de dood, maar de genade gift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze Heere.” Want dat Hij gestorven is, staat in deze tekst. Christus is gekomen in de volheid des tijds. Hij is geboren, wezenlijk mens geworden zijnde, om als Borg, dus in de plaats voor de Zijnen, te lijden en te sterven.

Door Zijn lijdelijke gehoorzaamheid, heeft Hij de straf op de zonde, de dood (des kruises), vrijwillig ondergaan. Hij is waarlijk gestorven. Waarom moest Christus, Zelf geen zonde gedaan hebbende, sterven? Hij is om de zonde gestorven, dat is, om de zonde van Zijn volk. In Zijn sterven is het rechtvaardig oordeel over de zonde voltrokken. Immers naar Gods rechtvaardigheid moet God de zonde tegen de allerhoogste Majesteit bedreven, met de hoogste straf straffen, dat is, de tijdelijke en eeuwige dood.

Hij heeft Zijn ziel uitgestort in de dood in de plaats van overtreders die door hun zonde de dood hebben verdiend. Niet dan door een weg van Recht is er een middel om de welverdiende straf te ontgaan en weder tot genade te komen, namelijk in Hem die het hoofd buigende de geest in de hand Zijns Vaders gaf uitroepende: Het is volbracht!

Hier is voldoening door verzoening aangebracht, voor hen die dat recht op de ziel gebonden en de schuld van de dood inleven als zijnde welverdiend. Wie zijn dat? Die door Gods Geest en Woord zijn levend gemaakt. De levende legt het in zijn hart, of, de levenden weten dat zij sterven moeten. Dan wordt het een haasten en spoeden om huns levenswil. Aan ons wordt niet gevraagd of we sterven willen of niet. Het is ons gezet eenmaal te sterven. We moeten sterven om onze zonde. Maar nu Christus? Hij heeft uit grondeloze en onpeilbare liefde tot de eer van God, tot verheerlijking van Zijn deugden, en voor degenen voor wie Hij Zich van eeuwigheid heeft Borg gesteld, Zijn leven vrijwillig afgelegd. Hij is der zonde eenmaal gestorven. Die ontzettende macht van de zonde, waaraan we ons vrijwillig hebben onderworpen, heeft Hij door Zijn dood vernietigd. Welk een troost vloeit voort uit de stervende Borg en Middelaar voor hen die, in zichzelf, niet een zondige gedachte kunnen overwinnen en met de dichter instemmen:” Zulk een last van zond- en plagen, niet te dragen, drukt mijn schouders naar beneên. ‘K ben vanwege al mijn zonden, die mij wonden, vol van kommer en verdriet.” Hoort bekommerden vanwege uw zonden, die Zijn Hoogheid schonden: Christus heeft deze te niet gedaan. Want Hij is der zonde eenmaal gestorven. Al woelt en werkt de zonde in uw verderfelijk vlees zolang als u leeft, ze zal niet over u heersen tot de dood. Hij heeft onze zonden in Zijn lichaam gedragen aan het vloekhout des kruises. Nu heeft de zonde geen macht meer over Hem, nog datgene wat Hem kon opeisen tot de duisternis en Godsverlating en tot het dragen van de Goddelijke toorn tegen het ganse menselijk geslacht. Waar nu de vreze des doods en de smart der zonde u alle troost doet missen, is er allerlei vertroosting in Zijn wonden. U hebt niet van node enig ander middel te zoeken of te verzinnen, om u met God te verzoenen, dan alleen deze enige Offerande, éénmaal gedaan, door welke de gelovigen in eeuwigheid volmaakt worden. Door Zijn dood heeft Hij de straf gedragen en weggedragen, zodat de dood niet meer heerst over Hem, maar, dat Hij leeft, dat leeft Hij Gode. Opgestaan uit de doden! Zo zeker dat Hij gestorven is zo zeker leeft Hij nu. Waartoe leeft Hij? Hij leeft Gode, tot verheerlijking van God. Wat een wonder want, in de eer Gods ligt de zaligheid van al Zijn volk. Want Hij schenkt de gerechtigheid, die Hij door Zijn dood aangebracht heeft, aan de Zijnen. Zo is er dan geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn. In Zijn opstanding ligt de verlossing van de dood. Hij is de Levensvorst! Hij die uit het graf is opgestaan, roept door Zijn wekstem de geestelijk dode zondaar uit het graf der zonde. Dan ontvangen zij het leven in Hem geschonken, en worden uit hun doodstaat opgewekt, door van nieuwsgeboren te worden. Dit geschonken leven is een ander leven dan zij van nature leefden. Deze worden door Zijn kracht opgewekt tot een nieuw leven. Want ons leven is het leven van de natuurlijke mens, het leven der zonde dat zich richt naar eigen wil, inzicht en begeerten. Dat nieuwe leven is het leven van de wedergeboren mens, dat zich richt naar de wil Gods en een lust heeft om zich naar Gods Wet te gedragen. Wat hun vroeger een last was wordt nu hun lust en wat vroeger hun lust of begeerte was wordt dan een last.

Zoals we geboren zijn kunnen we voor God niet bestaan. Dan leven we in onze oude, zondige natuur, buiten God en buiten Christus. Dan zijn we een arm en doodliggende zondaar en niets anders. Dan zijn we vijanden van God. Wanneer wij wandelen naar het goeddunken van ons eigen hart, uitroepende: aan de kennis van Uw wegen hebben wij geen lust, dan zijn we vijanden van het kruis van Christus. Dan zoeken we het leven in de zonde, dat is, de dood.

Het leven van Christus is het leven der Zijnen en roept hen toe: Ik leef en gij zult leven! Dan leren Gods kinderen in dat nieuwe leven te sterven aan alles wat buiten God en Christus is, om het leven te vinden in Hem die zegt: Ziet Ik ben wel dood geweest, maar ik leef in alle eeuwigheid.

Dat u dan het leven op uw gerechtigheid steunend, door genade leerde verliezen en het te vinden in Hem: De Heere onze Gerechtigheid!

Rev. J. C. Weststrate is pastor of the Netherlands Reformed Congregation (Gereformeerde Cerneente) of ‘s Gravenpolder, The Netherlands.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1990

The Banner of Truth | 28 Pagina's

Goede Vrijdag—Pasen: Der Zonde Dood, Gode Levende

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1990

The Banner of Truth | 28 Pagina's